Illustratie: Michael Leunig |
Het zijn goede tijden om veel te lezen in het herstelhotel, de
plek waar ik momenteel het gelukkigst ben. Mijn liefje kocht -naast enkele hulpmiddelen- ook een nieuw eenpersoonsbed dat nu in mijn werkkamer staat. In Spanje heb je niet
zoiets als een Thuiszorgwinkel waar je spullen kunt huren; als je hier iets
nodig hebt, schaf je het aan. Zelf had ik het idee dat ik met krukken, een steuntje
in de rug en veel doorzettingsvermogen wel de trap op en af zou komen maar de
chirurg vond dat geen goed idee.
Zij ging dus zonder mijn medeweten op zoek naar een goed bed. Dat vond ze. Het is een houten frame met lattenbodem en elektrische
bediening waardoor zowel de rugleuning, het middengedeelte als het voeteneinde los
van elkaar in de gewenste stand kunnen worden gezet. Het geheel is voorzien van
een comfortabel matras.
Er is zoveel dat je niet mag na zo’n heupoperatie. Je zou er huiverig van
worden! De kans dat de kop uit de kom schiet (luxatie), is vooral in de eerste
zes herstelweken aanwezig. Mijn geopereerde been moet te allen tijde in een
hoek van 90 graden of meer staan, nooit minder. Als het gebeurt, ben je
-naar verluidt- nog niet jarig: er moet dan opnieuw een operatie plaatsvinden. Het
bed heeft de juiste hoogte: als ik op de rand zit, maken mijn benen een hoek
van 90 graden; precies zoals voorgeschreven.
Mijn liefje bedacht vervolgens dat het bed in een bepaalde richting moest
staan zodat ik mijn goede been als eerste op het matras kon leggen bij het instappen.
Dat had ze goed bedacht. Bij het uitstappen, moet je de heup met de prothese
als eerste op de grond zetten. Een van de leukste verpleegsters leerde mij een
trucje: met de voet van je sterke been ondersteun je de enkel van het zwakkere
been waardoor je beide benen veilig omhoog takelt. Toen ik mij voor de eerst keer
op die manier op het bed vlijde, kostte dat veel energie. Inmiddels zwier ik
beide benen in een vloeiende beweging en zonder schroom door de lucht.
Over de nachtrust in dat heerlijke bed heb ik het maar niet; die is
ronduit belabberd. Voorlopig moet ik op mijn rug slapen en dat is een crime voor
een zijslaper als ik. Boeken liggen binnen handbereik dus ik pas er een mouw
aan. “Early to bed and early to rise, makes a woman healthy and wise”,
aldus mijn eigen variant op een uitspraak van Benjamin Franklin.
Mijn veellezerij betrof in de afgelopen week de volgende werken.
‘Pandora’s Lab: Seven
Stories of Science Gone Wrong’ (2017) van Paul A. Offit. Hij is medisch
specialist op het gebied van infectieziekten en expert in vaccines, immunologie
en virologie. Het boek ontstond na een bezoek aan een tentoonstelling waar hij
met zijn zoon, eveneens arts, de 100 beste uitvindingen ter wereld bekeek. Hij
bedacht ter plekke dat het ook interessant zou kunnen zijn om de slechtste
uitvindingen ter wereld uit te zoeken. Offit begon met 50 gevallen en reduceerde die tot zeven uit de hand
gelopen uitvindingen die elk een hoofdstuk beslaan. Allemaal beginnen ze als
een ontdekking die de wereld beter maakt, totdat de uitwassen kwalijk worden.
1) Papaver was hét middel tegen pijn totdat afgeleide toepassingen als opium/morfine/heroïne/pijnstillers verslavend werden voor miljoenen mensen; tot op de dag van vandaag.
2) Margarine werd ontwikkeld als een beter en gezonder alternatief voor boter totdat men de dodelijke werking van transvetten ontdekte.
3) De Duitse chemicus Fritz Haber (Nobelprijswinnaar) maakte stikstof vloeibaar waarna synthetische kunstmest ontstond. Veel meer aardbewoners konden nu worden gevoed. Deze ontdekking leidde echter ook tot de ontwikkeling van mosterdgas en Zyklon B. – onder leiding van dezelfde wetenschapper!
4) De Portugese neuroloog Egas Moniz (Nobelprijswinnaar) verwijderde als eerste (delen van) de frontale kwab bij mensen met angststoornissen: lobotomie was geboren. Vooral in de VS werd deze onbewezen behandelmethode op grote schaal misbruikt in de periode 1930-1970.
5) Eugenetica begon onschuldig als plantenveredelingsmethode, ontdekt door een Augustijnse monnik in Moravië. De Duitser Gregor Mendel paste de theorie vervolgens toe op dieren waarna de Brit Francis Galton het toepaste op mensen. Diens boek ‘Hereditary Genius’ over rassenzuivering waaide in het begin van de 19e eeuw over naar de VS waar die ideeën werden toegepast in de vorm van grootschalige, gedwongen sterilisaties bij specifieke bevolkingsgroepen. Uiteindelijk werd het gedachtegoed door Hitler ontdekt en omarmd en dat leidde tot de Endlösung; de rest is geschiedenis.
6) De Duitser Othmar Zeidler ontwikkelde DDT in 1874; zonder doel alleen om te kunnen afstuderen op ‘iets nieuws’. In 1939 ontdekte de Zwitser Paul Müller (Nobelprijswinnaar) de formule. Hij vond uit dat DDT allerlei ziekte verspreidende insecten doodde en maandenlang zijn functie behield; zijn bedrijf begon met de grootschalige productie van het middel. Tijdens WO2 werd het door de Britten en Amerikanen gebruikt als middel tegen tyfus, overlevenden van concentratiekampen werden ermee ontluist. Amerika’s meest vooraanstaande natuurvorser Rachel Carson publiceerde in de jaren ’60 van de vorige eeuw een boek over de ondergang van haar Hof van Eden door grootschalig DDT-gebruik in de landbouw, getiteld ‘Silent Spring’. Ze was ervan overtuigd dat DDT dieren doodde en leidde tot ernstige chronische ziekten bij mensen. Het publiek schrok zich rot, het begin van een milieubeweging was een feit. Critici waren echter van mening dat het boek “was heavy on prose, light on science”. Niet al haar claims konden wetenschappelijk worden gestaafd. Desondanks werd DDT in 1972 in de VS verboden, niet lang daarna in de hele wereld. Het middel, dat in kleine doses ook effectief bleek tegen malaria, gele koorts en knokkelkoorts werd daarmee miljoenen mensen onterecht ontzegd.
7) De Amerikaanse genie en vredesactivist Linus Pauling (tweemaal Nobelprijswinnaar) was de eerste die quantum-fysica koppelde aan scheikunde. Hij was de vader van de moleculaire biologie. In de jaren ’60 van de vorige eeuw viel hij echter van de intellectuele klif toen hij verklaarde dat DNA een triple-helix was; anderhalf jaar later bleek zijn fout. Daarna ging het sneller bergafwaarts met de wetenschapper in hem: met de ontdekking van vitamines en supplementen dacht hij de oplossing voor een eeuwige jeugd, zelfs eeuwig leven te hebben ontdekt. Pauling ging zelfs zover te verklaren dat vitamines kanker konden genezen. De Mayo Clinic deed grootschalig onderzoek en vond daarvoor geen enkel bewijs. Pauling bleef volharden in zijn denken, zette een orthomoleculair centrum op in Menlo en ging samenwerken met een jonge, veelbelovende chemicus. Die ontdekte dat megadoses vitamine C (10.000mg per dag; de dosis van Pauling en zijn vrouw) kanker veroorzaakte in muizen. Hij waarschuwde zijn baas maar die ontstak in woede en ontsloeg hem. (Saillant detail: mevrouw Pauling overleed aan maagkanker.) Vitamines zijn goed voor ons, antioxidanten in voedsel voorkomen kanker en hartziekten maar je kunt teveel van iets goed innemen.
Ik vond dit een ge-wel-dig boek: eerlijk, informatief en leerzaam! Het is niet te bevatten hoe wetenschappers van formaat, mensen die groot werden met feiten en data, de weg kwijtraken of hun morele kompas verliezen. Laten we
leren van het verleden en ‘It’s All
About the Data’, zijn twee van zijn
wijze lessen. Wat mij als lezer ook aansprak, is dat Offit zijn kritische mening
niet onder stoelen of banken steekt.
‘Ararat’ (2017) van de
Amerikaanse bestseller auteur Christopher Golden. Zijn spannende thriller speelt
zich af op de berg Ararat in Turkije, de vermeende vindplaats van de Ark van
Noah. Na een zware aardbeving ontstaat er een opening in de bergwand. Er blijkt
een eeuwenoud, houten schip te liggen. Twee Amerikaanse avonturiers met
klimervaring (hij joods, zij moslima) vormen het eerste gezelschap dat onder
begeleiding van een plaatselijke gids op zoek gaat en het gevaarte met eigen
ogen aanschouwt. Een uitgebreid team van archeologen en andere wetenschappers
van over de hele wereld, een katholieke pastoor met kennis van oude talen en
een filmproducent gaan ter plekke nader onderzoek doen. Na opening van een
sarcofaag (ook een doos van Pandora!) ontwikkelt het horrorscenario zich in snel
tempo. Het vervolg deed mij denken aan Agatha Christie’s ‘Tien kleine
negertjes’ (als je begrijpt wat ik bedoel)… Niet eng, heel goed doordacht en
goed geschreven. De twist op de allerlaatste bladzijde maakt het een heel
bijzonder verhaal.
‘Wie (niet) reist is
gek’ (2017) van de Nederlandse hoogleraar Psychologie en auteur van
succesvolle populair-wetenschappelijke boeken dr Ap Dijksterhuis. Het is een
boek naar mijn hart, een feest van herkenning is voor reislustige types.
Dijksterhuis is net als ik verslaafd aan reizen; liefst zo ver weg en zo lang mogelijk.
In zijn boek geeft hij zes goede redenen om op reis te gaan, gelardeerd met uitkomsten
van wetenschappelijk onderzoek en hier en daar gerelateerde uitspraken van wereldberoemde reizigers. Een van mijn favoriete auteurs van reisboeken, Paul Theroux, wordt onder andere aangehaald. Die zei dat reizen niets meer en niets minder is dan een zoektocht naar de plek waar je het
gelukkigst bent. Dijksterhuis introduceert nieuwe begrippen als wegwee, euforische ontheemdheid en nostargie. Ik wijd hier niet verder uit omdat ik een
separate blog aan zijn boek wil wijden. Zijn mooiste plaats op aarde, de plek
waar hij als reiziger het gelukkigst was? Tempelstad Bagan (Myanmar), waar mijn
liefje en ik in januari 2017 waren!
‘The Fix’ (2017) van een
van de succesvolste bestseller auteurs: David Baldacci; dit is deel drie in de
Amos Decker-serie. Decker is een voormalige American Football-held die een zeer
ernstig hoofdtrauma opliep tijdens een wedstrijd en sindsdien lijdt aan
synesthesie: hij heeft een fotografisch geheugen en kan bovendien niets
vergeten van wat hij -bewust of onbewust- waarneemt. Een zware belasting voor
hem persoonlijk maar een aanwinst nu hij speciaal agent is van de FBI. Decker is
ooggetuige van een moord op klaarlichte dag en daarmee raakt hij verzeild in
een complexe spionagezaak met mogelijk grote gevolgen voor de Verenigde Staten.
Baldacci doet Koude Oorlog-tijden herleven, inclusief Russische hackers en een geplande
aanslag op de FBI. De puzzel bestaat uit duizenden stukjes die maar niet op hun
plaats willen vallen. Decker brengt het tot een goed einde. Een echte page
turner, met een beetje liefde en veel spanning.
Het zijn stuk voor stuk aanraders, wat mij betreft. Boeken behoren tot mijn beste vrienden. In hun gezelschap vliegen de dagen om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten