Translate

vrijdag 21 februari 2025

Escapada

Het is al vaak gezegd en geschreven: in sombere tijden hebben we meer cultuur en kunst nodig om op de been te blijven. Kunst is dan een uitvlucht maar maakt zeker ook gelukkig, zelfs als het goede reproducties zijn. Dat bleek maar weer eens toen wij recent een escapada maakten naar provinciehoofdstad Alicante. 

Sinds enige tijd gaat er door heel Spanje een rondreizende expositie van belangrijke  kunststukken uit het nationale museum El Prado in Madrid. Het project noemde men ‘El Prado en...’ (verder in te vullen). Dat museum kun je het best vergelijken met het Rijksmuseum in Amsterdam. Dit heeft een van de grootste kunstcollecties ter wereld. Het overgrote deel van de kunst bestaat uit werken van oude meesters uit binnen- en buitenland. Denk aan Velásquez, El Greco, Goya, Caravaggio, Raphael, Rubens, Battista, Dürer, Fra Angelico, Jeroen Bosch (EL Bosco) en Rembrandt. We bezochten dit museum een aantal malen in het verleden maar dat is alweer een tijdje geleden. Daar is heel veel moois te zien!  

De binnenstad van Alicante lag jarenlang open vanwege renovatiewerkzaamheden. De Esplanada, de boulevard langs de binnenhaven en het strand kon deze keer weer geheel in gebruik worden genomen. We parkeerden de auto in een parkeergarage bij hotel Melia en liepen vervolgens naar het centrum. Het was er beredruk! De meeste mensen klonken en leken als toeristen. Spanjaarden en andere permanente residenten (zoals wij) zijn gemakkelijk te onderscheiden: die dragen nog winterjassen en dichte schoenen. De rest droeg die dag korte broeken, zomerjurken, open schoenen en zelfs teenslippers.

We gingen op weg naar de Avenida de la Constitución, de Grondwet Allee, een autovrij voetgangersgebied in het hart van de stad. Die loopt van het grote theater (teatro principal) naar het fraaie gebouw van de overdekte centrale markt (mercado central). Ook aan de renovatie van deze wandelboulevard werd jarenlang gewerkt en omwonenden en andere stedelingen zijn nu erg verguld met het resultaat. Op sommige plekken zie je nog de sporen van de oude tramlijn die er doorheen liep. Die straat leent zich inderdaad erg goed voor kunst. 

Het is tegenwoordig een mooie straat, met hier en daar prachtige gevels aan weerszijde. De reproducties van de schilderijen staan op stalen constructies met betonnen voet dus die neem je niet zomaar onder de arm mee. Er zijn 50 werken te bewonderen, doorgaans het gehele schilderij en in sommige gevallen een deel ervan. Op elk paneel vind je een QR-code waarmee je aanvullende info kunt downloaden. Lopend vanaf de kant van het theater kon ik geen tijdlijn ontdekken. De tentoongestelde meesterwerken vertegenwoordigen Spaanse en andere Europese scholen (Italiaans, Vlaams, Frans, Duits en Nederlands) uit de 12de tot en met de 20ste eeuw. Hiervoor rijdt een kunstminnend mens graag een straatje om (ook al zijn het reproducties)!  

Het eerste paneel waarnaar ik keek, was een anonieme schildering (fresco) uit het begin van de 12de eeuw, afkomstig uit een grot in Noord-Spanje. Daarna zag ik onder andere ‘De edelman met zijn hand op zijn borst’ van El Greco, een van diens vroegste olieverfschilderijen die hij in Spanje vervaardigde (circa 1580). El Greco, de Griek, werd geboren op Kreta maar overleed in Toledo in 1614. Een ander schilderij van zijn hand dat je hier aantreft, is (een detail van) La Trinidad, de Drie-eenheid. Het was het eerste schilderij dat deze arbeidsmigrant in opdracht van de Spaanse overheid (de katholieke Kerk) maakte. Dit altaarstuk hing lange tijd in een klooster in Toledo. 

De meeste museumgangers kennen het wrede schilderij van Francisco Goya wel, getiteld ‘Saturnus die zijn kinderen verslindt’. Een afschrikwekkende figuur met lange baard en schonkige ledematen -een soort vroege Catweazle- heeft het hoofd van een mens verslonden en de rest van het lichaam in zijn wijd openstaande mond. Terwijl ik ervoor stond, zei een Franse vrouw luid dat ze het afschuwelijk vond. Ik keek om. Zij verontschuldigde zich maar dat hoefde niet, wat mij betreft. Over smaak valt niet te twisten. Het is niet geruststellend maar dat is Poetins gedrag ook niet... Het behoort tot de zogenaamde zwarte schilderijen, niet vanwege wrede thema's maar door de donkere pigmenten die hij op zijn doeken gebruikte. 

Een ander werk dat in de claire-obscur traditie past, is het schilderij van David en Goliath van Caravaggio (1571-1610). Hierbij wordt een techniek van licht-donkercontrasten toegepast. Het schilderij legt het moment vast waarop de jonge David het afgehakte hoofd van reus Goliath vastpakt. De schilder was in die tijd de meester van deze techniek. Het werk werd rond 1600 geschilderd en behoort tot de topstukken van het Prado. Het schilderij werd recent gerestaureerd en kreeg daarmee zijn glans terug. Een zwerver die tussen die panelen op een bank lag te slapen, kon het niet boeien... Die had andere dingen aan zijn  hoofd (dat er nog op zat). 

Het is niet uitsluitend somberheid of kommer en kwel op het doek. Er zijn meer dan genoeg werken uit de romantische tijd te bewonderen, zoals het portret van gravin Amalia de Llano (die schrijfster was) door de Spaanse kunstenaar Federico Madrazo. Zij zou in haar tijd een van de mooiste vrouwen van Madrid zijn geweest. Je ziet een elegante en voluptueuze vrouw in een verleidelijke blauwe japon die ietwat flirterig voor zich uit kijkt. Dat laatste aspect is tamelijk ongebruikelijk in de Spaanse schilderkunst. Spanjaarden zijn qua inborst niet per se de grootste lachebekjes van Europa... 

De dagfavoriet van mijn liefje was het schilderij van Joaquín Sorolla (1863-1923), getiteld ‘Jongens op het strand’ (Chicos en la playa). Een groepje naakte jongens ligt lekker te rollebollen in de branding. De kunstenaar gaf het doek in 1919 aan het Museum voor Moderne Kunst in Madrid. In 1971 werd het overgebracht naar het Prado. 

Een van de panelen waarbij ik het langst stilstond, is het schilderij ‘De overgave van Breda’ van Diego Velásquez. Dat zou rond 1634-1635 zijn geschilderd, in opdracht van de Spaanse koning Filips IV. Het beleg van Breda duurde tien maanden en werd gerekend tot een van de successen van de Spaanse bezetter. We hebben het hier over de 80-jarige oorlog tussen beide landen. 

Op dit schilderij wordt de sleutel van de stad door Justinus van Nassau overhandigd aan de Italiaanse commandant Spinola die in opdracht van de Spanjaarden vocht. Vooral de hoffelijkheid springt in het oog, terwijl wij, Hollanders, weten hoe de Spanjaarden destijds tekeergingen. De kunstenaar zette zichzelf ook op dit doek maar op dit paneel is hij er vanaf gevallen. De lanzen die prominent figureren in het complete werk, lijken nu op onschuldige tandenstokers (zie rechtsboven).

Terwijl ik dat allemaal stond te te lezen en te bedenken, kwam een leuke, oudere Spanjaard naast mij staan. Ik zei hem spontaan dat dit schilderij ook een relatie heeft met mijn Vaderland. Hij vroeg hoe dat zat en dat lichtte ik toe. We raakten verder aan de praat. Hij gaf daarna een boekentip. Hij raadde mij aan het boek ‘The Master of the Prado’ van Javier Sierra (1971) te lezen. Spaanse boeken lezen is voor mij nog steeds een brug te ver. Niet omdat ik het niet zou begrijpen maar omdat het teveel werken is in plaats van genieten.  

Sierra is geboren in Teruel (Aragón, waar wij onlangs waren) dus dat schept al een band. Wat ik ook interessant vond, was dat hij in 2017 de Premio Planeta won, de grootste literaire prijs van Spanje. Hij was de eerste Spanjaard die bestsellerauteur werd in de Verenigde Staten. Dit boek, uit 2015, is een gefingeerde autobiografie waarin Sierra een jongere versie van zichzelf opvoert als een van de hoofdpersonages. De 19-jarige Javier is een gepassioneerde Prado-bezoeker en loopt daar op een dag de mysterieuze professor doctor Fovel tegen het lijf. Die weet hem verrassende dingen te vertellen over een aantal van de schilderijen die daar hangen. De nieuwsgierige jongeling zoekt alles uit en daardoor kruist zijn pad met dat van inspecteur Señor X. Een vermakelijke tocht door de Spaanse kunstgeschiedenis, met een vleugje spanning. Echt iets voor mij! Het ligt inmiddels op mijn boekenstapel. De kers op de taart van dit uitstapje. 

In mijn webalbum vind je nieuwe foto’s. Deze boeiende openluchttentoonstelling is tot 16 maart te zien.


zondag 16 februari 2025

Een les in volharding

Illustratie: Maxim Shipenkov
Het Kremlin is nog steeds in feeststemming, vermoed ik. Ze zien de overwinning hun kant uit vallen vanwege de recente actie van Trump & Co. Deze Poetin Lovers gooiden de strijdende Oekraïners voor de bus. Ze keken weg van alle onschuldige doden, de enorme vernielingen in dat land. Een gotspe! Er komen ‘vredesbesprekingen’ maar Rusland mag het veroverde grondgebied behouden en Oekraïne mag niet bij de NAVO. Aldus het dictaat van dictator Trump. 

Het Amerikaanse standpunt werd door het Kremlin in dank aanvaard. Het was koren op de molen van Russische staatsmedia. Hun mening was eenduidig: Rusland heeft deze oorlog gewonnen, het Westen heeft verloren. Voor Poetin was dat ene telefoongesprek met Trump qua PR waarschijnlijk meer waard dan welke verovering of winst op het slagveld dan ook. De boodschappen aan Europa waren ook duidelijk: agressie loont. En: jullie gaan hier niet over, zijn niet welkom bij de aanstaande onderhandelingen. We gaan zien hoe heet deze soep wordt opgediend. 

Poetin kan rustig gaan slapen, zijn volgende misdaad bedenkend. Maar wij, Europeanen, slaakten een diepe zucht. Zelf had ik meer behoefte om mijn boosheid te uiten via een schreeuw die uit mijn tenen kwam. De Duitse filosoof Emmanuel Kant (in een graf in Kaliningrad) zei ooit: de weerloze mens wordt verpletterd door de immoraliteit van genadeloze machtspolitiek. 

Vandaag precies een jaar geleden, op 16 februari 2024, was de sterfdag van Aleksej Navalny. De dag van zijn moord, beter gezegd. Eind vorig jaar verscheen zijn boek, getiteld ‘Patriot. Mijn verhaal’. Hij begon aan deze memoires tijdens zijn herstel op het Duitse platteland, na te zijn vergiftigd door de FSB, de Russische Geheime Dienst. Ik wilde het boek aan een leesvriend doorgeven. Hij reageerde opmerkelijk, vond het naargeestig een autobiografie te lezen van een man die werd vermoord. Hij wist niet of hij het wel wilde lezen... 

Dat is ook naargeestige materie maar dan toon je geen respect voor de ruim 20 jaar waarin Navalny zich tot activist ontwikkelde en zich met hart en ziel inzette voor het algemeen belang. Voor democratie in zijn geliefde Vaderland, tegen machtswellusteling Poetin en zijn corrupte bende. Het is niet zijn Rusland dat fout is, het is het regime. 

Navalny had liever een intrigerende autobiografie met een thriller-achtige component geschreven (over vergiftiging als poging tot moord) maar komt op de 930ste bladzijde van zijn boek tot de conclusie dat het helaas meer een ‘prison diary’ is geworden. Dat typeert de man. In gevangenschap slaagde Navalny erin een dagboek bij te houden. Hij liet zijn team zelfs af en toe fragmenten eruit op sociale media plaatsen. 

Ik vond het, om vele redenen, een belangrijk boek om te lezen al was ik blij dat het niet chronologisch was. Dan was Navalny’s persoonlijk verhaal gestopt omdat de lezer begrijpt wat er met hem was gebeurd: VERMOORD. Dat zou inderdaad naargeestig zijn geweest. Maar zijn memoires maken sprongen in de tijd. Het boek eindigt met foto’s van zijn gezin in gelukkige tijden. 

Dat maakt zijn levensverhaal echter niet minder dramatisch, wat mij betreft. Waar ik ook een dikke keel van kreeg, was een latere uitspraak dat hij -net voor zijn dood- deel zou hebben uitgemaakt van een op handen zijnde gevangenruil met het Westen, al is hiervoor nooit hard bewijs gekomen. Zijn beulen besloten anders.   

Navalny beschrijft zijn jeugd (in een lange rij staan voor melk voor zijn jongste broertje), zijn familie, hoe hij Yulia leert kennen die zijn echtgenote wordt, hoe hij de keuze maakt om rechten te gaan studeren en aan welke universiteit hij dat gaat doen. Waarom en hoe hij zelf politiek actief wordt (partij Yabloko, zijn eigen Anti-Corruption Foundation), hoe zijn broer Oleg door de autoriteiten wordt opgepakt en in een gevangenis belandt om Alexei nóg meer te straffen. Ook krijg je veel te weten over de politieke ontwikkelingen in het land, hoe Poetin aan de macht kwam.

Navalny doet pogingen om burgemeester van Moskou te worden in 2013, lid van de Doema in 2014 en president van het land in 2018. Al die pogingen worden door Poetin en zijn bende gedwarsboomd. We lezen hoezeer en op welke wijze hij en zijn politieke medestanders worden tegengewerkt. Hij weet echter telkens honderdduizenden mensen te mobiliseren en hoop te geven op verandering. In deze memoires noemt hij corrupte politici en oligarchen bij naam en toenaam. 

Een pro-Poetin activist gooit in 2017 een groen chemisch middel (zelyonka) in zijn gezicht waardoor zijn rechteroog ernstig beschadigd raakt (chemisch verbrand). Een tijd lang draagt hij een ooglapje. Later in datzelfde jaar wordt hij opgepakt en achter de tralies gezet, om te voorkomen dat hij zich gaat mengen in de verkiezing van 2018. Alleen in een kliniek in Spanje zou het oog kunnen worden gered. Navalny noemt Spanje in zijn boek het kenniscentrum van de Europese oogheelkunde (daar weet ik inmiddels ook iets van). Na veel gedoe mag hij naar Barcelona reizen voor dat doel. 

In augustus 2020 wordt hij aan boord van een vliegtuig boven Siberië onwel en raakt bewusteloos. Later zal blijken dat hij is vergiftigd met Novitsjok, een zeer sterk zenuwgif. (Dat wordt ontkend door de autoriteiten.) Na veel sociale druk, uit binnen- maar vooral buitenland, wordt hij naar Duitsland getransporteerd om daar medisch te worden behandeld. Hij komt uit coma en herstelt langzaam. In januari 2021 vliegt hij terug naar zijn Vaderland. Daar wordt hij op de luchthaven opgewacht door agenten en ter plekke via geïmproviseerd snelrecht veroordeeld tot ruim twee jaar gevangenschap. Ik heb nooit begrepen waarom hij terugkeerde naar het hol van de leeuw maar na lezing van dit boek wel. Hij is een ware patriot, strijdt ervoor zijn land langs democratische weg van het kwaad (dat Poetin heet) te verlossen. 

Hij beschrijft hoe hijzelf in de gevangenis voortdurend naar een andere plek wordt overgeplaatst zodat zijn entourage niet weet waar hij is en hem zo niet kan steunen en bezoeken. Hij schrijft uitvoerig over hoe het leven in een Russische cel eruitziet, hoe bewakers hem sarren en tegenwerken, waarom hij in hongerstaking gaat, dat hij op enig moment de status ‘terrorist’ krijgt zonder toelichting, met alle strafmaatregelen vandien. 

Op 24 februari 2022 valt agressor Rusland Oekraïens grondgebied binnen. Navalny veroordeelt deze daad krachtig vanuit zijn cel, via social media. Reeds in  gevangenschap krijgt hij strafzaak op strafzaak voor de keizen; doorgaans op basis van verzonnen aanklachten, zonder enig bewijs. De brieven van zijn vrouw worden gecensureerd, de documenten van zijn advocaten ook. De repressie in het land wordt steeds zwaarder. Zelfs een ‘like’ voor een Navalny-post kan inmiddels gevaarlijk zijn. 

Bij zijn laatste veroordeling krijgt hij een straf van 19 jaar. Na ruim drie jaar in de allerstrengste Russische gevangenissen te hebben doorgebracht, wordt Aleksej Navalny (1976-2024) in opdracht van het moorddadige Poetin-regime vermoord in strafkolonie Polar Wolf. In zijn memoires blijft hij positief tot het einde. Yulia Navalnaya zet zijn strijd voort, wel buiten de landsgrenzen. Zodra ze voet op Russische bodem zet, wordt ook zij opgepakt. 

De boekenredactie van de Volkskrant noemde het boek na publicatie een les in volharding en idealisme. Huisdichter Tom Vennink droeg vorig jaar een gedicht op aan deze memorabele politieke activist. Hij wordt wel ‘the president that Russia never got’ genoemd. Een man die niet mag worden vergeten.

 

Als Russen Aleksej Navalny

Met zijn grote stappen zag lopen

 

Dan keken ze hem altijd na.

Want de meesten dachten:

 

dit is vast de laatste keer

dat ik hem in leven zie.

 

In zijn blauwe ogen, zo vaak

Besproeid met bijtende chemicaliën,

 

waar Poetins critici mee worden aangevallen,

fonkelde een vastberadenheid

 

en moed die veel Russen

nooit hebben begrepen.


Maakt de recente actie van Trump al dit verzet en het lijden zinloos? Dat vraag ik mij nu in alle ernst af. Navalny zou zich in zijn graf omdraaien.  


donderdag 13 februari 2025

Nooitgenoeg

Illustratie: Edel Rodriguez

Het lijkt inmiddels bijna schering en inslag: waar een dictator ten tonele verschijnt, verdwijnen (bepaalde) boeken. Het is de aftrap voor censuur op progressieve, kritische en controversiële boeken, boeken over onwelgevallige waarheden, over anders zijn, over gelijke rechten. Het is van toepassing op papieren boeken, e-books en luisterboeken en het treft vooral boeken voor kinderen. Trump werkt de Project 2025-wensenlijst netjes af. Die is opgesteld door de conservatieve Denk Tank ‘The Heritage Foundation’.   

Een paar van Trumps ideeën is anno 2025 te bespottelijk voor woorden. Gelukkig hebben de Denen meer gevoel voor humor. Voor de Oekraïners valt er echter bitter weinig te lachen...

In de diarree van decreten die Trump recent tekende, sneuvelde ook de ‘book ban coordinator’ die als laatste strohalm functioneerde in de strijd tegen censuur. Die censuur wordt doorgaans toegepast op verzoek van (oer)conservatieve ouders. Censuur werd in de jaren 2021-2023 toegepast op 36% van de Amerikaanse LGBTQI-boeken. Volgens de conservatieven in het Trump-kamp is de vuurzee in Californië de schuld van de lesbische baas van de brandweer van LA. Zo ver gaat het (al)! Overigens las ik ergens dat bijna 80% van de decreten die werden getekend in Trump I door rechters in het hele land werd teruggedraaid. Het goede nieuws is dat als een autocraat het veld ruimt, de boeken terugkeren. Dat gebeurt momenteel in Syrië, na de val van het Assad-regime.

De bekende Turkse schrijfster Elif Shafak zei in een recent NRC-interview dat boeken ons kunnen redden. Literatuur zorgt ervoor dat we ergens om geven. Ze zei in dit interview nog veel meer dat bij mij resoneerde. De geschiedenis laat ons zien dat als een democratie wordt vernietigd, de rechten van vrouwen en minderheden als eerste worden afgenomen. "We hebben nu meer vrouwen nodig in de publieke ruimte, meer minderheden. We moeten meer geëngageerd raken en verbonden. Het is een cruciaal moment voor solidariteit wereldwijd en sisterhood." Shafak werd in Ankara geboren, woonde enkele jaren in Spanje en nu al ruim 16 jaar in het Verenigd Koninkrijk. Ik lees momenteel haar laatste roman 'Er stromen rivieren in de lucht'. 

Volgende maand wordt in Nederland voor de 90ste keer de Boekenweek gevierd. Tot Boekenweekgeschenk werd dit jaar een novelle van Gerwin van der Werf gekozen, getiteld ‘De krater’. Volgens de CPNB-jury een tragikomisch en gelaagd verhaal geschreven in een sprankelende en lichte schrijfstijl. Die ligt van 15-23 maart als kado naast de kassa van de boekhandel. 

Als rupsje ‘Nooitgenoeg’ heb ik nogal een eclectische boekensmaak, al zeg ik het zelluf. Ik houd van veel genres en van binnen- en buitenlandse literatuur met en zonder hoofdletter L. Wereldliteratuur, literaire werken die nationale grenzen overschrijden en boeken met hedendaagse thema’s (fictie en non-fictie) hebben mijn voorkeur. Mijn favoriete auteurs blijf ik trouw tot hun einde. Boeken zijn een zalving voor de ziel en de geest. Nu de wereld dagelijks wordt geconfronteerd met de gestoordheid van Trump II en andere gekken trek ik mij graag terug in mijn leesbubbel. Die functioneert als een wal tussen mij en de boze wereld.

Vrienden Rolando y Paco brachten niet alleen een boerenkaas -met stalgeur- voor ons mee uit Nederland, ook het door mij felbegeerde boek ‘Oroppa’ van Safae el Khannoussi zat in hun handbagage. Sommige boeken wil je als lezer op papier (niet digitaal). Deze roman werd door VPRO Boeken uitgeroepen tot dé literaire ontdekking van najaar 2024. De boekenredactie van de Volkskrant ging een stap verder: El Khannoussi werd uitgeroepen tot hét literaire talent van 2025. De recensent van NRC noemde dit boek ‘een daverende debuutroman waarmee de auteur de Nederlandse letteren binnenstormde’ en Carel Peeters van Vrij Nederland vond het ‘een stilistisch verrassende roman waarin emoties worden geketend en bevrijd door de taal’.

De in Tanger geboren El Khannoussi (1994) kwam als 4-jarige naar Nederland. Haar grootvader kwam in de jaren '70 van de vorige eeuw als arbeidsmigrant naar Nederland, haar vader volgde later in zijn voetsporen. Zij ging naar school in Amsterdam en studeerde politieke filosofie aan de UvA. Nu doet ze daar haar promotie-onderzoek.  

Oroppa is het Arabische woord voor Europa. De roman gaat over een vrouw die op haar sterfbed door de dood wordt teruggespuugd, en over haar kind (Irad) dat het allemaal gadeslaat. Die vrouw om wie dit boek draait, is Salomé Abergel, een Joods-Marokkaanse kunstenares met een geheim. 

In de kelder van haar huis aan de Churchilllaan in Amsterdam staan schilderijen opgeslagen die de neerslag zijn van wat ze in de jaren '80 in Marokko meemaakte. Salomé werd vanwege een vage beschuldiging jaren vastgehouden en gemarteld in de kerkers van de Marokkaanse politie. Een vorm van staatsterreur die uitgroeide tot een nationaal trauma waaromheen in Marokko nog steeds een taboe hangt. Een politieman die haar beul was, komt haar in Amsterdam opzoeken. Oroppa is een boek van een lach en een traan. 

Het is een drukbevolkte roman, met veel personages en veel sprongen in de tijd. Zo krijgen levens van migranten diepgang en mensen -die voor sommigen slechts statistieken zijn- een gezicht. Ergens las ik dat dit boek niet gaat over wat Europa is maar wat het zou kunnen worden. Binnen het grote verhaal van Salomé worden kleinere verhalen beschreven. Die figuren hebben bijna allemaal hun wortels buiten continent Europa; in Marokko, Algerije en Tunesië. Met Europa hebben ze op z’n best een haat-liefdeverhouding. In de woorden van Salomé: ‘Europa is een genadeloze plek, dat is het honderden jaren geweest, mijn voorouders hebben daar lang naar mogen kijken, als toehoorders van een catastrofaal gerucht, en we hebben altijd gedacht: wat een ellende daar aan de andere kant van de zee.’ 

De muurschildering hiernaast deed dit jaar mee aan de uitverkiezing tot beste muurschildering ter wereld. Het werk van de Spaanse kunstenaar Slim Safont (1995) is getiteld De los primer en llegar hasta ahora (van hun eerste aankomst tot nu). Dit werk won niet maar werd tweede in de categorie Expert Spotlight. Het is een ode aan arbeidsmigranten die sinds de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw naar Spanje kwamen, in de Barcelonese wijk Sant Joan neerstreken en die verrijkten met hun aanwezigheid. 

Zo kan het dus ook. Spanje vaart op dit punt een andere koers dan Nederland. Mijn Vaderland heeft sinds vorig jaar een regering met de extreem-rechtse PVV. Die partij ziet migranten als het grootste gevaar, de reden van alle problemen in het land. Mijn nieuwe vaderland heeft een socialistische regering die coulanter is jegens migranten. Je hebt ze nodig dus laat ze dan komen en wees goed voor hen. De economie van beide landen kan niet zonder arbeidsmigranten, beide landen proberen ongebreidelde instroom te beteugelen en ongewensten terug te sturen maar hun aanpak van deze problematiek verschilt radicaal. 

Ik vond ‘Oroppa’ een rijk en verrassend boek dat ik met veel plezier las. Een roman met veel schwung, bloemrijke taal en een hoofdthema dat op vernieuwende wijze wordt beschreven, namelijk vanuit de kring van migranten zelf. Zelf ben ik als lezeres niet in staat om in januari van een nieuw boekenjaar al te bepalen of een auteur hét schrijftalent van het jaar is. Maar lezenswaardig is deze debuutroman van El Khannoussi zeker. Aanrader! 

Een andere roman die ik recent las en die mij evenzeer raakte, is de een na laatste roman van de Duitse auteur Bernhard Schlink (1944), getiteld ‘De kleindochter’. Zelf las ik de Engelstalige versie. Mijn Duits is goed genoeg om het in de oorspronkelijke taal te lezen maar toch geef ik de voorkeur aan een vertaling. (Zijn laatste roman heet ‘Het late leven’ en is ook prachtig.) Sinds de publicatie van de internationale bestseller ‘De voorlezer’ (1995) ben ik groot fan van deze auteur. Als voormalig jurist en rechter is hij nogal precies in het kiezen van zijn woorden. Die raken je doorgaans dan ook recht in het hart. En als Duitser is hij geen wegkijker (van de nationale geschiedenis). Dat vind ik ook belangrijk. Schlink schrijft vaak over de pijnlijke geschiedenis van zijn Vaderland. (De manier waarop wordt omgegaan met de Holocaust was de kern in het boek De voorlezer.) 

Duitsland gaat later deze maand naar de stembus en de vraag is welke koers het land daarna gaat varen. Komt er een regering met de extreem-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) of zal de gematigde stemmer daar overwinnen? Bij onze Oosterburen gingen honderdduizenden personen de straat op om te protesteren tegen een mogelijke politieke samenwerking met de omstreden politieke partij. AfD fulmineert minstens zo hard tegen migranten als de PVV in Nederland doet. 

Ook Duitsland, jarenlang de economische motor van Europa genoemd, dreigt stil te vallen. De Duitse auto-industrie is de race om de electrische auto aan het verliezen. Maar er is meer aan de hand. Verwaarloosde infrastructuur, de Deutsche Bahn (Duitse Spoorwegen) die het stiefkind van achtereenvolgende regeringen werd, gebrek aan personeel, te grote bureaucratie. Migratie lijkt echter het grootste hoofdpijndossier te zijn. Vom Westen nichts neues. Overal in het Westen hetzelfde liedje. Het land werd te statisch, veranderingen kwamen te laat. Stilstand is nu eenmaal achteruitgang. En wir schaffen das bleek moeilijker dan het destijds klonk uit de mond van Angela Merkel. Dus dit worden extra spannende verkiezingen. Die gaan de toekomst van Nederland en van Europa mede bepalen. 

Schlinks boek speelt zich af in het Duitsland van na de val van de muur en de hereniging van Oost en West. Het boek gaat onder andere over de kloof tussen die twee delen, met name over de keuzen die teleurgestelde Ostburger maken. 

Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van weduwnaar en boekhandelaar Kaspar in het huidige Berlijn die zijn echtgenote Birgit dood in bad aantreft. Hij komt erachter dat het geen zelfmoord was, maar wel een gevolg was van overmatig alcoholgebruik dat zijn oorsprong vindt in een vorig leven van Birgit. Zij bracht een belangrijk deel van haar leven in Oost-Duitsland door. Daaruit neemt ze een geheim mee dat ze nooit deelde met haar echtgenoot.

Studente Birgit wordt zwanger van Leo, een Oost-Duitse politiek leider. De relatie strandt. Na de geboorte kiest ze ervoor haar kind, een meisje, ter adoptie af te staan. Een vriendin brengt de baby naar Leo en zijn vrouw, zonder Birgit hiervan op de hoogte te stellen. Niet veel later ontmoet Birgit de West-Duitse student Kaspar die nieuwsgierig is naar Oost-Duitsland. Hij wil met eigen ogen zien hoe anders het leven daar is. Ze worden verliefd en hij bereidt haar ontsnapping naar het Westen voor. (Daarvoor moest hij een grote lening aangaan die hem belet zijn studie af te maken.) Via Praag en Wenen komt ze naar West-Berlijn. Daar zet Kaspar zijn eigen boekhandel op. Zij schoolt zich om eveneens boekhandelaar te worden. 

Het leven is goed samen maar Birgit heeft regelmatig behoefte haar eigen pad te bewandelen. Zo gaat ze in haar eentje naar de ashram van Bhagwan Sri Rajneesh in India. Daar besluit ze geen kind met Kaspar te willen. Bij terugkeer volgt ze een training voor goudsmit. Dat doet ze een tijdje. Daarna traint ze als kok en ook dat doet ze een blauwe maandag. Vervolgens wil ze een roman schrijven met autobiografische elementen. En ze wil herhaaldelijk op zoek naar haar dochter. Ze is rusteloos, lijdt af en toe aan depressie (waartegen ze pillen slikt), gaat overmatig drinken en dat leidt uiteindelijk tot haar ondergang. 

Kaspar leidt het leven van een intellectueel: concerten, klassieke muziek, theater, museumbezoek, literatuur. Dat leven komt tot stilstand nu hij rouwt. In nagelaten documenten vindt hij stukje bij beetje het vroege verhaal van Birgit. Namens haar gaat hij op zoek naar zijn stiefdochter. Die blijkt te leven in een uithoek van Oost-Duitsland waar mensen zich vooral slachtoffer voelen van ‘Die Wende’. Svenja, de afgestane dochter van Birgit, heeft inmiddels een eigen gezin. Zij en haar echtgenoot zijn overtuigde rechts-radicalen, die als neo-nazi’s Hitlers idealen verheerlijken en een leven als autonomen nastreven. Er is een kleindochter, Sigrun, die de extreem-rechtse kost met de paplepel krijgt ingegeven. De verschillen in zienswijze tussen haar en haar grootvader kunnen niet groter zijn. Hoe kom je desondanks toch tot elkaar? Je zou dit boek een poging kunnen noemen om onverzoenlijke standpunten en mensen met zeer uiteenlopende overtuigingen ietsje nader tot elkaar te brengen. Bijzonder in de hedendaagse gepolariseerde tijden.

Opa en kleindochter brengen steeds meer tijd met elkaar door en dat heeft grote uitwerking op beiden. Of en voor wie dat goed uitpakt, verklap ik niet. Dat moet je als aanstaande lezer zelf maar ontdekken. Ik vond dit een ontroerende (maar geenszins sentimentele) en boeiende roman. Aanrader!

 

zaterdag 8 februari 2025

Mooi joch!

Vandaag vieren we de verjaardag van onze nummer 2 in Bali. Damai is 14 jaar geworden. We waren niet letterlijk bij zijn geboorte maar dat scheelde weinig. Zijn pa was er niet bij, die werkte toen al in een ver buitenland. Mijn liefje en ik kwamen als eerste op kraamvisite. We kochten een gevlochten wieg voor de baby. 

Bij zijn driemaandenceremonie waren wij  de eregasten. Mijn liefje was bijna de hele dag met hem bezig. Toen ik hem een tijdje vasthield, greep hij mij linker wijsvinger vast en liet die niet meer los. Aanhoudend ventje. In een van zijn ‘doopnamen’ zijn onze voornamen verwerkt. Dat lieve gebaar van de ouders verraste ons. De holy man die de ceremonie leidde, verslikte zich er telkens in. Memorabel! 

Zijn ouders hebben minstens twee kwaliteiten. Ze zijn goed in het maken van mooie kids en ze kiezen aparte namen voor hen. De naam van hun tweede zoon betekent ‘Vrede’. Nu begrijp ik dat het ene waardevoller is dan het andere. Je naam kun je tijdens je leven veranderen, je gelaatstrekken niet zo gemakkelijk; tenzij je bent geboren in een rijk Westers land. Daar laten zelfs pubermeisjes tegenwoordig al aan hun gezicht knutselen.    

Zoals altijd vroegen mijn liefje en ik, hun oma’s-met-de-witte-huid (nenek kulit putih), wat Damai voor zijn verjaardag wenste. Wat hem en de andere kinderen van dit gezin typeert, is dat ze dan altijd even moeten nadenken. Ongeveer een week later kwam het antwoord. Hij had een hoodie gezien die hij heel graag wilde. Het was inderdaad een spetterend kledingstuk: een gebroken witte ziphoodie met donkerblauwe sterren en lichtblauwe letters van een Frans-talig merk. Ik zag dat het heel trending was op Instagram. Coole gozers van kleur showden ‘zijn’ capuchontrui. Die zou Damai ongetwijfeld goed staan met zijn kleurtje! 

Het was voor Balinese begrippen geen goedkope hoodie maar hij was er weg van. Dus wij gaven hem groen licht om door te gaan met de aankoop. De hoodie bleek op dat moment niet voorradig (‘habis stock’) maar Damai stond in contact met de online-winkel en hield zijn oog op het moment van ‘re-stocking’. Niet veel later meldde hij dat de trui weer op voorraad was. De levering kon weliswaar niet voor zijn verjaardag plaatsvinden maar wel rond Valentijnsdag. Ook goed!

Ondertussen speelde zich achter de schermen, buiten ons gezichtsveld, iets anders af in het gezin. Je moet weten dat nummer 1, grote broer Yuda (bijna 18), nooit veel wensen had als kind. Als hij na een dag bij ons met zijn moeder op de brommer naar huis reed, knoopten we hem een t-shirt van onszelf om, zodat hij het niet koud kreeg. Als het regende, deden we zelfs weleens een vuilniszak om hem heen. 

Hij vond alles goed dat we voor hem kochten en hem aantrokken. Later was hij een zeer gezeglijke puber met wie we weinig hadden te stellen. Hem ontdekten wij toen hij net 1 jaar oud was. Zijn ouders werkten allebei en hun eerste boreling verbleef dagelijks bij overgrootmoeder. Op de grond slapend naast zijn oma-oma, zonder luier, gevoed met suikerwater, gelegen naast de koe van de familie. Ze zijn hindoe, de koe is heilig voor hen. Bali, het Eiland van de Goden, is een van de weinige niet-moslimprovincies in de grote archipel van Indonesië. Dit kleine gezin was toen nog in andere omstandigheden. (Arm.) 

Nummer 2 is een kereltje met een heel andere persoonlijkheid. Hij houdt van dansen en muziek, maakt zelf muziek. Hij is een hartenbreker bij de meisjes. Als baby huilde hij vaak, als peuter en kleuter had hij nukkige buien. Hij wilde als jonkie altijd de beste zijn en winnen met spelletjes. Stak zijn vinger op in de klas, ook als hij het antwoord niet wist. Hij hield niet van t-shirts, gaf de voorkeur aan overhemden en nette polo’s. Knopen en kraagjes, daar was hij van. Die kochten we dan ook met plezier voor hem. Het verschafte hem de bijnaam ‘Bupati kecil’, de kleine burgemeester. Hij werd overigens de beste zwemmer van de familie (muzelluf meegerekend). Het verwondert mij niet dat Damai pubergedrag vertoont. Hij is ons er niet minder dierbaar om. 

De bijna-jarige appte ons tussen neus en lippen door dat zijn moeder de verzendkosten voor de hoodie zou betalen. Dat namen wij voor kennisgeving aan. Totdat bleek dat het om een relatief groot bedrag ging en hij daarover niet met haar had overlegd. Het kan zijn dat er toen al onmin was tussen puberzoon en moeder.

In de tussentijd gebeurde er nóg iets dat indruk maakte. Damai stuurde twee emotionele whatsapp-berichten aan zijn vader Ketut. Die Indonesische tekst ontvingen wij op een later moment van moeders. (Leve Google Translate!) Daarmee liet hij zijn pa weten dat hij nu ook weleens een keer een fatsoenlijke verjaardag wilde vieren. Zijn broers en zusje zijn geboren in een maand waarin Ketut doorgaans thuis is maar februari is eigenlijk altijd een vaarmaand. Pa werkt al jaren op een Amerikaans cruiseschip om zijn familie een beter leven te verschaffen. De eerste keren was dat grote opoffering vanwege een gebrek aan communicatiemiddelen en door heimwee. In de loop van de jaren werd dat gemakkelijker. 

Damai had op dat punt wel gelijk. Er zijn nauwelijks tot geen verjaardagen van hem te vinden in mijn ettelijke foto-albums waarbij pa aanwezig is en er groots voor hem wordt uitgepakt op zijn geboortedag. Zijn moeder en vader, inmiddels allebei persoonlijk in contact met ons over de kwestie, voelden zich hierover zeker ongemakkelijk. Maar ze waren het eens met hun mopperende kind. Dit jaar zouden ze een leuk verjaardsfeest voor hem organiseren. 

Klaarblijkelijk was er sprake van een stevig ruzie over het dure verjaardagskado en de nasleep. Als wij vanaf het begin hadden geweten hoeveel verzendkosten ermee waren gemoeid, hadden we ook dat bedrag overgemaakt naar de rekening van Elsa. Dan was dit niet uit de hand gelopen. Als we nog in Bali hadden gewoond, hadden wij ons op een directere manier geroerd in de kwestie. Nu wilden wij de boel op afstand niet ontvlambaarder maken dan die al leek te zijn. 

Wij wilden opkomen voor de jarige maar meenden niet te kunnen ingaan tegen de opvattingen van moeder en vader. Het is te begrijpen dat Elsa vond dat haar zoon niet eigengereid moest zijn. Dat hij eerst met alle betrokkenen moest overleggen om zijn plan tot uitvoering te brengen; niet alleen met ons. Dat lijkt mij een nuttige levensles. Maar die hoodie was hem zó gegund! 

We vroegen Damai, met pijn in ons hart, of hij plan B had. Nee, dat had hij niet. Hij gaf zijn plan A niet zomaar op. Uiteindelijk koos hij een alternatief verjaardagskado uit een andere winkel. Weliswaar niet zo trendy als zijn eerste keus maar het is een mooi wit linnen shirt dat hem cool staat. Met Mandarijn-kraag! 

Elsa appte ons -nadat het stof was neergedaald- dat de hoge leveringskosten niet per se het probleem waren. Ze was bang dat er fraude in het spel was. Er moest namelijk eerst 50% worden aanbetaald voordat de hoodie zou worden geleverd. (Dat lieten we maar zo.)

De jarige krijgt vandaag een verjaardagsfeest met alles erop en eraan: taart, slingers en een diner met zijn favoriete gerechten. Voor familie èn vrienden. Dat feest begint vanavond om 17:00 uur lokale tijd. (Bali loopt zeven uur op ons vooruit.) Er kwam een grote, blauwe taart met zijn naam erop gespoten voorbij, en een mooi vleesgerecht met veel rode pepers erin. Ook de liefde van een jonge man in Bali gaat door de maag. Hij kreeg daarin ruim voldoende training met ons (😉)

Hij appte dat hij een bos bloemen aan zijn moeder zal schenken op Valentijnsdag. Een lief gebaar van deze kleine boeddhist. Als teken van onze liefde stuurden wij hem een compilatie van de leukste momenten uit zijn prille leventje. Selamat hari ulang tahun, Damai sayang!


Nagekomen bericht: we ontvingen een foto van de kleurrijke verjaardagstaart. Nu met de kaarsjes die werden aangestoken... Met het cijfer 15 erop. Huh?! Het joch is toch echt geboren in 2011.  

We stuurden een whatsapp terug dat wij vrij zeker waren over zijn geboortejaar. Moeder wist het niet precies, pa ook niet, Birth Day Boy zelf evenmin. Zijn geboortebewijs werd erbij gehaald en ja hoor: wij hadden gelijk. Daar moet je dan liefhebbende oma voor zijn. Balinezen houden een andere kalender aan maar dat zou in mijn geval niet leiden tot een fout jaar. Nou ja, als de dag maar klopt! De taart zal er bovendien niet minder om hebben gesmaakt. Intussen is het huis vol met familieleden en vrienden en is de tafel afgeladen met lekkere hapjes. 


donderdag 6 februari 2025

Dagje in het riool

Onlangs betrapte ik het Jeugdjournaal op onjuiste berichtgeving. Daar werd het Nederlandse straatkunstwerk van Studio Giftig in Eindhoven uitgeroepen tot beste muurschildering ter wereld. Dat klopte niet. Ik zou het geen nepnieuws willen noemen. Het werk van dit getalenteerde Nederlandse kunstenaarsduo kreeg weliswaar niet de meeste stemmen uit het publiek, wel werd de schildering uitgeroepen tot het best in een andere categorie. Die van Expert Spotlight, waarbij een groep experts de keuze bepaalde. Het NOS Journaal nam die avond de foute uitverkiezing over zonder zelf te hebben gecheckt. Uit chauvinisme, denk ik. 

Die ware eer van beste ter wereld viel te beurt aan Nuno Miles. Hij schilderde in Portugal een hyperrealistische stier op een muur. Zelf vond ik het zeker niet de beste van alle inzendingen. Mijn stem kreeg het niet. Miles is een Portugees die is gepromoveerd in Media Arts aan de Universiteit van Lissabon en schildert sinds zijn kindertijd. 

Wat nóg vervelender was, is dat er dit jaar kennelijk werd gesjoemeld met de internationale volksstemming. Dat bericht trof mijn liefje, lezeres van veel Spaanse kranten, vanmorgen in een regionale Galicische krant aan. Lees dit maar een goed, sprak ze waarschuwend. Dat deed ik en stuiterde van mijn stoel. ¡Madre Mía! Was hierbij nou ook al sprake van manipulatie?! Twee deelnemers werden gediskwalificeerd voor het onrechtmatig ‘opblazen’ van het stemmenaantal. Waarschijnlijk waren er bots ingezet om dat aantal te manipuleren. Zo ook de maker van het kunstwerk dat de meeste stemmen kreeg. Nu kan het zijn dat kunstenaar Miles van niets wist maar dat zullen we waarschijnlijk nooit weten.  

De twee andere uitverkorenen behielden hun status; dus ook Studio Giftig.
 
Street Art Cities die deze jaarlijkse uitverkiezing online organiseert, herzag de uitslag en koos een nieuwe winnaar. Zonder dat er op de website een woord werd gewijd aan het hoe en waarom. De nieuwe winnaar is de Chileen Cristóbal Persona die een charangospeler op een muur in Fene (Galicië) aanbracht, met de Andes op de achtergrond.  Het is een zeer stemmig werk, wat mij betreft. Het lijkt wel een foto, zeker als je naar de handen op de gitaar kijkt. Ik heb meer met deze muurschildering dan met de stier. 

Mijn liefje en ik gingen recent op excursie naar de Murciaanse stad Alcantarilla om daar de vele muurschilderingen te bekijken. Die stad bleek ook een genomineerd kunstwerk te hebben dat zou gaan meedingen naar de titel van beste muurschildering ter wereld. We rijden al 20 jaar langs die stad zonder er ooit te hebben gestopt. Alcantarilla betekent ‘riool’ in het Spaans dus ik nam mij voor aan inwoners te vragen hoe het kon dat iemand hun woonplaats zo noemt. In de aanloop naar dat uitje downloadde ik alvast een routekaart met de 60 werken die er zijn te zien. 

We vreesden dat deze stad niet erg fraai zou zijn. We verwachtten vooral industrieterreinen, uit de grond gestampt voor dat specifieke doel. Niets bleek minder waar! 

Alcantarilla is eeuwenoud en zou in de vijfde eeuw voor onze jaartelling zijn gesticht. In de achtste eeuw na Christus zouden de moren de naam Al-Qantara, ofwel ‘de brug’ aan de plaats hebben toegekend. Veel woorden die beginnen met het Arabische lidwoord al- hebben het in de Spaanse taal overleefd: al-calde (burgemeester), al-godon (katoen) en al-macen (magazijn) maar ook al-fabet, al-gebra en al-chemie in de Nederlanse taal. Weer later gaven de Romeinen het achtervoegsel ‘illa’ aan de naam. In 1266 viel de stad in christelijke handen en werd de naam gewijzigd in Alcantarilla. Door de nabijheid van twee rivieren, de Segura en de Guadalentin werd het een welvarende landbouwstad en een belangrijk transportknooppunt. De stad stond aan Republikeinse zijde ten tijde van de Spaanse Burgeroorlog en vocht tegen het Franco-regime. Nu wordt de stad geregeerd door de Partido Popular (PP). Alacantarilla heeft tegenwoordig bijna 45.000 inwoners en is een stadswandeling zeker waard, wat mij betreft. 

De kaart met muurschilderingen bleek van weinig waarde te zijn. Het gaf absoluut niet goed aan in welke straat ze zich precies bevonden dus we hadden regelmatig contact met de plaatselijke bevolking om onze weg te kunnen vervolgen. Mijn liefje, kaartdraagster, onderhield de contacten over de route en dan kon ik passanten vragen naar de naam van hun woonplaats. Hoezo riool? Sowieso een lelijk woord. In die duisternis leven toch uitsluitend ratten? Een aantal bewoners legden de nadruk op het feit dat zij hun stad 'Alcantarilla Villa' noemen. Om de naam iets fraaier te maken. 

Het leverde leuke en soms zelfs mooie gesprekken op. Zoals met die mevrouw met bontkraag die vertelde dat haar zoon ooit in Duitsland was gelegerd. Waren wij soms ook Duitse vrouwen? Net zo blond en welbespraakt als haar zoon dat had ervaren. Of de dame op het pleintje in de zon die vertelde over een ander kunstwerk in haar stad, van een Australisch hoofd, dat ooit een grote prijs had gewonnen. Ze toonde het ons trots op haar telefoon. Dat bleek te gaan om werk van de Londenaar Dale Grimshaw die in 2022 de prijs voor de beste muurschildering ter wereld ontving. Het was een portret van iemand uit Papoea-Nieuw Guinea. Grimshaw is ook een straatkunstenaar met een grote internationale carrière. 

Woensdag bleek marktdag te zijn dus er waren relatief veel (oudere) vrouwen op de been. Alcantarillanen zijn ont-zet-tend aardig en geïnteresseerd. Dat komt waarschijnlijk omdat ze nauwelijks buitenlandse toeristen aantreffen. (Wij hoorden die dag alleen maar Spaans op straat.) De ene persoon die we de weg naar de straatkunst vroegen, was nog aardiger dan de ander. We zetten heel veel stappen die dag maar die 60 schilderingen zagen we niet. We struinden door de wijk San Pedro waar onder andere het neo-barokke stadhuis zich bevindt en de aparte kerk met dezelfde naam (San Pedro Apóstol). Binnen was er prachtig glas-in-lood te bewonderen, de zonnestralen maakten het extra mooi. Langs de Calle Mayor bleken zich wel enkele muurschilderingen te bevinden. In de wijk San Roque staat een kerk met dezelfde naam die tijdens de burgeroorlog functioneerde als staatsgevangenis. 

We zouden gaan lunchen bij restaurant ‘Alkimia’. De voorgaande dag had mijn liefje die kekke plek met aantrekkelijke kaart onder mijn neus geschoven. Ik verheugde mij erop! Het restaurant bleek dicht te zijn. Tja. Dat is zó Spaans. Hoeveel moeite is het om die info op de website te zetten?! We vonden een goed alternatief in gastrobar ‘A Bombo y Platillo’. Die bleek bij nader inzien meer stemmen te hebben dan optie 1. Lekker gesmikkeld, klaar voor deel 2 van de dag. 

We besloten een taxichauffeur te vragen ons naar het werk van kunstenaar Dulk te brengen. De Valenciaan Antonio Segura is ook een gerenommeerde internationale kunstenaar die jaarlijks vier à vijf grote werken maakt. Vorig jaar begon hij in Korea, reisde daarna naar New York, kwam naar Alcantarilla en vertrok toen naar Australië voor werk. Zijn kunstwerken zijn het directe resultaat van zijn reizen naar afgelegen gebieden en zijn herinneringen aan de wonderen van de natuur en aan wilde dieren. Zijn werk getuigt van een sterke ecologische overtuiging om de kwetsbaarste ecosystemen en soorten ter wereld te beschermen. Het genomineerde werk heet dan ook ‘Animales’. 

Het was een erg aardige chauffeur die het kunststuk van Dulk weliswaar niet kende -wij toonden hem een plaatje op de telefoon- maar zich had voorgenomen om niet te stoppen voordat we het hadden gevonden. Er waren nogal wat werkzaamheden in de wijk waarin het zich bevond. Hij moest dus een paar keer omrijden. 

Op enig moment zagen we iets kleurrijks in de verte dus hij spoot erop af. Het bleek niet het gezochte werk te zijn (wel van Dante) maar ik sprong uit de taxi om die schildering toch vast te leggen. Die stond op een muur van een onooglijke parkeerplaats in een onbeduidende straat. Met de kaart in de hand legde ik de chauffeur uit dat het werk van Dante heel dicht bij het werk van Dulk moest zijn. Ik stapte in, klaar voor het vervolg. 

De chauffeur draaide de auto om de parkeerplaats te verlaten. Pas toen viel mijn oog op de tegenover gelegen muur. Gevonden. Joehoe! Het kunstwerk bevond zich onder onze neus al was het zo hoog als een flatgebouw. Dus ik stapte weer uit. Een groepje fantasiedieren in warme herfstkleuren. Geen winnend werk maar wel heel mooi gedaan. Ik klopte de chauffeur amicaal op zijn schouders om zijn volharding. We gaven hem een leuke fooi. Ook hij maakte een foto. Om 's avonds aan moeder-de-vrouw te vertellen. Zijn avontuur van die dag met de Holandesas...

Tevreden reden we naar huis terug. Mijn webalbum is aangevuld met foto's van dit uitje.