Afgelopen week had onze grote kleine vriend Yuda op Bali examenweek. Hij
zit op een internationale lagere school met drietalig onderwijs dat op
Montessori-leest is geschoeid. Hij zit nog even in klas 2 maar telt de dagen af
totdat hij naar klas 3 mag overgaan. Ik vind dat grappig. Het kereltje is ervan overtuigd dat het onderwijs
leuker wordt in de derde. Ik begrijp wel hoe dat in zijn koppie werkt:
leerlingen van die klas gingen afgelopen schooljaar vaker op reis en deden meer
veldonderzoek dan hij met zijn klas. Nu maar hopen dat ze het programma volgend
jaar niet omgooien!
Vanaf maandag werden we door moeder Elsa via Whatsapp op de hoogte
gehouden van het verloop. De eerste dag deed hij examen voor burgerzin en
bahasa Indonesia (Indonesische taalvaardigheid). Het ging goed volgens de geëxamineerde.
Hij was net zo tevreden als de meester: hij behaalde 10en voor beide vakken. Qua
burgerzin aardt hij niet naar zijn af en toe recalcitrante en soms intense witte
surrogaatoma’s! De dag erna stonden Matematika en Agama op het programma,
rekenen en godsdienstleer. Dat was iets moeilijker, naar verluidt. Dag drie
bestond uit een test van moedertaal bahasa
Bali en wederom bahasa Indonesia. Donderdag werd de examenweek afgesloten met nogmaals
een rekentest. Volgens Yuda ging die ‘good again’. Het onderwijsniveau op Yuda’s
internationale school ligt voor sommige vakken hoger dan het niveau op een uitsluitend
Indonesische school en daarom vinden wij het belangrijk dat hij juist daar
leerling is. Voor die vakken legde hij dus twee tests af. Hij is over, kita
senang!
We zijn trots op het brave ventje en zijn jongere broer. De jongste is
leerling op een -eveneens internationale- kleuterschool maar die heeft geen
examenweek. Op de foto staan ze in de (betonnen) voortuin van het eigen huis. Het laatste
gezamenlijke kattenkwaad: elkaars haren knippen. Een mooi stel, ondanks hun
rafelige randjes. De Nederlandse filosoof Kasper van Royen introduceerde onlangs de
uitdrukking ‘schattigheidsexhibitionisme’ in een artikel getiteld Sharenting in NRC.Next. Het woord is een
samentrekking van sharing & parenting, het door (groot)ouders plaatsen
van foto’s van (klein)kinderen op sociale media. Van Royen haalde onlangs alle foto’s
van zijn dochtertje van Facebook. Hij raakte bezorgd over commercieel
hergebruik ervan en vond het bij nader inzien raar dat zijn persoonlijke
foto-album door iedereen kon worden bekeken. Ik plaats regelmatig foto’s van de
Balinese mannetjes op mijn blog maar ben mij altijd bewust van hun beeld. Ik let
erop dat er niets wordt getoond waarvan ze later last zouden kunnen krijgen.
Deze week las ik in de Bali Updater
over Anak Agung Gde Benny Sutedja, familielid van het vorstendom van Jembrana
in het zuidwesten van Bali. Ter info: Bali kende ooit negen vorstendommen; na
de oorlog tegen de Nederlandse kolonisator bleven er, na bloederige puputans, slechts
drie over. Precies 110 jaar geleden “pacificeerde” Nederland Bali op bloedige wijze.
Daarover leerde ik niets tijdens vaderlandse geschiedenisles, het stond in geen
enkel geschiedenisboek vermeld. Tja. De nazaten van die koninklijke families
leven tot op de dag van vandaag in paleizen op het eiland. Het koninklijke paleis
van Ubud kun je hedentendage bezoeken.
Via het provinciale bestuur van Bali vroeg het oudste kind (Anak Agung) Sutedja
de centrale regering van Indonesië om rehabilitatie van zijn vader Anak Agung
Bagus Sutedja die Bali’s eerste gouverneur werd in 1958. Hij was de zoon van de
laatste Raja van Jembrana. De man was overtuigd aanhanger van Sukarno. Hij zou
lid zijn geweest van de PKI, de Indonesische Communistische Partij, maar dat
werd nooit bewezen. Benny deed dat verzoek bij de presentatie van zijn boek“The
Story of the Kidnapping of Anak Agung Bagus Sutedja”. Ik zal het niet
kunnen lezen want het is geschreven in bahasa Indonesia. Zijn vader werd in
1966 gekidnapped en hoogstwaarschijnlijk vermoord door een jeugdbende van
Soeharto. Het boek schildert de voormalige gouverneur af als een visionaire
leider die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van het onderwijs op
Bali; hij hielp mee aan het opzetten van de inmiddels internationaal erkende Udayana
University in Denpasar.
Benny Sutedja is van mening dat de familie met terugwerkende kracht recht
heeft op salaris en pensioen van zijn vermoorde vader. Hij doet een beroep op
de Indonesische autoriteiten om de rechten van zijn vader in ere te herstellen.
De familie deed eerder een dergelijk verzoek aan de toenmalige goeverneur IB
Mantra maar kreeg nooit een reactie. De familie kreeg jarenlang te maken met
discriminatie en beledigingen. Sutedja Jr. vindt dat niet alleen de goede naam van
zijn vader moet worden hersteld maar die van alle onschuldige slachtoffers van
de geweldadige 30 September Beweging.
“Respect and honor them as human beings.”
Nóg een geschiedenislesje: de Indonesische Communistische Partij steunde Sukarno (die geen communist was) in zijn strijd tegen de Nederlandse kolonisator. Na de onafhankelijkheidsverklaring in augustus 1945 werd hij de eerste president van Indonesië. In 1965 vond een militaire staatsgreep plaats onder leiding van de rechtse generaal Suharto. Communisten werden tot staatsvijand nr 1 verklaard. Tot die categorie behoorden vakbondsmensen, linkse intellectuelen, etnische Chinezen, boeren die land kwijtraakten tijdens de kolonisatie en alle anderen die na de onafhankelijkheid streden voor herverdeling van de rijkdom. Ketut, vader van Yuda, vertelde mij jaren geleden over deze kwestie. Zijn familie op Bali zou in 1965-1966 ook slachtoffer van de communistenjacht zijn geworden.
Nóg een geschiedenislesje: de Indonesische Communistische Partij steunde Sukarno (die geen communist was) in zijn strijd tegen de Nederlandse kolonisator. Na de onafhankelijkheidsverklaring in augustus 1945 werd hij de eerste president van Indonesië. In 1965 vond een militaire staatsgreep plaats onder leiding van de rechtse generaal Suharto. Communisten werden tot staatsvijand nr 1 verklaard. Tot die categorie behoorden vakbondsmensen, linkse intellectuelen, etnische Chinezen, boeren die land kwijtraakten tijdens de kolonisatie en alle anderen die na de onafhankelijkheid streden voor herverdeling van de rijkdom. Ketut, vader van Yuda, vertelde mij jaren geleden over deze kwestie. Zijn familie op Bali zou in 1965-1966 ook slachtoffer van de communistenjacht zijn geworden.
De Canadese historicus John Roosa stelt in zijn boek ‘Pretext for Mass
Murder: The September 30 Movement and Suharto’s Coup d’Etat’ (2006) dat in
minder dan een jaar tijd in Indonesië meer dan één miljoen zogenaamde communisten
werden vermoord. Ik lees af en toe een hoofdstuk in het boek.
Het boek van Sutedja bevestigt het historische feit dat ook Bali in de
nasleep van de militaire staatsgreep te maken kreeg met de gewelddadigste
moorden in de geschiedenis van Indonesië. Sutedja noemt in zijn boek het aantal
van 80.000 à 100.000 vermeende communistische Balinezen die zouden zijn
omgebracht. Mensen werden door paramilitaire troepen -gerecruteerd uit de
bevolking- ontvoerd, naar afgelegen plekken gevoerd en massaal vermoord. Dat werpt een heel ander licht op het Eiland van
de Goden.