Op vrijdagmiddag jongstleden liepen we een Balinese enquêtrice tegen het lijf die ons de vraag stelde
wat wij het liefst zouden willen zien verbeterd op het eiland van de Goden. Dan
kun je wel ‘korupsi’ of iets dergelijks roepen maar zo’n mevrouw kan daarmee niet uit de
voeten. Dus mijn liefje en ik zeiden bijna in koor: ‘sampah’ (afval). Eerder die dag was ons echter opgevallen
langs het strand dat het er schoon was. Ik zag alleen maar schelpen. In Kuta
waren de trottoirs tevens mooi en veilig gemaakt. Mijn liefje merkte bovendien op
dat er nauwelijks zwerfhonden waren te zien. Goede ontwikkelingen.
Onze bonte avond in het zuiden was een feestje. We deden eerst een rondje
door de shopping mall Beach Walk en zegen toen neer voor tapas bij een
restaurant dat we elk jaar wel een keer aandoen. Een manager herkende ons van
voorgaande jaren. We lopen niet naast onze schoenen maar hij komt uit Singaraja
en daarover spraken we vorig jaar uitgebreid. Ik herinner mij hem niet alleen vanwege
zijn grappige hoektanden maar ook omdat hij toen vertelde dat hij gemiddeld eens
in de drie à zes maanden huiswaarts keert, tenzij er belangrijke ceremonies
zijn in de familie of woonomgeving. Moet je je voorstellen: wij leggen jaarlijks
tienduizenden kilometers af, hij gaat af en toe op de brommer van de ene kant
van het eiland naar de andere. Zijn zoontje wordt volgende maand vijf jaar. Ik
hoop dat dit voor zijn baas reden genoeg is om hem te laten afreizen.
Aan ons tafeltje kregen we bezoek van Vino
Talenta, een professionele goochelaar die in 2011 de Bali Magic Competition
won. Hij is 24 jaar, Balinees, alleenstaand en Hindoe. Mijn liefje zat op te scheppen over
mijn persoontje... dat ik ooit goochelles kreeg van een Fransman die ooit wereldkampioen
werd op dat vakgebied. Het is niet onwaar. 15 jaar geleden zeilden we namelijk op
de Club Med 2 en het vermaak bestond toentertijd uit gastoptredens van goochelaars
van wereldniveau. Dat maakt mij echter nog geen collega van hen, al had ik
aanleg volgens de heren. Goochelen blijft echter boeien. Vino deed een aantal
kaarttrucs pal onder mijn neus en ik moet zeggen: hij was goed. Op de foto is duidelijk
te zien wie de goochelaar is.
Nog niet zo lang geleden maakte ik een aftelkalender die 100 dagen moest
overbruggen, nu ligt de hereniging met de mannetjes en hun moeder in Bali
alweer achter ons. Zaterdagmiddag kwamen ze naar ons toe en het was als vanouds:
spontaan, emotioneel en enthousiast. De kado’s vielen in goede aarde. Alleen de
broeken waren veel te wijd. Elsa mat hun heupwijdte op maar was waarschijnlijk
in dromenland toen ze het deed en het doorstuurde. Wij deden het over en het
scheelt ruim tien centimeter per kind. Tja.
Vooral de AH-app waarmee foto’s van kereltjes-met-dino’s kunnen worden
gemaakt, vonden ze fascinerend. Yuda’s Engels gaat gestadig vooruit. Wij spreken
hem nu hoofdzakelijk in die taal aan en dat gaat goed. Het geschenk dat hij ontving
van Joan & Ben (pop Freek Vonk en miniatuur-dinosaurussen) ging linea recta
naar het museum in zijn kamer. De dinky toys werden zonder morren onderling verdeeld,
de eerste platen zijn ingekleurd, zowel met waterverf als met de nieuwe Spiderman-kleurpotloden.
Het bezoekschema ligt vast en iedereen is tevreden. Zo gaan we voor het eerst
met de bijna 6-jarige Damai een ochtend alleen doorbrengen, al vindt hijzelf
dat hij ook best mee mag komen op Yuda-dag. Die dag houden we echter al zes
jaar aan en daaraan veranderen we niets. Afgelopen weekend ging de trukendoos
open, in het zwembad deze keer. 15 seconden onder water, een beweging uit het verhaal 'De Vissenprins', borstcrawl met de koppies in het water zoals ik het doe… Er werd druk geexperimenteerd. Ik ben blij dat ze beiden
waterratten zijn.
De kereltjes lijken fysiek op elkaar maar qua karakter zijn ze elkaar tegenpolen - al hebben ze onder andere de liefde voor zwemmen gemeen. Yuda is de introverte, Damai is extravert. De oudste is heel gevoelig, de jongste lijkt minder snel aangedaan. Damai kan zichzelf heel goed vermaken, Yuda is snel afgeleid en vraagt aandacht. Het ene is niet beter dan het andere, wat ons betreft. We zijn bofkonten dat we het van dichtbij mogen beleven.
De kereltjes lijken fysiek op elkaar maar qua karakter zijn ze elkaar tegenpolen - al hebben ze onder andere de liefde voor zwemmen gemeen. Yuda is de introverte, Damai is extravert. De oudste is heel gevoelig, de jongste lijkt minder snel aangedaan. Damai kan zichzelf heel goed vermaken, Yuda is snel afgeleid en vraagt aandacht. Het ene is niet beter dan het andere, wat ons betreft. We zijn bofkonten dat we het van dichtbij mogen beleven.
Zondagochtend skypten we met pak Ketut die stikjaloers is. Bij die
gelegenheid meldden we formeel dat we hem voortaan Sudi gaan noemen. Vandaag begint Yuda’s toetsweek op school. Hij hoeft er niets extra’s voor te leren dus
dat komt goed uit. Zijn gedachten zullen deze week ongetwijfeld afdwalen. Toen
we gistermiddag met alle kado’s in tassen naar Elsa’s auto liepen, vroeg een
duidelijk verontruste Yuda of we alweer weggingen. Nee, hoor. One month to go! Zijn
volgende vraag was hoeveel dagen dat dan precies betreft.
Voor vanavond zijn wij -met circa 150 anderen- uitgenodigd voor het jaren’60-feest
van de Australiër Richard, getrouwd met de Balinese ibu Tini en mede-eigenaar
van het resort waarin wij thans verblijven. Hij viert zijn 60ste
verjaardag. Zijn broer, zus, neven, nichten en vrienden kwamen over van Down
Under.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten