Translate

dinsdag 13 februari 2024

Over Mina d’n Urste en companen

Ik las dat Eindhoven voor de eerste keer in de geschiedenis van de plaatselijke carnavals-vereniging dit jaar niet een Prins Carnaval maar een prinses heeft gekozen. Het gaat om Rosa van den Nieuwenhof (29) dus ik denk dat het -qua achternaam- in de sterren stond: op enig moment zou zij de Nieuwe aan het Hof worden! En zo geschiedde. In het gewone leven werkt ze bij de GGD, waar ze zich richt op het verkleinen van gezondheidsverschillen tussen sociale klassen. Daarnaast is ze PvdA-raadslid van die stad. Zij noemt zichzelf gedurende  carnaval Mina de Eerste en werd geïnterviewd door lokale en zelfs landelijke kranten. 

Voor het eerst in 70 jaar werd er een vrouw gekozen. Eindhoven is de eerste zuidelijke stad die het deed. Carnavalminnende Eindhovenaren -vooral vrouwen- waren in tranen omdat ze dit nog mochten meemaken, meisjes vergaapten zich daags na haar uitverkiezing tijdens een receptie aan haar en verder klonk er alleen maar veel positiviteit. Zelfs op sociale media! Haar vader kreeg een dolenthousiaste accountant aan de lijn, zelfs uit de Tweede Kamer kwamen felicitaties haar kant uit. In het standaardcontract dat Van den Nieuwenhof tekende, werd een toevoeging opgenomen. ‘Waar Zijne Dorstluchtige Hoogheid staat, kan het ook Hare Dorstluchtige Hoogheid zijn’. Dat heeft ze toch maar mooi voor elkaar. 

Maar Van den Nieuwenhof wil ook vernieuwen. De kleuren van haar pak zijn daar een voorbeeld van. Een prins carnaval zou die niet gauw kiezen. Ze mocht als Prinses Carnaval twee elementen toevoegen aan het protocol. Ze koos ervoor naar de school van haar Syrische bijleskinderen te gaan, in de voormalige Vogelaarwijk van de stad, en ze bezocht de kinderafdeling van het Máxima Medisch Centrum. Ook als prinses blijft ze de zorg trouw. In Trouw trof ik overigens de mooiste foto aan van haar, van fotograaf Rens van Mierlo (hierboven). 

Ook Eindhoven noemt zich in carnavalstijd anders, die stad wordt tijdelijk omgedoopt tot Lampegat. Die naam is een verwijzing naar het vroegere lampenbedrijf Philips, ooit de industriële trots van Eindhoven. Die gewoonte van omnoemen schijnt typisch Nederlands te zijn, dat doet men in Vlaanderen niet. Veel steden onder de rivieren doen het deze dagen. De namen hebben hun herkomst vaak in de lokale nijverheid of verwijzen naar iets in het dialect van de streek. Zo is de carnavalsnaam van Den Bosch Oeteldonk. ‘Oetel’ was de naam voor het dialect dat lokale boeren er vroeger spraken. Dat zou ook verklaren waarom mensen daar een boerenkiel dragen tijdens carnaval.

Carnaval zit mij als Randstedelinge niet in het bloed, ik ben geen geboren Alaafzegger. In mijn jeugd ging ik één keertje mee met mijn oudste zus en zwager naar Krabbegat (Bergen op Zoom) maar daar heb ik niet veel herinneringen aan. Als ik eraan terugdenk, zie ik muzelluf wel op een barkruk zitten, mijn ogen uitkijkend naar al die feestende en bierdrinkende omstanders in rare kleding; ze worden Krabben genoemd. 

Mijn liefje moest ooit uit hoofde van haar functie (plaatsvervangend rayonchef van West-Brabant en Zeeland) prins Carnaval op het station van Krabbegat welkom heten. Ze droeg een oude vitrage om haar schouders en moest een toespraak houden. Ik was erbij en keek ernaar. Er werd een zwart-witfoto van haar gemaakt die ergens in een album zit maar die ik niet kon vinden. Zelf lust ik nog steeds geen bier. 

Wij gingen afgelopen weekend naar de eigen dorpskern om daar El Gran Desfile mee te maken. Voor het eerst. Tot nu toe lieten we het carnavalsgebeuren in Spanje links liggen. Maar ik had zin om te fotograferen. Carnaval zou zijn herkomst hebben in de Latijnse uitdrukking ‘carnem levare’, wat zoiets betekent als vlees achterwege laten. Dat doe je als boetevaardig katholiek namelijk in deze tijd van het jaar. Eerst vier of vijf dagen uitbundig feesten en daarna vasten; vanaf Aswoensdag (morgen) tot zaterdag vóór Pasen (30 maart). Dat zijn 46 lange dagen al worden de zondagen niet meegerekend. Vandaar dat vasten ook wel de veertigdagentijd wordt genoemd. Een tijd van inkeer en bezinning. 

Dat alles stond ik niet te bedenken toen ik de grote optocht in de hoofdstraat in mijn richting zag komen. Het was een bonte stoet van kinderen en volwassen mannen en vrouwen. De eerste gedachte die ik ter plekke had was dat het behoorlijk koud moest zijn voor al die mensen in dunne pakjes. Het kwik kwam die dag niet boven 14 graden uit, ongeveer tien graden lager dan de dagen ervoor dus dat was pech. 

Het begin van de stoet bestond uit lokalo’s die waarschijnlijk van de creche van hun kids opdracht hadden gekregen mee te lopen in uitdossing, uit kinderen verkleed als voeding (fruit en kaas), uit een grote piratenklas met nepzwaarden en een clubje oudere mannen en vrouwen gekleed in polkadots-kleding die niet konden shaken. (Die laatstgenoemde groep hee ‘La tercera edad’, de derde leeftijd.) Daarom deed ik het even voor. Een van de wat jongere vrouwen liep direct op mij af om samen te dansen. Dat deden we een minuutje of twee waarna hun groep moest doorlopen. Elke groep werd voorafgegaan door een auto met geluidsinstallatie en giga-geluidsboxen. Als je de pech had dat zo’n installatie op jouw hoogte stopte, voelde je het gebonk in je kiezen. Ik moest wel de vingers in de oren stoppen maar ja, dan kun je geen foto’s nemen. Oeffff.

Het spektakel brak pas echt los toen de professionele dansgroepen langskwamen. Ze kwamen uit Cartagena, Torrevieja, Murcia, Los Alcázares, El Algar, Mula en Los Narejos, te lezen op de borden of vlaggen die ze meedroegen. Zo’n carnavalsgroep heeft een specifieke naam: ‘comparsa’. Het woord schijnt oorspronkelijk Italiaans te zijn. Het stond voor een groep mensen die in toneelvoorstellingen verschijnen, niet als spreker maar als -danser op de- achtergrond. Ze brengen dit soort optochten echt tot leven. Comparsa Shambala en comparsa Kissamba waren hier van de partij. Verenpracht, glitterpakken, synchrone danspassen, af en toe met een imposante praalwagen. 

Vele dansers hadden tatoeages en... stevige bilpartijen. Het leek of dat een selectiecriterium is bij het aannemen van danskandidaten?! Ik begrijp dat je een goed onderstel moet hebben maar er kwamen derrières (van mannen en vrouwen) langs met een dusdanige omvang dat ze indruk maakten.

Sommige dansgroepen trekken tijdens carnaval van stad naar stad om prijzen te winnen. (Het gaat om bescheiden geldprijzen.) Aan hun optredens gaan soms maandenlange repetities vooraf. Bij ons werden ook ‘premios’ uitgereikt. Een dag eerder won een van de hier aanwezige groepen een prijs in Torrevieja. Ze worden beoordeeld op choreografie en kostuums. Er zijn separate prijzen voor kinderen en volwassenen. De categorieën kunnen per plaats verschillen. Onze jury werd voorgezeten door de burgemeester. Como siempre. 

Af en toe liep ik op een danser of danseres af met mijn telelens. Als de veren langs mijn gezicht of schouder streken, kreeg ik wel een Carnaval in Rio-gevoel! Daar duurt het carnaval tot aanstaande zaterdag. Er waren dansers die werkelijk fantastisch bewogen. Hun plezier en energie werkten aanstekelijk. Een aantal van hen danste alsof hun leven ervan afhing. Ik genoot en kon vaak zelf niet stil blijven staan. Bewegen was überhaupt een goed idee om warm te blijven. De rest van deze kleurrijke fotoreportage vind je in mijn webalbum.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten