“Kom op, we gaan wandelen aan zee”. We hadden beiden
behoefte aan afleiding. In Huize Barefoot werd namelijk al een week lang getreurd.
Mijn liefje verbleef 50 jaar geleden in een Israëlische kibboets toen daar de
Jom Kippoer-oorlog uitbrak. Ze hield er een granaatscherf in haar
knie en een diepe liefde voor het land en de bewoners aan over. En nu dus een bloedend
hart. Toen was ze jong, wilde ze weg van huis en ander gedoe in haar
geboorteland. Ze trof daar een andere wereld, eentje waarin ze paste en waar ze
zich prettig voelde.
Op 6 oktober 1973 verrasten Egypte en Syrië Israël
volledig met hun poging de eerder bezette gebieden -Gazastrook en Westelijke
Jordaanoever- terug te krijgen. Volgens kritische analyses van toen was het de
Israëlische hoogmoed van politieke en militaire leiders die ervoor zorgde dat
waarschuwingen in de wind werden geslagen. Ondanks de overmacht won Israël die
oorlog.
Op 7 oktober 2023 was het Hamas die vanuit de
Gazastrook Israël volledig overrompelde met hun aanslag, ondanks
de ijzeren muur en het luchtafweergeschut. Duizend militante Hamasstrijders staken
de grens met Israël over om zoveel mogelijk Israëlische/Joodse slachtoffers te
maken. Er vielen erg veel slachtoffers; er waren
ontvoeringen, verkrachtingen, onthoofdingen en martelingen. Die dag wordt inmiddels terecht 'Zwarte Zaterdag' genoemd. Zo’n brute, bloedige
aanval vraag om veroordeling in de felste bewoordingen. Schrijver Arnon
Grunberg noemde de aanval in een column in NRC “een grootschalige pogrom. Voor
Hamas is elke Israëlische burger, ook de baby, een soldaat.”
Het Palestijns-Israëlische conflict zit heel diep, is
uiterst complex en veelzijdig. De Joodse schrijver Amos Oz zei ooit dat het een
conflict is over “onroerend goed”: wat is van mij, wat is van jou. Als leek
waag ik mij niet aan enige duiding. Wel begrijp ik dat het thuis nu niet het
moment is om nuances aan te brengen. Mijn liefje, met haar achtergrond en persoonlijke ervaringen, staat onvoorwaardelijk
aan de kant van Israël en zegt dat altijd te zullen blijven doen. Dat respecteer
ik.
Kritiek op Israël en een ander geluid over de bezette gebieden stuiten op
dovemansoren. We praten er nauwelijks over en dat is opmerkelijk in een
huishouden waar alles bespreekbaar is. We agree to disagree. Op dit
punt zit er iets onverzettelijks in ons beiden. Het gaat er mij niet om gelijk
krijgen, al kan ik een drammer zijn. Het beleid van kolonisator Israël, onder
leiding van de corrupte en machtsbeluste populist Netanyahu en diens incapabele radicaal-rechtse coalitiepartners
van Joodse Kracht en Religieuze Zionisten, moet niet worden geaccepteerd
of rechtgepraat. Als kritische Joden in het land en vooraanstaande Joden elders
in de wereld tegen deze regering in verweer komen, wie zijn wij dan om weg te kijken? Velen
in deze regio willen in vrede en veiligheid leven maar de terreurdaad van Hamas en de Israëlische reactie die daarop kwam, zet
daar voorlopig een dikke streep doorheen.
Mijn liefje gelooft niet dat daar ooit een oplossing
komt. Zij zag hoe Israël floreerde in de jaren dat zij meewerkte aan de opbouw
van het land en hoe weinig progressie er was aan Palestijnse zijde. Wij gingen
daar vijf jaren na onze kennismaking naartoe voor een sentimental journey.
We bezochten haar kibboets en doorkruisten het hele land. Daar zag ik wat zij
zag. Het land dat Arabieren onvruchtbaar en onbebouwd lieten (inclusief woestijngrond), werd vruchtbaar, bebouwd en bewoond. Ook ik raakte onder de indruk van de tomeloze inzet om Israël tot een
thuis voor alle Joden te maken.
Maar de
vergelijking met de oorlog in Oekraïne dringt zich aan mij op: gewone mensen
die plotseling worden verdreven omdat een groot en sterk leger hun land
binnenvalt en meent dat gebied te kunnen innemen omdat het van oudsher bij hen
zou horen. De Westerse wereld steunt Oekraïne als bezet gebied en helpt het met
geld en wapens.
Miljoenen
gewone Palestijnen in de bezette gebieden wanhopen over het vastgelopen
vredesproces en over het feit dat ze tweederangsburgers zijn in een Joodse
staat. Over de dagelijkse militaire bezetting, het toenemende geweld van Joodse
kolonisten op de Westbank (met goedkeuring van de zittende regering die zelfs wapens uitdeelt), de
blokkades van Israël en Egypte die ontwikkelingen in de Gazastrook onmogelijk
maken, de jeugdwerkeloosheid die daar ligt op 60 à 70%. Er komt daar geen schoon water uit de kraan en er is slechts enkele uren per dag electriciteit. Onleefbaar. Plus het feit dat de politieke tak van Hamas met harde hand regeert, er nul democratie heerst, de bevolking
wordt onderdrukt en buitenlandse financiële hulp in eigen zak wordt gestoken
danwel voor de strijd wordt aangewend. Uitzichtloos.
Maar onrecht dat jou wordt aangedaan, mag nooit een
vrijbrief zijn om andere onschuldigen geweld aan te doen. Ik begrijp dat Israël
ingrijpt na deze daad van geweld tegen de Joodse bevolking. Het
afschrikkend imago van het land moet in de regio worden hersteld. De gewapende tak van Hamas
-met zijn onverzoenlijke islamisten- moet worden geëlimineerd. Proportioneel
ingrijpen van het Israëlische leger is echter geboden en humanitaire corridors
voor Gazanen zijn nodig. Onschuldige vrouwen en kinderen zijn daar al zo vaak de slachtoffers bij uitstek.
De toekomst is duister maar ik geef de hoop niet op.
Allereerst hoop op een wapenstilstand en op langere termijn -er zullen vele jaren overheen gaan voordat zoiets kan gebeuren- een accoord over
twee onafhankelijke thuislanden op één grondgebied: Israël en Palestina. Het zal echter op korte termijn een ander
verhaal worden als ook Hezbollah zich gaat mengen in de strijd. Dan kan deze
oorlog zich zelfs uitbreiden naar andere delen van de wereld. Ik klamp mij vast
aan ‘het drijfhout van de hoop’, zoals rabbijn Soetendorp het uitdrukt.
In de afgelopen week waren er goede analyses te
lezen over de aanval en de toestand in het gebied. Onder andere een in Trouw, van
de hand van journaliste Inez Polak. Zij schrijft dat Hamas en Israël elkaar al
decennialang in een bloedige wurggreep houden. Ik vond het bizar om te lezen
dat Israël aan de wieg stond van Hamas. Net zoals in de jaren tachtig de
Amerikanen de Taliban steunden om de Russen in Afghanistan te verdrijven, zo
omhelsde Israël de Islamitische Broederschap die toen nog onder leiding stond van
sjeik Ahmed Yassin (als tegenwicht tegen de PLO van Yasser Arafat). Dat was
eind jaren '80 van
de vorige eeuw, net na het uitbreken
van de Eerste Intifada, de eerste Palestijnse volksopstand. Het was op zijn
beurt Hamas dat Benjamin Netanyahu in 1996 in het zadel hielp toen die
organisatie vlak voor de Israëlische verkiezingen met terreuraanslagen dood en
verderf zaaide in Israëlische steden. Ô, ironie. Polak noemt dat in haar
analyse terecht ‘de bizarre kronkels van de geschiedenis’.
Ze geeft ook een kort verslag van
het verhoor dat ze op de Israëlische televisie zag van een gevangengenomen
Hamasstrijder. Dat vond ze verbijsterend. “We hebben ons een jaar lang
voorbereid … We voelden ons aangemoedigd door de demonstraties in Israël … We
waren met duizend strijders en braken op vijftien punten door … We waren
verbijsterd dat het Israëlische leger ons niet opwachtte … Het duurde vijf uur
voor ze ons ondekten ...”.
Waren er waarschuwingen? Wist het Israëlische leger
werkelijk van niets? Had de ultraconservatieve regering het te druk met de eigen ultranationalistische politiek? Had Bibi het zelf te druk met politiek overleven en uit de gevangenis blijven? Hadden Israëlische
militairen het te druk met de bescherming van illegale Joodse kolonisten op de Westelijke
Jordaanoever? Er waren nauwelijks militairen aan de grens met Gaza. Wie liet
dit gebeuren? In Israël overheerst nu de ontreddering, het ongeloof, het gevoel
van kwetsbaarheid. Het zijn deze vragen en gevoelens die, 50 jaar na de Jom
Kipoer-oorlog, opnieuw opspelen in het gebied tussen de Middellandse Zee en de
Jordaan.
Mijn liefje en ik gingen
wandelen langs diezelfde zee die op dat moment als een spiegel was. Je kunt je dan
niet voorstellen dat het zo woest en woelig is aan de zuidoostkant van die plas. Gefluit,
gezang en gefladder overstemden haar verdriet en mijn machteloosheid. De wijde wereld
werd er die dag niet beter van maar voor ons was het een heilzaam uitje.
P.S. Voor wie zich verder wil verdiepen in deze kwestie, heb ik nog wat leestips. Het zijn literaire romans en memoires die het Israëlisch-Palestijnse conflict als achter- of voorgrond hebben. 'To the End of the Land' - David Grossman, 'In Search of Fatima' en 'Return' - Ghada Karmi, 'Letters to my Palestinian Neighbor' - Yossi Klein Halevi.