Translate

woensdag 12 maart 2025

Herdenkingsjaar 2025

Het is dit jaar op de kop af 50 jaar geleden dat de Spaanse dictator Francisco Franco overleed. Francisco Franco Bahamonde (1892-1975) was de Spaanse generaal die de nationalisten aanvoerde bij het omverwerpen van de Tweede Spaanse Republiek. Hij regeerde het land daarna decennialang met harde hand. Die tijd wordt de Francoïstische dictatuur genoemd. De Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) ging aan dit Franco-regime vooraf. Na de dood van Franco ging Spanje op weg naar democratie en vrijheid. Die tijd wordt ‘La Transición’ genoemd. Het eindresultaat van deze transitie was een parlementaire monarchie, gebaseerd op een democratische grondwet, met een groot aantal rechten en vrijheden voor burgers. 

Franco’s overlijdensjaar was voor de regering van Pedro Sánchez (PSOE) reden om 2025 uit te roepen tot herdenkingsjaar. Herdenking is het streven van een samenleving om de fouten uit het verleden niet te herhalen en stil te staan bij de beginselen van waarheid, rechtvaardigheid en herstel die door de Verenigde Naties zijn erkend. 

Er zijn dit jaar veel activiteiten en evenementen in het land om de vrijheid en democratie te vieren op scholen, universiteiten en andere instellingen; met conferenties, documentaires, beeldende kunst, films en tentoonstellingen. De festiviteiten vinden een jaar lang plaats, binnen maar ook buiten de landsgrenzen; ook op Spaanse ambassades in Frankrijk, Portugal, Verenigde Staten en Latijns- en Zuid-Amerika. 

Veel Spaanse historici zijn het erover eens dat 1975 het begin was van een lang en moeilijk proces van politieke, economische en sociale transformatie. Spanje groeide van een geïsoleerde dictatuur uit tot een complete, open en welvarende democratie. “Spanje in vrijheid. 50 jaar” zal als reizende tentoonstelling door het land gaan en in elke provincie specifieke onderwerpen aan de orde stellen. De provincie waarin wij wonen, Alicante, was bijvoorbeeld de laatste Spaanse provincie die loyaal was aan de Tweede Republiek. Na de nederlaag vertrokken de laatste Republikeinse regeringsleiders vanuit de haven van Alicante naar hun ballingsoorden elders. 

De socialistische regering van Sánchez is schatplichtig aan de toenmalige strijders aan Republikeinse zijde. De premier trapte dit herdenkingsjaar af met een toespraak in het Spaanse parlement. Daarin zei hij onder meer het volgende. “Er is geen harmonie wanneer slachtoffers en beulen met elkaar worden vergeleken, wanneer historische leugens worden verspreid of wetten worden overeengekomen met vijanden van vrijheid en gelijkheid. Er is geen harmonie mogelijk als er sprake is van opzettelijke vergeetachtigheid en van vervalsing van de geschiedenis.” 

En ook “vrijheid is niet je arm heffen en ‘Cara al sol’ zingen”. Hiermee refereerde Sánchez aan de acties van de politieke oppositie; vooral die van Vox, de extreem-rechtse partij die alles uit de tijd van het Franco-regime vereert en deze pijnlijke geschiedenis liever uit de geschiedenisboeken weert. De Partido Popular -vergelijkbaar met de Nederlandse VVD- smeedde sinds de vorige verkiezingen in sommige Spaanse dorpen en steden een regeringspact met Vox en daarmee werd het cordon sanitaire doorbroken; net als wat de VVD in Nederland deed met de PVV. 


Illustratie: José Pablo García
De tekst van het strijdlied ‘Cara al sol’ is van José Antonio Primo de Rivera en dateert uit 1935. Deze Primo de Rivera was zoon van Miguel Primo de Rivera, een man die als eerste militaire dictator over Spanje regeerde (1923-1930). Ze waren van adel, zoon studeerde rechten en werd in 1934 zelf partijleider van de Spaanse Falange-beweging; dat was een nieuwe conservatieve nationaal-monarchistische partij. Het lied was een veelgezongen hymne met een martiale, heroïsche en strijdlustige toon die doet denken aan militaire en patriottische lofliederen. De falangisten sloten zich tijdens de Spaanse Burgeroorlog bij Franco’s franquisten aan. Franco won die oorlog in 1939. Net als de Duitse nazi’s en de Italiaanse fascisten hieven de Spaanse falangisten/franquisten hun rechterarm als groet. 

Het ‘Pact van het Vergeten’ was de titel van de overeenkomst waarin de voorwaarde werd verwoord die de franquisten stelden na de dood van Franco (1977), bij de overgang van dictatuur naar democratie. Deze wet verleende amnestie aan alle plegers van misdaden tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) en de dictatuur van Franco (1939-1975). Geen franquist zou worden gestraft voor zijn of haar daden. Eerlijk gezegd, vind ik de naam mooier dan de gedachte erachter... Maar als die wet er niet was gekomen, had er geen democratie kunnen ontstaan in dit tot op het bot verdeelde land. 

De ‘Wet op de Democratische Herinnering’ stamt uit 2007 en biedt genoegdoening aan slachtoffers van de Spaanse Burgeroorlog en de daarop gevolgde Franco-dictatuur. Deze wet kwam tot stand tijdens de linkse regering van voormalig premier Zapatero. Openlijk fascisme zou hiermee worden verboden. (Partij Vox houdt zich echter niet aan die regels...) 

Spaanse extreem-rechtse activisten promoten het zogenaamde ‘Platform 2025’ dat mij sterk doet denken aan ‘Project 2025’ van Trumps regering. Deze Spanjaarden zijn er voorstander van om de 50ste sterfdag van Franco juist te gebruiken als eerbetoon aan de man. Je kunt dit zonder twijfel een actie ter ondersteuning van de dictatuur noemen. In een Spaanse krant las ik recent dat meer dan 40 hoge legerfunctionarissen die vorig jaar afzwaaiden, onlangs hun handtekening zetten onder dit project. Zij zijn van mening dat Franco een heldhaftige soldaat was, een goede directeur van de Militaire Academie, terecht hoofd van een legioen dat belangrijk was voor Spanje. Een aantal van deze figuren werd in detail beschreven maar het gaat te ver om hierover uit te wijden. Mannen die regionaal lijststrekker werden voor Vox, die de PSOE onterecht van zaken beschuldigen. De wederzijdse hekel zit nog steeds diep. 

Spanje wil zich in dit herdenkingsjaar herinneren wie het ooit was, vieren wie het nu is en zich voorstellen wat het in de komende 50 jaar van vrijheid en democratie kan worden. Dit jaar is het tevens gastland van EUROPALIA, een tweejarig internationaal kunstenfestival dat het culturele erfgoed en de kunstscene van één land in de kijker zet. Aan Spanje dit jaar de eer. Vanaf oktober zullen de (150) festiviteiten starten. De belangrijkste expositie zal het werk van Fransisco de Goya (1746-1828) als middelpunt hebben. 

De Spaanse schrijfster Irene Vallejo, auteur van de bestseller ‘Papyrus’ die weer een nieuw boek schreef, werd laatst geïnterviewd door de boekenredactie van De Volkskrant. In dat interview zei ze dat boeken opslagplaatsen zijn van het geheugen. Tijdens de Franco-dictatuur waren veel boeken verboden in Spanje. In die tijd konden Spanjaarden hun eigen klassiekers dus niet lezen. De grootste dichters en schrijvers van het land, zoals Federico García Lorca, Miguel Hernández en Antonio Machado vielen onder deze censuur. 

García Lorca werd door de Franquisten vermoord in Granada aan het begin van de burgeroorlog, Hernández werd aanvankelijk door hen ter dood veroordeeld maar dit werd omgezet in levenslange gevangenisstraf. Hij overleed aan tuberculose, in een Alicantijnse cel. Vele Spaanse intellectuelen ondergingen eenzelfde lot. 

Gelukkig waren er boekhandelaren die verboden boeken vanuit Latijns-Amerika, waarnaar veel Spaanse ballingen waren uitgeweken, naar Spanje wisten te smokkelen. Vellejo’s ouders gingen naar deze handelaren. Je moest bevriend met hen raken en hun vertrouwen winnen zodat ze je meenamen naar de geheime plek in hun winkel waar de verboden boeken werden bewaard. Die kon je dan kopen voor een hoge prijs en thuis moest je die goed verstoppen. Die tijd ligt ver achter ons. ¡Fortunadamente! 

En vandaag begint in Nederland de 90ste Boekenweek.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten