Mijn liefje werd al enkele weken bestookt met brieven van het Spaanse Bureau
voor de Statistiek. Doorgaans gingen die rechtstreeks de papierbak in voor
recycling. Waarom zouden zij interesse in haar persoontje hebben? Wij konden
het niet bedenken. Totdat zich iemand persoonlijk meldde aan onze poort. O-o. We
hadden net vriendin Joan op bezoek voor een kopje koffie toen onze huisbel
luidde. Een grote vrouw met een stapel papieren onder de arm vroeg naar mijn
liefje. Ze meldde dat ze van INE was, het Nationaal Bureau voor de
Statistieken. Ik zei daarop dat ik mij bewust was dat mijn vriendin een brief van
hen had ontvangen. “¡Muchas cartas!”, corrigeerde ze mij.
Dat leek mij een goed moment om de geadresseerde persoonlijk naar het terras te
roepen.
Het bleek te gaan om ‘La Encuestra de Población Activa’, een breed
onderzoek onder de actieve bevolking waaraan elke geselecteerde verplicht dient
mee te werken volgens Spaanse wetgeving van 1990 en 1996. Sinds 1964 wordt dat onderzoek
elk kwartaal uitgevoerd. Adressen worden willekeurig gekozen en iedereen op dat
adres moet aan de enquête deelnemen. Dat wisten wij niet! Een dag niet geleerd,
is een dag niet geleefd. Het betekende dat ook ik zou worden ondervraagd. We zijn
één van de 70.000 families die dit overkomt. De eerste keer komt Adela-de-Akela
zelf aan de deur, de vijf (!) keren erna kan worden volstaan met een
telefonisch gesprek van circa één minuut. Zij bellen, wij antwoorden.
Nu ze er toch was, vroegen we of ze ook een kopje koffie wenste. Ze kon
een cortado wel waarderen. Mijn liefje ging als eerste in de beklaagdenstoel om
te worden ondervraagd. Ik denk dat Adela op ons werd afgestuurd omdat
zij een beetje Engels spreekt, al was ze blij dat wij een beetje Spaans
spraken. Mijn
liefje stond erop dat ze Spaans spraken. Zij zit toch niet voor niets op Spaanse
les! Akela is niet alleen groot, ze heeft ook een luide stem. Om mijn liefje
tegemoet te komen, begon ze niet alleen langzamer te spreken, ze deed het ook
met meer volume… Dat mocht echter niet baten.
Bij onze Spaanse en Deense buren waren op dat moment arbeiders uit Moldavië
aan het klussen. Ze betegelen daar de wanden rondom het huis; er wordt
gesneden, geschuurd en gebeiteld. Die buren vertrokken, wij bleven. Bij tijd en
wijle was de geluidsoverlast zo erg dat wij het niet op eigen terras uithielden
en deuren en ramen sloten. Tijdens hun siësta gooiden wij alles open. Toen Mevroi de Statistica haar vragen op mijn liefje afvuurde, waren de arbeiders net
bezig de stalen poort uit de voorgevel te slopen. Een gesprek was niet mogelijk.
We vroegen hen dan ook even te stoppen. Over het muurtje luisterden ze met
interesse mee met de ondervraging. So much for privacy. De klus is inmiddels
geklaard, we halen opgelucht adem. Bij ons betegelden ze alleen de buitengevel
van de poort. Zo heeft dit deel van de straat dezelfde façade.
Adela begon fout: we waren Duits, nietwaar? We worden hier vaker op één
hoop gegooid. Op de vraag naar de familiesamenstelling vertelde mijn liefje dat
ze een “novia” (vriendin) heeft terwijl ze in mijn richting wees. Waren we
gehuwd? Nee, dat niet. Ze is geen “esposa” (echtgenote). Dat zal ik ook nooit
worden maar dat hoeft de akela niet te weten. Ging het dan wel om een “novia con amor?”
Ja, dat wel! Mijn liefje en ik moesten lachen om die uitdrukking; die onthouden
we.
Mijn liefje had net haar geboortedatum opgegeven en verteld dat ze
‘jubilada’ was (gepensioneerd) maar toch kreeg ze de vraag of ze werkte. Adela
werkte haar lijstje af. Die vraag was des te opmerkelijk als je beseft dat de
pensioengerechtigde leeftijd voor Spanjaarden relatief vroeg wordt bereikt, in
vergelijking met andere landen van de Europese Unie. Pas in 2027 zal men hier
op 67-jarige leeftijd met pensioen gaan. (Tien jaar later dan voor ons,
Hollanders!) Voor Spaanse vrouwen komt dat moment nóg later.
Zouden we volgende week aan de slag gaan als we een leuke baan zouden
vinden? “Nee” was ook mijn resolute antwoord. Met grote ogen vroeg ze
mij waarom niet? (Ik schrijf haar verbijstering toe aan mijn jeugdige voorkomen...)
Quasi-niet
begrijpend keek ik haar aan. Dan zou ik toch geen tijd meer hebben om te
zwemmen, fietsen, koken en reizen?! Zij zuchtte diep en zei dat ze nog héél
lang zou moeten doorwerken. Ik kon mij niet aan de indruk onttrekken dat zij dacht
met miljonairs van doen te hebben.. Ik begon maar niet over het nut van sparen, iets
waar Hollandse generatiegenoten goed in zijn.
De werkelijkheid is dat als ik zou moeten werken om in ons
levensonderhoud te voorzien, ik direct op zoek zou gaan naar iets passend. Dat
is onder de huidige omstandigheden echter niet aan de orde. Zelf denk ik niet
dat ik nog aan de bak zal komen als professioneel consultant maar huizen
verkopen in een bouwlustig Spanje zou een polyglot als mij toch moeten lukken?!
Ex-minister president Rajoy ging immers ook weer aan de slag als
onroerendgoedregistrateur in Santa Pola.
Had ik dan inkomen? Toen ik daarop ontkennend antwoordde,
zei Adela dat mijn pensioengerechtigde liefje wel heel veel van mij moest
houden. “¡Si!
Hace 30 años…”
Studeerde ik? Ja. Wat? Leg dan maar eens in je beste Spaans uit wat
literatuurwetenschap inhoudt; er is immers geen Spaanse equivalent. Studeerden
we nog steeds? Jawel, Duolingo Spaans, elke dag minstens een uur. Ze noteerde
het braaf. We gingen vrienschappelijk uiteen, met dikke kussen op beide wangen.
Dat is eveneens typisch Spaans.