Translate

maandag 18 november 2019

Snert in de sun

Op Vaderlandsche bodem is het momenteel 2 graden Celsius, hier halen we 's ochtends 10 graden niet meer. Ik kan mij niet heugen in november zo’n lage temperatuur te hebben meegemaakt. 

In het noorden van Spanje viel de eerste sneeuw, de skipistes rond Madrid zijn open. In die regio liep het verkeer aanvankelijk vast door de extreme sneeuwval. Op sommige bergpassen zijn nu sneeuwkettingen nodig. In de noordelijkste provincies van Spanje heerst momenteel Code Rood. Dat krijg je met poollucht!

In Nederland gaat men op korte termijn stoppen met de winning van aardgas vanwege de grote aardbevingschade die ontstond in Groningen maar wij zijn hier verguld met onze snorrende gashaard. We zetten ons schoentje niet voor Sinterklaas; die is momenteel toch niet in den lande. Mijn liefje bereidde afgelopen week een van haar beste erwtensoepen ooit. Een kwestie van very, very slow cooking. We vonden zowaar een ambachtelijk gemaakte rookworst in supermarkt ‘Costa Blanca’. Het eindresultaat was dik en vol smaak. We genoten van de goedgelukte winterse kost op een zonovergoten terras. Dubbel lekker & gezond!

Die winkel ligt vol met Hollandse producten die zijn afgestemd op deze tijd van het jaar: spliterwten, rookworst, chocoladeletters, speculaas, kruid- en pepernoten, marsepijn, kerststol en veel meer. Verder vind je er onder meer kalfskroketten, drop, hagelslag, pindakaas en een kleine selectie Nederlandse kazen. Het zijn heimweelekkernijen die in de top10 van menig expat voorkomen. Hoe ik dat weet? Er werd recent onderzoek gedaan onder Nederlanders die naar het buitenland emigreerden.

7.000 landgenoten deden aan het project ‘Vertrokken Nederlands’ mee. Dit onderzoek naar de Nederlandse taal en cultuur in den vreemde werd door het Meertens Instituut uitgevoerd, in opdracht van de Taalunie. Het is de eerste wereldwijde inventarisatie van het behoud of verlies van de Nederlandse taal onder geëmigreerde Nederlanders. Dat was spekkie naar mijn bekkie. Ik downloadde het meer dan 100 bladzijden tellende rapport en begon te lezen.

Geëmigreerde Nederlanders zijn een minder zichtbare en misschien veronachtzaamde doelgroep in de Nederlandse maatschappij. Eén deelnemer aan de enquête spreekt van “de algehele verwaarlozing van de Nederlandse buitenlanders door de overheid”. Daar heb ik zelf geen last van al ondervond ik dat aan den lijve. Ik trok namelijk eens aan de bel bij een Nederlandse ambassade in een heel ver land toen we daar, buiten onze schuld, in de problemen raakten. Men reageerde destijds niet eens op mijn verzoek tot hulp en bijstand. Dat werkte zeer ontnuchterend. Ik stelde mijn verwachtingen bij. Naar beneden, welteverstaan.

De opstellers van het rapport geven niet aan wat wordt verstaan onder een migrant maar men maakt wel onderscheid tussen expats, grensmigranten en gepensioneerden. Ze zijn van mening dat vervolgonderzoek nodig is. Er wordt geschat dat het wereldwijd over 700.000 à 1 miljoen Nederlanders buiten de langsgrenzen gaat. Ik vroeg mij in alle ernst af waarom men dat getal niet precies weet. Er wordt immers zoveel, zo precies vastgelegd door onze ambtenaren? Het Centraal Bureau voor de Statistiek barst uit zijn voegen van de gegevens!

Ik weet niet hoe je in zo’n onderzoeksbestand terechtkomt. Ons is in ieder geval (nog) nooit gevraagd eraan deel te nemen terwijl mijn liefje en ik toch al 20 jaar buiten de landsgrenzen leven. Ik vermoedde dat onze (bewuste) onzichtbaarheid op sociale media daarvoor een verklaring kon zijn. 

Welnu, dat blijkt inderdaad het geval. Alles verloopt via Facebookgroepen en -pagina’s. Nederlandse migranten in Europa blijken op sociale media zelfs in 155 van die groepen te zijn vertegenwoordigd!
Voor dit specifieke doel werd een openbare Facebookgroep ‘Vertrokken Nederlands – Emigrant Dutch’ opgericht. Dit gezelschap telde op 1 oktober van dit jaar 1.070 leden. Ook emigrantenverenigingen in het buitenland werden bij de voorbereiding van het onderzoek betrokken. Men maakte tevens gebruik van zogenaamde burgerwetenschappers, een idee dat ontstond tijdens een workshop ‘Citizen Science Lab’ van het Leidse Lorentz Center. BW’s zijn niet-wetenschappelijke personen (in binnen- en buitenland) die meewerken aan langlopend of kort wetenschappelijk onderzoek.

In grafieken van hoofdstuk 1 zag ik dat onze vertrekdatum lag in een periode van dalende emigratie; wij waren in die periode (1999-2000; de een ging enkele maanden eerder dan de ander) twee van de circa 36.000 Nederlanders die naar het buitenland verhuisden. Vanaf het jaar 2000 stijgt het aantal Nederlandse migranten weer flink. Hun totale aantal in de periode 1995-2018 ligt op 947.416 (aldus CBS). Mijn liefje en ik zijn destijds meegeteld in het aantal dat naar het Verenigd Koninkrijk vertrok. Daarmee werden we er twee van de 77.539. In dat jaar vertrokken er 51.063 naar Spanje.

Dit pilot-onderzoek bestond uit twee enquêtes (zowel in de Nederlandse als de Engelse taal), één woordenschattest en een test van de kennis van Nederlandse uitdrukkingen.

Enquête 1 over taalkeuze vonden de participanten veruit het interessants; in totaal werden bijna 7.000 formulieren geheel of gedeeltelijk ingevuld. (Slechts 263 kwamen uit Spanje retour - versus 121 formulieren van enquête 2). Duf stelletje? Hier zitten vooral gepensioneerden. Tweederde van de populairste vestigingslanden leverde overigens de meeste respons dus het onderzoeksteam is tevreden.

Meer dan de helft van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek emigreerde alleen, bijna 25% deed dat met partner. Hun gemiddelde leeftijd is 50. Er deden iets meer vrouwen mee dan mannen. Bijna 73% van hen emigreerde langer dan tien jaar geleden. Ruim 88% van de Nederlandse deelnemers gaf aan, één of meer keren per jaar of per vijf jaar naar het Vaderland te reizen. Wij bezochten het tijdens dit voorjaar en keren volgend jaar zomer terug.

Nederlanders die meer dan 50 jaar geleden emigreerden, gaven hun taal vaak snel op.  38% van hen spreekt hun moerstaal nooit meer. Dat blijkt echter niet te gelden voor de migranten die in de 21ste eeuw naar het buitenland vertrokken. Het behoud van de moedertaal wordt tegenwoordig als belangrijk gezien en meertaligheid wordt positief beoordeeld. 97% van hen spreekt nog wekelijks Nederlands. Mijn liefje en ik zijn migranten van voor/rond de eeuwwisseling maar ik realiseer mij dat we samen vertrokken. Onze voertaal in huis is en blijft Nederlands, met steeds vaker een probleempje om het juiste Nederlandse woord te vinden. Engels, Spaans… Verwarring!

De Nederlandse taal wordt door respondenten met een vroege migratiedatum en hun kinderen regelmatig op de hak genomen, vanwege zijn harde g- en r-klanken (“klinkt als een keelziekte”). De geldt ook voor de Nederlandse keuken die met enige afschuw wordt genoemd: broodlunch in plaats van warm eten, het prakken van eten, het eten van kaas, drop, haring, patat met mayonaise of appelmoes, bleke kastomaten. Net als het meenemen van aardappelen op vakantie. Zelf haal ik de krenten uit de pap: Bolletje volkoren beschuit met hagelslag, zelfgebakken friet met mayo of oude boerderijkaas laat ik niet aan mijn neus voorbijgaan. Denkend aan Haagse Robbie’s haring loopt mij het water in de mond. Eens een kaaskop, altijd een kaaskop. In dit rapport las ik de grap dat we als kaaskoppen moeten uitkijken niet te smelten in de zon.

De meeste migranten volgen Nederlandstalige media op de voet: bijna 97% van hen leest Nederlandstalig nieuws online. 70% doet dit zelfs dagelijks of wekelijks. Wij zijn beiden news junkies dus wij lezen bijna alles online dat ons boeit: Nu.nl, Kranten.com, NOS, Blendle, FD, NRC, de Volkskrant. Ruim 73% van de deelnemers die deelnam aan de enquête kijkt Nederlandstalige televisie; 26% doet dat dagelijks of wekelijks. 94% van hen leest Nederlandse of Vlaamse boeken; bijna 37% doet dit dagelijks of wekelijks. (Later meer hierover.)

Enquête 2 ging over culturele gewoonten. Lezen emigranten Nederlandse boeken, sprookjes, strips en rijmpjes (of lezen ze daaruit voor)? Zeker. Luisteren ze naar Nederlandstalige radio of muziek? Zeker, maar in mindere mate. Kijken ze naar Nederlandse tv-programma’s? Heel zeker. Populaire actualiteitenprogramma’s blijken het NOS-journaal, De Wereld Draait Door, Pauw, Jinek, M en Buitenhof. Ruim 13% van de deelnemers aan de enquête kijkt er dagelijks naar en bijna 34% doet dat vaak. 80% van de deelnemers leest weleens Nederlandse verhalen, columns en/of blogs op het internet of kijkt naar vlogs.

Worden moppen over Hollanders verteld? Konden de participanten aan dit onderzoek zelf een mop bedenken? Zelf zou ik er geen hebben kunnen vertellen maar het rapport tilt een tipje van de sluier op. Daar gaan we! Hoe herken je een Nederlandse tent op de camping? Er hangt wc-papier aan de waslijn te drogen. Kent u dat verhaal van de Nederlandse keuken? Nee? Precies! Wat is de overeenkomst tussen Amsterdam en de Tour de France? Allemaal drugsgebruikers op fietsen. Wanneer zie je een Nederlander hard lopen? Als er een cent over straat rolt. Wat is de gelijkenis tussen een verstandige Hollander en God? Niemand heeft ooit een van beide gezien. De bekende negatieve eigenschappen.

Ruim 97% van de Nederlandse deelnemers aan het onderzoek maakt, koopt of eet weleens typisch Hollandse lekkernijen. De lekkernij die met stip op 1 staat, is..... taaaadaaaah: de Goudse stroopwafel! Die werd 1.100 keer  expliciet in de enquête genoemd. Hulde aan Koekenbakker van Kamphuisen. Of de Groot. Het is niet geheel duidelijk wie de bedenker was van dit suksesvolle Hollandse exportproduct. Wel weten we zeker dat het eerste exemplaar rond 1850 in Gouda werd gebakken.

Regelmatig nuttigen (of delen) we er eentje bij ons dagelijkse kopje koffie. Nee, geen Senseo. Dat vinden we nou juist geen exportproduct. Doe ons maar Nespresso. In voorgaande jaren vroegen we vrienden en familie altijd die lekkernij voor ons mee te brengen. Heimweeproductenworden ze in het rapport genoemd; mooi gevonden. Na vele jaren kunnen we hier nu Hollandse stroopwafels in Spaanse en Nederlandse supermarkten kopen. Inmiddels zijn zelfs onze Spaanse overburen Guillermo & María Angélica uit Madrid dol op deze Hollandse wafel. Mijn liefje neemt ze als tractatie mee naar taalles, we deden ze eerder kado aan onze Britse Franse en Chinese kennissen. Hollands cultureel erfgoed dat op de UNESCO-lijst zou moeten staan!

In de test van de woordenschat werd opmerkelijk slecht gepresteerd: de gemiddelde score lag op 42 punten (op een schaal van 100). Nederlandse mannen scoorden iets hoger dan vrouwen: 44. Dikke onvoldoendes! Deste opmerkelijk daar meer dan driekwart van de Nederlandse ondervraagden een HBO- of universitaire opleiding afrondde. Het migratiejaar bleek geen invloed te hebben op deze score. Het maakt dus niet uit of iemand vijf of 25 jaar geleden emigreerde. In Italië, Frankrijk en Spanje waren de scores per saldo het hoogst. Het ging echter om tè kleine aantallen en te weinig verschillen om er een conclusie aan te verbinden.

Tenslotte werden deelnemers gevraagd om zichzelf te beoordelen op taalbeheersing. Ruim 58% van hen gaf aan het vaardigst te zijn in Nederlands. Op de tweede plaats komt Engels maar het percentage participanten dat dat heeft ingevuld, ligt aanzienlijk lager: 17%. Daarnaast geeft ruim 9% aan een andere taal dan het Nederlands of het Engels het best te beheersen. Sommige deelnemers beschouwen zichzelf tweetalig: bijna 9% noemt de talencombinatie Nederlands-Engels, ruim 6% noemt Nederlands en een of meer andere talen.

De belangrijkste bevinding uit dit onderzoek is volgens de opstellers dat er onder geëmigreerde Nederlanders behoefte bestaat aan een digitaal of fysiek informatiecentrum over de Nederlandse taal, cultuur en onderwijs. Zo’n centrum kan een belangrijke trait-d’union zijn tussen emigranten en de Lage Landen. Het kan ervoor zorgen dat emigranten beter en gemakkelijker informatie krijgen op de drie genoemde terreinen. Wij zijn immers onbezoldigd ambassadeurs van de Republiek der Nederlanden. Daar komt bij dat een deel van de emigranten op termijn remigreert. (Wees gerust, persoonlijk ben ik dat niet van plan.)

Ruim 57% van de deelnemers aan dit onderzoek werd lid van een Nederlandse gemeenschap in het land van vestiging; omwille van de welbekende Hollandse “gezelligheid”. Daarin vallen wij volledig uit de toon. Wij hebben het hier al gezellig genoeg in de eigen kennissen- en vriendenkring. Wel meldde ik mij recent aan als burgerwetenschapper. Volgens mij ben ik nummer 30.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten