Gedurende de tijd dat wij in dit dorp verbleven, overleden twee
dorpsgenoten. 's Ochtends
vroeg en 's avonds hoorden we de heilige man oude teksten reciteren door een
microfoon. Doorgaans heeft dat iets rustgevend maar eergisteren en de dag
ervoor werd er gebeden en gezongen door iemand die niet had misstaan in een
stand-up comedy. Het klonk alsof hij allerlei typetjes nadeed. Mijn liefje en
ik werden er een beetje lacherig van.
Gisterochtend hoorden we muziek dichterbij komen dus ik besloot mijn neus
buiten het resort te steken. Dat deed ik op het juiste moment: een enorme stoet
mannen, vrouwen en kinderen in traditionele kleding liepen achter de kist van de
overledene aan. Het was bepaald niet de eerste ceremonie die ik meemaakte. Alhoewel
ik niet in sarong was gekleed, werd ik gedoogd. Balinezen zijn wat dat betreft wel
nieuwsgierige toeristen gewend.
Hindoes geloven in reïncarnatie en zij cremeren hun doden. Crematie is
een voorwaarde om op aarde te kunnen terugkeren. Het bleek te gaan om de
belangrijkste holy man van Lovina. Putu, een oude bekende, vertelde mij in de
optocht dat de man drie maanden geleden ernstig ziek werd. Hij was nog
betrekkelijk jong, begin 60. Het leek alsof het gehele dorp uitliep, de stroom mensen
was enorm. De wit-gele kist (bade) met foto van de overledene, stond op een
bamboeplateau dat op de schouders van stoere kerels werd gedragen. Holy men
zijn overigens altijd geheel in wit gekleed. Aan beide zijden van de kist stond
een in witte en gele stof omwikkelde jongeman, een van hen zwaaide met een
scepter, een kip-op-een-stokje.
De banjar gamelan, het plaatselijke muziekgezelschap, bepaalde het tempo
van de bewegingen. De kist werd meermalen omhoog getild, omlaag geduwd en rondgedraaid.
Dat doet men om zeker te weten dat de overledene dusdanig in de war raakt dat
hij niet meer naar zijn aardse familie en zijn thuis kan terugkeren. Dat
gebeurde telkens onder een hoop gejoel. Een Hindoe-crematie heeft ogenschijnlijk
niets verdrietig. De stoet liep langs de tempel die direct aan zee staat. De
crematieplaats bleek echter gewoon onder de bomen te zijn, op de wandelboulevard
langs de Balizee.
Er werden rondjes gedraaid met de kist, naaste familie hield een wit
snoer vast waarlangs de bewegingen werden gemaakt. De kist werd op de grond
gezet, de overledene werd in zijn lijkwade op de vuurplaats gelegd die
vervolgens werd overkapt. Toen het vuur werd aangestoken en de naaste familie
zich om het lichaam heen schaarde, was het voor mij tijd om te gaan. Niet omdat
ik de ceremonie niet verder kon aanzien maar omdat ik beloofde twee
speelmaatjes van de mannetjes uit te zwaaien. Eenmaal terug in het resort vertelde
een medewerker mij dat de overledene, Jro Mangku Gede Loster, jaren geleden ook
hun familietempel ter plekke had ingewijd. Het vuur wakkerde nog urenlang, zag
ik later op de dag vanuit de verte.
Op diezelfde dag zag ik 's middags een halo om de zon; altijd bijzonder om
te aanschouwen. De Hindoekalender bepaalt op welke dag een ceremonie mag
plaatsvinden. Wij maakten deze week tevens een (super)volle maan mee dus het
was een goede tijd voor festiviteiten.
Om het goede rapport van Yuda en het begin van de schoolvakantie te
vieren, besloten we op zondag jongstleden naar een nieuw pretpark in de buurt te
gaan, genaamd Krisna Funtastic Land, dat
op 12 november opende. Elsa had haar zonen eerder naar binnen geloodst maar toen
maakten ze geen gebruik van attracties. Een ritje kost in het weekend 17 à 22.000
Rpi per persoon (€1.25 à 1.50) dus dat kan niet iedere Indonesische familie zich
zomaar veroorloven. Maar daar heb je suikeroma’s voor. De beide mannetjes
kwamen op hun paasbest aan, ze hadden er zin in.
Om vijf uur in de namiddag kwam de regen echter met bakken uit de hemel. Een
donkergrijze deken daalde over ons neer dus we besloten het vertrek uit te
stellen. Dat hebben we geweten! De oudste bleek zum Tode betrübt… nog nooit zag ik zulke dikke tranen
over zijn wangen rollen. Hij dacht dat uitstel afstel betekende en was
ontroostbaar. We wisten niet hoe snel we moesten melden dat we zouden
vertrekken zodra de regen ophield. Een uurtje later was dat het geval. Toen
waren zijn tranen inmiddels op. Ik begrijp zijn stress wel. Zelfs voor mijn
generatie zijn pretparken en circussen doodnormaal. Hier komen ze van heinde en
verre, zelfs in volle bussen van Java, om iets dergelijks te beleven.
We kwamen dan ook in een gi-gan-ti-sche file terecht en dat is niet
verwonderlijk als je bedenkt dat het lang duurde voordat Noord-Bali serieus vertier
ging verschaffen aan de lokale bevolking. Nu gaat het in een stroomversnelling: er is een lunapark, een zeilschooltje, er zijn speeltoestellen in zee, je kunt inmiddels parasailen en waterscooters huren (helaas) en zwembaden schieten overal als paddenstoelen uit de grond. Moeder Elsa moest
die avond koken in de villa van haar werkgever dus ze zette ons bij de ingang van
het pretpark af en reeds terug. We spraken af dat we elkaar op een later moment
bij diezelfde ingang zouden treffen en dan samen onze weg zouden vervolgen.
De eerste attractie die we uitprobeerden, was de roller coaster voor
kinderen. Mijn liefje verklaarde zich bereid in de lange rij te gaan staan om
kaartjes te kopen, terwijl ik twee ogen op de mannetjes hield. Je moet er niet
aan denken hen in een Indonesische mensenmassa kwijt te raken. Wij waren de enige orang kulit putih (witte mensen). Damai (5) en ik gingen voorop,
Yuda (9) en mijn liefje stapten in het karretje achter ons. De kinderen zijn nog te
klein om alleen te gaan al zit je in de riemen en kom je niet hoger dan drie
meter van de grond. Wij vielen echter geenszins op: de meerderheid van de reizigers was ruimschoots volwassen. Dat vond ik wel ontroerend. Damai was een beetje bang door de snelheid
en de bochten dus die zat extra stevig in mijn armen, Yuda was door het dolle heen. Wijzelf waren gematigd
enthousiast. Tja.
Inmiddels schemerde het. De volgende attractie was de kereta api, een
treintje op een hoge rails waarin je een groot deel van het verlichte park kon
overzien; het bleek dé favoriet van Damai. Het duurde minstens een half uur voordat
we het hoogste platform bereikten. De mannen hadden ogen op steeltjes, ik zag de
adrenaline uit hun oren komen. We wisselden van samenstelling, Yuda kwam nu naast
mij zitten. Hij trapte zo hard mee op de pedalen dat onze trein af en toe uit de
bocht leek te vliegen. We reden zelfs over een daar geparkeerd echt vliegtuig heen. Het kereltje stuurde ons echter geconcentreerd en vaardig langs het traject, mijn
liefje en Damai reden deze keer voor ons uit.
Op dat moment was Elsa nog in geen velden of wegen te bekennen. We stuurden
een bericht met de vermelding van onze locatie op het terrein. Ze bleek wederom
in een file te staan, nóg langer deze keer. Wij besloten door te stomen naar
attractie nummer 3, het lampionnenfestival. Dat vonden wij, oudjes, een schot in
de roos.
Er waren verlichte Disney-figuren, grote dieren, Aziatische taferelen, het New Yorkse vrijheidbeeld, de Eiffeltoren en nog veel meer. Met een bootje kon je langs alle beelden varen. Zelfs de kleine zeemeermin, mijn favoriete Disney-figuur, was er! Daarna was het de hoogste tijd Elsa te gaan zoeken maar de mannetjes somden op wat nog op hun programma stond voor die avond: de botsautootjes en een bezoek aan een echt vliegtuig, op het 5 hectaren grote terrein. Wij vonden het welletjes. Elsa bleek nog steeds onderweg dus wij spraken af elkaar in een nabijgelegen restaurant te treffen. De jongste viel aan tafel in slaap voordat zijn moeder arriveerde, de oudste zat dromerig voor zich uit te kijken. Die deed alle attracties in gedachten over.
Morgen gaan we naar de school van Damai, waar hij optreedt in een Balinese dansvoorstelling. Met elkaar houden we zo mooie tradities in ere.
Er waren verlichte Disney-figuren, grote dieren, Aziatische taferelen, het New Yorkse vrijheidbeeld, de Eiffeltoren en nog veel meer. Met een bootje kon je langs alle beelden varen. Zelfs de kleine zeemeermin, mijn favoriete Disney-figuur, was er! Daarna was het de hoogste tijd Elsa te gaan zoeken maar de mannetjes somden op wat nog op hun programma stond voor die avond: de botsautootjes en een bezoek aan een echt vliegtuig, op het 5 hectaren grote terrein. Wij vonden het welletjes. Elsa bleek nog steeds onderweg dus wij spraken af elkaar in een nabijgelegen restaurant te treffen. De jongste viel aan tafel in slaap voordat zijn moeder arriveerde, de oudste zat dromerig voor zich uit te kijken. Die deed alle attracties in gedachten over.
Morgen gaan we naar de school van Damai, waar hij optreedt in een Balinese dansvoorstelling. Met elkaar houden we zo mooie tradities in ere.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten