In de afgelopen dagen vond hier het evenement 'Sail Lovina 2010' plaats. Ruim 100 zeilboten en catamarans deden de baai van Lovina aan, als onderdeel van de jaarlijkse Sail Indonesia-rally die al 3 maanden duurt. De deelnemers vertrokken op 24 juli jongstleden vanuit Darwin (Australië) richting Indonesische wateren.
Aan boord bevonden zich participanten uit Australië, Nieuw-Zeeland, Japan, de Verenigde Staten, Canada, Argentinië, Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland, Italië en Nederland. Aan het einde van de rally kunnen de deelnemers terugzien op een heuse Ronde van Indonesië waaraan ik graag had deelgenomen. De hunkering om de wijde wereld in te trekken, vlamde weer in mij op. Dat krijg je van al dat getuur over het water!
Rallydeelnemers en andere officiële gasten van Sail Lovina 2010 werden getracteerd op cultureel-artistiek vertier: 'joged bumbung en 'angklung' (muziek van bamboe-instrumenten), 'sapi gerumbungan' (de elegante, diervriendelijke variant van de traditionele ossenrace), 'rindik' (traditioneel gezang), 'wayang kulit' (schaduwpoppentheater) en een curus Balinees koken.
Terwijl mijn liefje en ik in nautische kledij over de boulevard liepen, werden wij staande gehouden door Putu, een medewerkster van het plaatselijke Bureau voor Toerisme. Zij was enkele weken ervoor met zeven andere ambtenaren in uniform bij ons op bezoek gekomen, in het gevolg van de kepala desa die wederom had besloten een huisbezoek af te leggen. Onnodig, onaangekondigd en onaangenaam. En dan te bedenken dat die burgemeester en ik voor 99.9% genetisch identiek zijn. Bevriend zullen we niet raken.
Op Putu's instigatie maakten wij de slotceremonie van Sail mee, gezeten op de VIP-tribune aan het strand van Lovina. Ook nu was zij in functie, zij het niet in uniform (!). Deze keer was het onthaal warmer: met een snack, een bekertje water en haar warme handen langzaam over mijn schouders bewegend. Tja, het kan verkeren.
Die avond werd er gedanst, gezongen en gemusiceerd, met de Balizee en de ondergaande zon als decor. Een betere enscenering was nauwelijks denkbaar.
Het evenement werd georganiseerd door het Ministerie van Marine & Visserij, het Ministerie van Cultuur & Toerisme, in samenwerking met de Stichting 'Nautische Liefde Indonesia' en met steun van plaatselijke overheden. De Bupati van Buleleng, drs I Putu Tastra Wijaya, verklaarde dat Sail Lovina niet alleen promotie is voor heel Bali maar dat het vooral het nautisch potentieel van het noorden moet benadrukken. Elk jaar doen 2.000 à 3.000 zeilboten Bali aan en Buleleng zou ze graag allemaal een veilige haven bieden.
Hij en andere politici timmeren momenteel hard aan de weg. Enkele weken geleden nam de gouverneur van Bali, I Made Mangku Pastika, het formele besluit dat in de komende jaren een tweede luchthaven zal worden gebouwd in het noorden van het eiland. Het zuiden is op allerlei manieren aan het dichtslibben. Het Ngurah Rai International-vliegveld kan de stroom toeristen niet meer aan hetgeen soms tot dramatische taferelen leidt: toeristen staan uren in de rij voor de douane (zelfs met een reeds aangeschaft visum), zonder airco. In de straten van Denpasar staat de reiziger dagelijks lang in de file. En er is inmiddels een bouwstop afgekondigd: er worden geen bouwvergunningen meer afgegeven voor hotels en villa's in het zuiden.
De locale infrastructuur van Buleleng, de noordelijke provincie waarin wij wonen, is nu nog ontoereikend voor toerisme op grote(re) schaal. De wegen zijn redelijk begaanbaar maar ze zijn smal: toeristenbussen uit tegengestelde richtingen kunnen elkaar niet veilig passeren. Ook voor boten zijn er volop uitdagingen: er is heel veel koraal en nauwelijks aanlegplaats. In Buleleng vind je al wel een ruim aanbod aan hotels en home stays, in diverse prijscategorieën. Dat geldt ook voor restaurants maar er is sprake van een weinig afwisselend winkelaanbod. Grootschaligheid moet men hier overigens niet nastreven: het noorden mag immers geen tweede zuiden worden.
Bali's noordelijke regio heeft ab-so-luut potentie! De kracht ligt wat mij betreft in ecotoerisme: snorkelen en duiken, dolfijnen kijken, zeilen en kanoën op zee en op het Tamblingan-meer, jungle- en bergwandelingen, fietsen door de rijstvelden, bezoeken aan de botanische tuin en de schildpaddenopvang. Bovendien lijkt 'Community-based Tourism' hier een uitstekende optie: kleinschalig toerisme in traditionele plattelandsdorpen. Te denken valt aan wandelingen door de groenteschuur van Bali, over plantages, uitleg krijgend over traditionele keukenkruiden, gebruik van medicinale kruiden, enzovoort. Agro- en ecotoerisme gaan hand in hand. Kortom: groene ideeën te over! Ik denk dat ik maar eens ga solliciteren bij het Ministerie van Toerisme. Dat uniform past iedereen. Kan Putu-met-de-zachte-handen mij mooi bij helpen.