Twee weken na de Semana Santa vindt op vele plekken in Spanje de Feria de Sevillanas plaats; ook in ons
dorp, een actieve, typisch Spaanse gemeenschap. Toen mijn liefje en ik ons hier lieten inschrijven
in het gemeenteregister gingen we tevens langs het toeristenbureau om ons aan te
melden. Sindsdien ontvangen we elke week een mail met plaatselijke bezienswaardigheden
en festiviteiten; in Spaans en Engels.
Afgelopen weekend parkeerden we de auto op het parkeerterrein van het
openbare zwembad. Pilar beschikt over een verwarmd, overdekt binnenbad dat de overkapping
kan openen en over een groot buitenbad dat alleen in de zomermaanden open is.
Toen ik langs het uitgestrekte sportterrein liep, viel mij op dat er Olympische
ringen boven de ingang staan. Het zwembad heb ik zelf nog niet bezocht maar ik
weet dat het olympische afmetingen heeft. Of die aanduiding verder nog
betekenis heeft, is mij niet bekend. Wij betalen nu
meer gemeentebelasting dan in onze vorige woonplaats maar als burgers krijgen we er meer
voorzieningen (zoals zwembaden) voor terug. Gisteren, zeker in zo’n feestweekend,
werden de wegen geveegd en de vuilnisbakken geleegd op de trottoirs.
Onderweg naar het feestterrein zagen we uit alle straten traditioneel
geklede mannen en vrouwen komen. En we zagen paarden, los of als span voor
wagens; beladen en leeg. Eenmaal op het terrein -dat gratis toegankelijk was-, vroeg ik aan de eerste de beste dame in klederdracht waarom dit feest zo heet
en waarom het met die naam juist hier speelt. Wat heeft Pilar met Sevilla?
Wonen er soms veel Sevillanen in Pilar de la Horadada? Ik bleek lauw, veraf van
de verklaring. Het heeft niets met eventuele inwoners uit Sevilla te
maken.
Het feest vindt zijn oorsprong wel in die stad. Het begon in 1847 tijdens
een veemarkt. Het jaar daarop kwamen er drie punttenten (‘casetas’) te staan,
het jaar daarop meer en dat bleef zo doorgaan tot het jaar 1920, toen het feest
-ook wel Feria de Abril genoemd-, was
uitgegroeid tot het grootste jaarlijkse feest van de stad. Inmiddels is het een
nationale aangelegenheid. Veele steden in Spanje organiseren het, allemaal precies twee weken na Pasen. Net als in Sevilla, duurt het feest hier vijf dagen (vanaf donderdag).
Wat ik evenmin wist, is dat de Sevillana ook een dans is die op flamenco lijkt maar toch anders is. De bewegingen zijn minder complex en meer repeterend dan die van flamenco. Vrouwen dansen ook met vrouwen, zoals we later in een van de casetas zagen.
Op de dag dat wij het bezochten, kwamen alle paarden-en-wagens en individuele ruiters te paard op een pleintje samen om zich te laten bewonderen. Dat gold voor twee- en vierbenigen. Dames, jong en oud, waren gekleed in traditionele flamenco-jurken; inclusief een bloem in het haar. Mannen, jong en oud, droegen hun ‘traje corto’. Ook de paarden waren versierd. Naast ons, vermaakte zich een grote groep goedgeklede gitanes uitstekend.
Na het middaguur begon de ‘Paseo de Caballos’ door het stadscentrum.
Spanjaarden houden van processies, vele voetgangers liepen achter de bonte
stoet aan. Een van onze Spaanse buren is overigens ook paardenmenner al herkende ik hem niet in de optocht.
Ik keek gefascineerd toe hoe een baby in vlammend rood flamenco-jurkje van hand tot hand ging. Een vrouw zat achterop het paard van haar macho kerel en drapeerde de grote sleep van haar jurk kuis over de kont van het paard. 't Paste precies! Het is dat ik niets met paarden heb maar bij enkele stoere amazones had ik wel achterop willen springen. (Ik had natuurlijk moeten typen: het is dat ik niet meer kan springen maar ja...)
Ik keek gefascineerd toe hoe een baby in vlammend rood flamenco-jurkje van hand tot hand ging. Een vrouw zat achterop het paard van haar macho kerel en drapeerde de grote sleep van haar jurk kuis over de kont van het paard. 't Paste precies! Het is dat ik niets met paarden heb maar bij enkele stoere amazones had ik wel achterop willen springen. (Ik had natuurlijk moeten typen: het is dat ik niet meer kan springen maar ja...)
Naar Sevillaanse traditie, boden ook onze vrolijk aangeklede casetas tapas
en een drankje. Onze rekening was €20. Mijn liefje las in een lokale krant dat Sevillanen tijdens de festiviteiten €150 per persoon, per dag uitgeven. Hier was het aanbod niets bijzonders, op één hammetje na: een pop met roos in het haar, omwikkeld met jamón
ibérico. Tja. Het bezoek leverde aardige plaatjes op. In mei leggen alle vogels een ei en vandaag zijn alle Spanjaarden vrij. Het
is weer even druk in onze straat. We leven in een land met rijke tradities.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten