In Bali las ik net voor ons vertrek naar Spanje het boek 'El corazón helado', in het Nederlands vertaald als 'Het ijzig hart' van de Madrileense schrijfster Almudena Grandes (1961). Een dikke pil van ruim 800 bladzijden die mij van begin tot einde boeide.
Alhoewel het boek fictie is, is het gebaseerd op waargebeurde feiten. Het centrale thema is de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) waarin republikeinen (anarchisten, communisten en socialisten) streden tegen de nationalisten (monarchisten, carlisten en falangisten). De republikeinen werden verslagen al ben ik van mening dat geen enkele oorlog ooit een winnaar kent. Zeker geen burgeroorlog. Aanhangers van links werden gemarteld, gefusilleerd en kregen levenslang. Men schat dat in die periode een half miljoen Spanjaarden omkwam.
De roman beschrijft het lot van twee families die door de burgeroorlog uiteenvielen. Spaanse ballingen die het land met lood in de schoenen verlieten en zich in Frankrijk verstigden, nemen een prominente plaats in het boek in. Enkelen hoofdpersonen vochten in Frankrijk (tegen de Duitsers) en in de Sovjetunie (samen met de Russen). Het boek stelt de wijze aan de kaak waarop de autoriteiten met solidaire Spanjaarden omgingen; sommigen van hen kwamen in gevangenissen en (concentratie)kampen terecht. Vele linkse Spanjaarden voelden zich in die tijd daadwerkelijk verworpenen der aarde.
Grandes situeert haar verhaal tijdens en na de Spaanse burgeroorlog. Ze is kritisch over de hypocriete houding van de geallieerden na de Tweede Wereldoorlog: in plaats van fascist en nazi-vriend generaal Francisco Franco te verdrijven, mocht hij blijven zitten waar hij zat. Ze beschrijft de gevolgen van de repressieve politiek van het Francoregime. Een van de beruchtste beslissingen was de 'Wet op de Politieke Verantwoordelijkheden' (1939) waarbij de Francogezinde autoriteiten het leven van Spanjaarden met linkse politieke ideeën zo goed als onmogelijk maakte.
Het land werd daarna systematisch van linkse elementen gezuiverd. Recht bestond niet meer, rechts destemeer. Angst regeerde, vertrouwen in de medemens was weg, nepotisme en corruptie tierden welig. Net als gevoelens van bitterheid en wraak onder de ballingen. Spanje was in die tijd voor veel mensen een slecht land om in te wonen. Het Francoregime zaaide tot 1975 terreur. Tot op de dag van vandaag worden meer dan 100.000 republikeinen vermist.
Ik was mij bewust van de burgeroorlog die het land splijtte, bezocht het stadje Guernica waar ik het indrukwekkende schilderij van Pablo Picasso met eigen ogen zag in het plaatselijke Museum voor de Vrede, wist van de moord op de homoseksuele dichter Federico García Lorca door de fascisten, maakte bewust het wetsvoorstel mee van de linkse regering Zapatero in 2006 die alle symbolen die herinneren aan de Francodictatuur uit het straatbeeld en het openbare leven verbande.
Desondanks was Grandes’ boek een eye opener voor mij. Ik vind het een aanrader voor iedereen die interesse heeft in Spanje en Spaanse geschiedenis.
Spanje wordt in het boek veelvuldig 'het kloteland' genoemd door enkele romanpersonages. Vanuit hun perspectief en in de historische context kan ik mij dat voorstellen. Ik zal voortaan anders aankijken tegen Spanjaarden van een zekere leeftijd. Net zoals ik dat deed toen ik mij realiseerde dat deze Zuid-Europeanen, autochtonen van het gastland waar ik permanent resident ben, nog maar 35 jaar in democratie leven...
Ook nu is het onrustig in het land. De gemiddelde werkeloosheid in Spanje bedraagt circa 20% en de werkeloosheid onder jeugdigen is nog schrikbarender: 40%. Het is dan ook niet verwonderlijk dat jongeren protesteren tegen de uitzichtloosheid van hun bestaan. Ze zijn ontevreden over de algehele gang van zaken en stellen de regerende partij van Zapatero hiervoor verantwoordelijk. L’histoire se répète en ik zit er met mijn neus bovenop.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten