Translate

zaterdag 13 november 2010

Bali Clean & Green

Eergisteren ontvingen wij een brief van de burgemeester. Nu is hij niet bepaald de burgervader die wij ons hier hadden voorgesteld maar desalniettemin lazen we zijn schrijven. Hij riep ons op mee te doen aan de plaatselijke 'Clean & Green'-campagne. Het strand van ons dorp zou de volgende ochtend worden schoongemaakt. 'Bali Green' heeft betrekking op het planten van bomen; dat was nu niet aan de orde. De actie zou 's ochtends om 6 uur starten. We vertelden tuinman Putu Arsana over de oproep; ook hij zou van de partij zijn. Voor de zekerheid zetten wij de wekker. Om 5 minuten voor 6 kukelde een schorre haan ons wakker. Brrrr. Dat viel niet mee. De avond hieraan voorafgaand was het voor mijn doen laat geworden, Ik had gekeken naar het BVN-programma 'Sta op tegen kanker'. Het doel van de avond was fondsenwerving voor KWF Kankerbestrijding. De persoonlijke opzet van het progamma greep mij aan. In Nederland sterven 5 mensen per uur aan deze ziekte. Kanker raakt iedereen. Iedereen in de zaal bleek wel een dierbare of kennis te hebben die aan kanker lijdt of (over)leed. Mijn nachtrust werder daardoor korter dan gehoopt. Zes uur 's ochtends was wat mij betreft te vroeg voor de douche. Ik schoot in de kleren en pakte het gereedschap: twee harken en twee vuilniszakken voor onszelf, een sikkel en een emmer voor de tuinman. Balinese mannen maken stoer schoon.

Op weg naar het centrale dorpsstrand zag ik de Russische buren -die zich inmiddels gedeisd houden- in de speedboot op zoek gaan naar dolfijnen. Ook zag ik een lokale visser met een gevulde emmer vanaf zijn prahu (lokale prauw) naar het strand lopen om daar de manden van wachtende vrouwen te vullen. Als je aan zee leeft, is er altijd veel te zien.
Het animo voor Bali Clean bleek in eerste instantie niet groot: slechts een handjevol Balinese mannen in trainingspak en 1 Australiër op flip-flops meldden zich met ons op de afgesproken plek. Wij begonnen maar alvast een beetje te harken terwijl de lokalo's om ons heen drentelden. Wat mij betreft ging en gaat het vooral om het verwijderen van plastic van het strand. Plastic -like diamonds- is namelijk helaas 'forever'. Het duurt vele generaties voordat het materiaal in de natuur is afgebroken. Daardoor is het dodelijk voor het leven in zee.
Toen de eerste hoopjes vuil waren gevormd, stelde een van de mannen voor ze in brand te steken. Ik schrok. Het deed mij veel deugd dat hij door zijn collega's werd gecorrigeerd: 'tidak baik, polusi' ofwel: niet goed, verontreiniging. Het lijkt een kleine stap maar het is heuse vooruitgang!

Na een half uur waren er aanzienlijk meer schoonmakers op het strand. Op vrijdag is het sportdag op de meeste scholen in Bali. Dat blijkt een sterke traditie: werkelijk alle volwassenen liepen in sportkostuum. Het schoonmaakteam bleek grotendeels te bestaan uit plaatselijke en provinciale ambtenaren. Ook nu weer: vrouwen met vegers en bezems, mannen met sikkels en emmers. De dames vonden onze aanwezigheid reuze interessant: mijn liefje ging regelmatig op de (telefoon)foto met giechelende dames.
Zelf maakte ik onder andere kennis met het Districtshoofd, die redelijk Engels sprak en ook rondliep in sportkleding. Toen ze mij meldde dat zij de enige vrouwelijke districtmanager is in de regio, riep ik enthousiast: “émansipasi baik sekali!” Ze glom van trots. Ik vroeg geïnteresseerd door: “wat behelst uw functie zoal?” Enthousiasme en trots golden nog steeds maar het antwoord bleek minder eenvoudig dan de vraag. Na een stilte zei ze: 'uw villa administreren'. Voilà. Als ik het niet dacht: ben ik ook nog haar werkgeefster. Zij wist overigens exact dat wij de twee vrouwen van de villa zijn. Langzaam harkten wij ons een weg naar de eigen stulp die in het uiterste westen van het strand ligt. Om 8 uur stapten we over onze eigen zeewal. Het strand werd redelijk schoon. Wij waren toe aan een Nespresso. Ik voel mij een bemazzeld mens: ik had Balinese ambtenaren aan het werk gezien (sorry Ber)!

We beleven op dit moment heldere, frisse dagen in het noorden van Bali: de zon schijnt onvoorwaardelijk, de luchtvochtigheid is matig, wolken blijven achter het huis, het zwembadwater is heerlijk, het uitzicht prachtig. Als ik vanaf het terras over het water naar links kijk, zie ik Java liggen. Wij wonen hemelsbreed op circa 1.400 kilometer van de onrustige Merapi; de rookpluimen kunnen we dan ook niet met eigen ogen zien. Ik vind het een bizar idee dat zich daar een natuurramp afspeelt. Jogyakarta veranderde vanwege de uitstoot in de afgelopen weken in een sneeuwlandschap. Het aantal doden steeg tot 206 personen. Men is begonnen met het schoonmaken van de Borobudur (UNESCO-wereldwonder) alhoewel de berg nog steeds kokendhete gaswolken uitstoot.
Ook de Gunug Batur roert zich inmiddels. Deze 1717 meter hoge berg is een van de twee actieve vulkanen op Bali. Deze week werd de status verhoogd van 'actief-normaal' naar 'alert'. De vulkaan, die nu een rookpluim uitstoot, ligt op circa 50 kilometer van ons dorp. Toeristen mogen de berg niet meer beklimmen. De bijgevoegde foto maakte ik zelf in 2005, in rustiger tijden. Bali Green? Nog wel...