Translate

zaterdag 22 juni 2024

Vuur en vlam

We zaten afgelopen donderdagavond ontspannen op de bank toen berichten, een (Facebook-)filmpje en foto’s van vriendin Agnes binnenkwamen. Er was brand uitgebroken in een woonwijk naast de golfbaan van Lomas de Campoamor, hun vakantieadres aan de Costa en ons voormalige woonoord. Ook wij hadden daar enkele jaren een appartement en keken uit over de golfbaan maar vanuit een andere hoek en van een lagere woonverdieping. 

Kennelijk lag de oorsprong aan de kant van buurgemeente Las Ramblas, ook een urbanisatie aan een golfbaan. Er werd met man en macht opgetreden tegen de uitslaande en overslaande brand. Vier brandweerploegen, twee helicopters en twee blusvliegtuigen waren ter plaatse. De teams op de grond brachten enkele sterke waterpompen mee. De vliegtuigen haalden water uit de Middellandse Zee (5km verderop) om de vlammen te doven. De mannen op de grond bestreden het vuur met uitgerolde brandslangen. De harde wind hielp hen daarbij niet.

Op het filmpje kon je goed zien dat het vuur woedde aan een zijde van het wandel- en fietspad langs het kanaal van de Taag-Seguro (de zogenaamde postrasvase). Dit kanaal, dat nog uit Franco-tijd stamt, verdeelt het water van de beide rivieren over de provincies Murcia, Alicante en Almeria.

Daar bleef het niet bij. Het vuur sprong over naar de andere kant van het kanaal. Over water! Je zou verwachten dat dit als een soort natuurlijke brandwal zou fungeren. Maar nee. Nu arriveerden de vlammen aan Campoamor-zijde. Meer foto’s volgden. Ze werden met de minuut indrukwekkender. Aanvankelijk waren de vlammen nog relatief ver weg maar het duurde niet lang voordat ze richting sporthotel (voor de vele overwinterende voetbalteams) van Campoamor kropen. Daarnaast ligt het imposante clubhuis met terras en het gastenhotel voor toeristen. Dat was beangstigend om te zien. Daarna sprong het vuur over de weg, van de ene kant van de golfbaan naar de andere kant. Wat je noemt 'een lopend vuur'! Aan de rechterkant van die weg ligt een plek waar het management van de baan het groene (tuin)afval deponeert en op een goed gekozen moment verbrandt. (We mopperden daar vroeger weleens over als de wind naar ons toe draaide.) Vanwege de gevoeligheid voor een uitslaande brand is dat al jarenlang omgeven door een soort controlemechanisme, om ervoor te zorgen dat er geen vlam in de pan ontstaat. 

Het brandde nu recht tegenover het appartement van onze vrienden, op enkele honderden meters afstand. Je kon de weg naar het clubhuis niet meer zonder gevaar oversteken of afrijden. Grenzend aan de golfbaan ligt het beschermde bosgebied Sierra de Escalona. Een deel hiervan brandde nu eveneens. 

Op enig moment whatsappte Agnes dat ze de schuifpui naar het terras moesten sluiten omdat de harde wind veel rook hun kant op blies. We voelden met hen mee, boden aan dat ze altijd bij ons kunnen logeren als ze wilden. Later op de avond werd het bericht ‘vuur meester’ gegeven. Men kon gaan slapen. Of het een rustige nachtrust werd, betwijfel ik. Er bleven een controlepost en meer dan 50 brandweermannen paraat in het gebied.

Wij maakten tijdens onze reislustige jaren driemaal een fikse bosbrand mee van dichtbij. De eerste vond plaats in Zuid-Frankrijk toen we daar met een tent kampeerden. Dat was meteen de spannendste want we zouden kunnen worden geëvacueerd. Het bleek niet nodig maar spannend was het wel. We maakten daarna een bosbrand mee toen we in Nieuw-Zeeland rondreisden in een personenauto. We werden gestopt op de route en zagen de brandblushelicopters en -vliegtuigen over onze hoofden scheren. Na een uur of twee mochten we doorrijden. De derde keer was in Chili, toen we logeerden in een hotel in Viñamar, aan de kust van de Pacific. Destijds werd het niet zo dreigend als het er wel werd in 2022 en 2024. In februari van dit jaar gingen daar (regio Valparaiso) 3.000 woningen in vlammen op en vielen er ruim 100 doden. Het was de hel, volgens ooggetuigen. Zelf denk ik dat omkomen in vuur de ergste dood is. 

De volgende ochtend stuurde Agnes foto’s van de geblakende rand van hole 7 waarop zij uitkijken. De palmbomen stonden nog fier overeind maar daartussen was grijs-zwarte aarde te zien. Mijn liefje las die ochtend in diverse regionale kranten over de brand. (La Verdad, Vega Baja, La Informacion.) Daarin viel van alles te lezen. Een Spanjaard die dagelijks langs het kanaal fietst, had om 17:50 uur vuur opgemerkt en belde de autoriteiten. Er was 12ha inheems bos in vlammen opgegaan in Sierra de Escalona. In dit gebied -dat graag officieel natuurpark wenst te worden zodat er niet mag worden gebouwd- staan vooral heel oude Spaanse pijnbomen. Niveau 1 van het Plan voor het Risico op Bosbranden (PEIF) werd uitgeroepen; vanwege de nabijheid van veel woningen. De vlammen kwamen tot op 150m van bewoning maar op Las Ramblas werden wel ongeveer 20 bewoners geëvacueerd. Gelukkig raakte geen persoon gewond. 

De vele konijnen en salamanders in dit bosrijke gebied zullen er minder goed vanaf zijn gekomen, vrees ik... Daar resideren ook veel grote oehoes en andere roofvogels. Ze broeden in de beboste heuvels en plaatsen hun nest zelfs op de grond, zonder enige vorm van bescherming. Alhoewel het geen broedtijd meer is, mag ik hopen dat deze gevederde vriendjes zich ook op tijd in veiligheid wisten te brengen. 

Het was toeval dat wij de volgende ochtend een afspraak hadden op Campoamor met onze Spaanse gestor António. (We gingen naar hem toe voor het favoriete onderwerp van mijn liefje: belasting betalen.) Hij zei dat hij niet uitsloot dat het vuur was aangestoken. Ik weet niet op basis waarvan hij dat zei. Hij gebruikte een Spaanse uitdrukking die lijkt op onze uitspraak ‘onze lieve heer heeft vreemde kostgangers’. Dat weet ik wèl, heel zeker zelfs! 

Ik las ooit een artikel in het blad Quest over brandstichters en pyromanen. Er zit verschil in. Een brandstichter is een tijdelijke vandaal (ook wel gek genoemd), een pyromaan is iemand die lijdt aan een duidelijk omschreven psychische stoornis in de impulsbeheersing; het is een psychiatrische aandoening. Niet elke brandstichter is dus een pyromaan. Deskundigen -forensisch psychologen en psychiaters- menen dat slechts een klein percentage van de brandstichters tot de ‘zuivere’ pyromanen behoort. Die laatste groep kent een bijna onbedwingbare aandrang om fikkie te stoken. 

Na het onderhoud met Antonio besloten we het geblakerde gebied tussen hole 1 en 2 van de Campoamor-golfbaan te gaan bekijken. Als ex-golfers kennen we het terrein goed. We waren niet de enigen. Op dat moment stond er een brandweerauto (tankautospuit) met personeel geparkeerd langs de weg naar het clubhuis. Een brandweerman van de ‘bomberos forrestales’ met een ingerolde slang op zijn rug liep mijn kant op dus ik zei hem dat zij goed werk hadden verricht de vorige avond. Zij waren helden. Hij dankte mij hartelijk maar zei dat het nog niet voorbij was. Er waren nog steeds zogenaamde ‘hotspots’ in het gebied (nagloeiende sintels) die je nu niet kon zien maar die op elk moment weer zouden kunnen oplaaien. 

Hij had het nog niet gezegd of er doken twee vuurtjes op in de directe omgeving van waar we stonden te praten. (Zie rode cirkel op de foto.) Dat bleek in de middag en avond wederom zo te zijn. Door de opstekende wind begon het weer te fikken. De vlammen bereikten het beeld van de golfer op de rotonde op weg naar het clubhuis net niet. Gisteravond bleven tenminste twee watertanks met personeel paraat en de politie zette drones in boven het gebied.

Morgen gaan we op de koffie bij de razende reporters, onze vrienden op Campoamor.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten