Translate

woensdag 12 augustus 2020

Etnisch profileren


'Sea Siren' - Barefoot on the Beach

Het overkwam mij onlangs. Nu ga ik er als witte, geprivilegieerde vrouw van middelbare leeftijd (nee, geen Karen) niet over zeuren maar het voorval wil ik wel beschrijven. Mijn liefje en ik waren aan zee. We hadden zojuist een uurtje in het water gelegen en kwamen eruit. Doorgaans laten we ons meevoeren door wind en stroming. We stapten aan het einde van de wandelboulevard bij de groene vlag in het water en kwamen er ter hoogte van de vroegere Chiringuito Ramón uit; er zit ongeveer 400 meter afstand tussen die punten. We liepen daarna keuvelend, met een hoeveelheid plastic in de hand, langs de branding terug naar onze handdoek.

Ergens onderweg stonden twee personen aan de vloedlijn die er hier tijdens dit hoogseizoen op moeten toezien dat badgasten zich aan de covid-regels houden: op voldoende afstand van elkaar blijven en een mondkapje dragen als je het strand betreedt en langs de branding wandelt. Wij liepen daar, nadruipend, zonder mondkapje. De jongeman van dit tweetal keek mij aan, trok rond zijn neus aan de stoffen bedekking alsof hij wilde zeggen deze moet je wèl op”. Ik aanschouwde dat met enige verbazing aan. Hij kon toch zien dat we net hadden gezwommen en dat we nog nat waren? Sterker: we zagen er als verzopen katjes uit want er waren die middag hoge golven. Ik zei hem in mijn beste Spaans dat we net hadden gezwommen en nu op weg waren naar onze handdoeken. Met een lading plastic. Met mijn duim en wijsvinger pakte ik mijn zwemshirt vast, zoals hij net deed, en zei “¡Hombre!” Daarmee zeggend “Mens, zie je dat dan niet…” Zo hoog zat zijn mondkapje toch niet?! Hij knikte en wij liepen ontspannen door.

Dat was het dus, wat mij betreft: etnisch profileren. Voor de zekerheid zocht ik online naar een goede definitie van het begrip. In de afgelopen maanden kwamen veel voorbeelden langs van voorvallen met mensen van kleur in de Verenigde Staten, Nederland en elders in de wereld. Niet dat ik daarmee zeg dat het van dit jaar is. Bepaald niet, nee. Wikipedia bood uitkomst met een feitelijk verklaring, zonder poespas. “Volgens de definitie van de Nederlandse politie en Amnesty International [is dit] het gebruikmaken van criteria als huidskleur, nationaliteit, etniciteit, taal of geloof bij opsporing of handhaving, terwijl dat niet objectief te rechtvaardigen is.”

Daar kan ik goed mee uit de voeten. Wij zien er immers niet Spaans uit, fysiek niet (blond en blauwogig) en waarschijnlijk evenmin qua badkleding (niet in bikini). Bovendien had deze toezichthouder ons kennelijk horen praten. De jongeman sprak ons namelijk niet aan maar gebruikte gebarentaal. Daarin had Irma, de wereldberoemde gebarentolk van Nederland, hem niet kunnen verbeteren. Men gaat er in Spanje nog vaak vanuit dat wij als buitenlander geen Spaans spreken. Menigeen lijkt hier zelfs bang te zijn Engels te moeten spreken; iets dat velen namelijk niet doen.

Een jaar of drie geleden stond er een artikel in El País waarin destijds de resultaten van een officiële enquête door de Spaanse staat werden gepubliceerd. Dat artikel ging over de beheersing van een tweede taal in Spanje. Bijna 60% van de ondervraagde Spanjaarden gaf bij die gelegenheid aan geen woord Engels te spreken. Daarnaast zei circa 27% dat wel te doen. Desalniettemin vond bijna 95% van alle Spaanse ondervraagden het belangrijk een vreemde taal te spreken. (Frans lijkt hier bij voorkeur de tweede taal te zijn.) Ik vermoed niet dat zich in deze percentages in de afgelopen drie jaar grote verschuivingen voordeden. Op Duolingo, de taalapp die wij dagelijks gebruiken om ons Spaans op te poetsen, leren wereldwijd ruim 30 miljoen Spaanssprekende studenten de Engelse taal. Het overgrote deel van hen blijkt afkomstig uit Zuid-Amerika.

De jonge strandwacht zag ons aan voor buitenlanders (klopt), dacht dat we geen Spaans spreken (klopt niet) en dat we de lokale covid-regels niet kennen (evenmin correct). Voor de goede orde: wij liepen geen psychische schade op door dit voorval. Ik denk, eerlijk gezegd, dat hij er naderhand meer last van had dan wij, aannemend dat hij zijn eigen reactie onder de loep nam. Hoe het ook zij,  mijn liefje en ik redden die dag weer een aantal schildpadden, dolfijnen en walvissen van de plasticdood. Dat telt zwaarder! 

Op diezelfde middag bleek een Engelstalig gezin van vier personen (twee ouders met puberkinderen) op iets meer dan een meter van ons en andere omringende Spaanse badgasten hun badspullen neer te leggen. Pa begon enthousiast de parasolpoot in het zand te draaien. Ze kwamen alle vier het strand op zonder mondkapje.

Mijn liefje zei als eerste in het Engels dat ze tè dichtbij stonden. Dat de nieuwe regel voor gezelschappen met parasols op het strand zelfs vier meter afstand is in dit deel van Spanje. En dat daarvoor op deze plek echt geen ruimte was. Vader mompelde iets dat leek op ‘dat hij dat niet wist’ en stopte met boren. Moeder, daarentegen, kwam nóg dichter bij ons staan en leek ons recht in het gezicht uit te lachen. Ik schrok van haar reactie. WTF?! Waar zijn die toezichthouders als je ze nodig hebt? En waarom droegen zij geen mondkapjes? De roodharige puberzoon vroeg brutaal waar onze mondkapjes dan waren? Goed voorbeeld doet goed volgen, za’k maar zeggen. Ik kon het niet laten: “It’s behavior such as yours that ruins it for the rest of us.” Ik gebruikte bewust niet “people like you” want ik wilde niet etnisch profileren.


'Ocean Siren'- Jason deCaires Taylor

Ik zou dit soort types liever een flinke draai om de oren willen geven. Naar het buitenland gaan zonder op de hoogte te zijn van de heersende afspraken en dan ook nog een grote mond hebben tegen lokalo’s?! Welcome to the 21st century. Ik erger mij er groen en geel aan. Dit soort gedrag is een van de redenen waarom ik sociale media mijd als de pest. 

Het is zoals eens van de vrijwilligers van de Castricumse reddingsbrigade het recent verwoordde in de Volkskrant: “Hijsen we een rode vlag, kijken ze er niet eens naar. Zet je een bord neer, dan moet je er zelf naast gaan staan om ze erop te wijzen.” Afgelopen zondag moesten reddingsbrigades in Nederland honderden mensen in nood uit zee halen, vier personen verdronken er. 
Gisteren hoorde ik op het NOS-journaal overigens iemand van de Haagse reddingsbrigade verklaren dat hij en zijn collega’s moeite hebben met handhaving van de regels bij een rode vlag. Hij had er begrip voor dat mensen desondanks tòch in zee wilden. Van hen mochten ze dan ook tot de knieën in het water. Slap gedoe. Waar hoorde ik dat eerder..? Vaak moet je mensen tegen zichzelf beschermen; soms letterlijk. 

Mondkapjes, nog zo iets. Zelf ben ik geen heilig boontje en lapte ik in mijn leven echt weleens regels aan mijn laars maar van dit nare coronavirus blijf ik graag verschoond. Als je jezelf dan wilt niet beschermen, heb dan het fatsoen anderen ervoor te behoeden. Daarop stopte ik de handdoek in mijn rugzak terwijl mijn liefje haar teenslippers aandeed. Beiden vonden we het hoog tijd om te vertrekken. We zetten onze mondkappen netjes op terwijl we het strand verlieten. Het betreffende gezin droop ook af. Ze liepen naar het zuiden, zoekend naar een betere plek op het strand. 

Op de fiets naar huis herkauwden we de voorvallen uitgebreid. Vooral het Britse gezin wensten wij veel, heel veel uren onder de brandende Spaanse zon toe. Met mondkapjes, welteverstaan. Mijn liefje, nooit te beroerd om de nuances op te zoeken, opperde dat het stel wellicht die ochtend uren op een luchthaven en in een vliegtuig had gezeten met die dingen op hun gezicht. Waren ze net klaar om grenzenloos te gaan genieten van zon, zee en zand beginnen twee ouwe wijven ook nog eens te zeuren. Tja.

Dat laatste klopt overigens ook niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten