Na enkele dagen in het Vaderland te zijn geweest,
reisden we gisteren bij nacht en ontij door naar Spanje. In die (korte) nacht
bleek er een dik pak verse sneeuw te zijn gevallen die onder mijn schoenen kraakte;
een geluid dat ik lang niet hoorde. De straten en geparkeerde auto‘s waren bedekt
met een witte deken. Mooi.
We reden (ongedoucht) naar het vliegveld waar
vriend Hugo een heleboel passagiers verwachtte. Hij had namelijk op de website gelezen dat er rond het tijdstip van onze Alicante-vlucht nog vijf andere vliegtuigen zouden
vertrekken. Op winterbanden zoefden we snel maar veilig naar Rotterdam; met veel
groene golven, slechts af en toe een late partyganger passerend.
We werden letterlijk
voor de incheckbalie afgezet. Ik trok de geleende fleecetrui uit en snelde naar
binnen. Brrr. De geleende reistas legde ik op de band en met belangstelling keek ik naar het gewicht: circa 3 kilo lichter dan enkele dagen ervoor...
Zo kwam ik er in de afgelopen dagen achter dat ook mijn nieuwe sandalen, die mij tijdens de recente rondreis door Maleisië uitstekende dienst bewezen, uit mijn gemaltraiteerde reistas waren verdwenen.
Zo kwam ik er in de afgelopen dagen achter dat ook mijn nieuwe sandalen, die mij tijdens de recente rondreis door Maleisië uitstekende dienst bewezen, uit mijn gemaltraiteerde reistas waren verdwenen.
Uiteindelijk werd het -inderdaad- heel druk in de terminal. In aanloop naar de beveiligingscontrolepost stond een rij
wachtenden over de volle breedte van het gebouw, haaks op de rijen van de
incheckbalies. Als ex-medewerker van het Terminal5-project op luchthaven
Heathrow zag ik het logistieke probleem scherp dat de layout van het gebouw met
zich meebrengt. De flow door het gebouw hapert. Ik herinner mij dat in de grote,
nieuwe terminal van Heathrow toentertijd de layout van de douanesectie de ontwerpers
grote hoofdbrekers bezorgde. Daar werden gelande passagiers met een roltrap naar
een hogere verdieping getransporteerd om daarna in een wachtrij terecht te
komen. Opstroping op een roltrap is ronduit gevaarlijk dus dat was geenszins ideaal.
Een vergelijkbare situatie deed zich op
luchthaven Rotterdam voor bij de gate: een lange rij wachtenden kronkelde door
de kleine wachtruimte. Toen de deuren open gingen en we naar de gereedstaande
vliegtuigen liepen, stroopte het wederom op en stond ik minutenlang in de
ijzige wind die door mijn katoenen truitje gierde. Mijn reismaatje annex liefje,
in regenjas (die van mij verdween uit mijn reistas), sloeg haar armen
beschermend -en liefdevol- om mij heen. Desalniettemin verwacht ik nog wel een
verkoudheidje maar wellicht zit het deze keer mee.
De zon zag ik vanuit het vliegtuigraam opkomen en
die ging pas uren later onder!
Het eerste dat wij deden na aankomst in huis was
het inrichten en aankleden van het terras. Daar werd het in de loop van de
middag 29 graden Celsius in de volle zon; in huis werd 19 graden gemeten. Het
is zo’n groot verschil met Nederland en toch slechts op twee uurtjes
vliegafstand. Mijn liefje en ik zeiden het maar weer eens tegen elkaar: dat was
nu precies de reden waarom we dit vakantiehuis 14 jaar geleden kochten. We zijn
blij weer thuis te zijn.
Vanmorgen om 5 uur was ik klaar met slapen. De
eerste papieren cijfercodepuzzel van Jan Meulendijks is opgelost. Ondanks het
vroege tijdstip was ik in bloedvorm. Mijn liefje volgde niet veel later. We
zullen nog wel even last houden van jetlag; het lichaam vertoeft na bijna drie
maanden Azië nog steeds in die contreien.
De reistassen zijn inmiddels uitgepakt, de tweede
wasbeurt wordt thans gedaan. De schadeclaim groeit. Ook de buis met zelfgeraapte
(dode) schelpen liep enige schade op maar die is niet te verhalen. De schoonmaakster
sopte en stofte in de afgelopen week mijn schelpenvitrine. Fraaie nieuwe
exemplaren kunnen er nog wel bij. Het is inmiddels 8 uur en de zon kwam zojuist op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten