Translate

maandag 17 december 2012

Geen haaievin of vogelnest

De eerste etalage die ik bekeek op de ochtend na aankomst in Kuching, was een Chinese. Van Theo. Theo Who? Van Teo Woo Chang. Hij heeft toestemming van het staatshoofd van Sarawak om haaievinnen en vogelnestjes te verkopen. Voor Chinezen is het een delicatesse, men trekt er soep van. Vanuit het oogpunt van solidariteit met de haai ben ik tegen het eten van vinnen.

Verder kun je mij veel aanbieden dat ik met plezier zal nuttigen. Voor vertrek naar Borneo verheugde ik mij al op het plaatselijke eten. Met veel Chinezen, Indiërs en Maleiers in dit land, moest de nationale keuken wel ongekend lekker zijn, dacht ik. Dat bleek zo te zijn. 
Ik geniet vooral van de diverse soorten laksa die hier worden geserveerd. Het zijn heerlijke maaltijdsoepen met noodles die zich goed laten smaken als lunch. Er zijn twee grove verdelingen in laksa: curry laksa (op basis van kokosmelk) en asam laksa (een zurige variant). Persoonlijk vind ik de curry laksa’s het lekkerst. Je hebt laksa met kip, met schaal- en schelpdieren, met vis, met uitsluitend groenten. Ook de soorten noodles verschillen per gerecht. De vulling is redelijk licht verteerbaar maar je kunt de soep zo vullend maken als je wilt.

Mijn eerste laksa met zeevruchten at ik in Sabah, in een stadje aan de zee. De jongeman die in het betreffende restaurant serveerde, sloeg zijn handen ineen en bracht die naar zijn mond toen ik mijn bestelling opgaf. Ik vroeg hem waarom hij zo reageerde. Het bleek zijn favoriete schotel te zijn. Hij vertelde ons dat zijn ouders afkomstig zijn uit Java maar dat hij volbloed Sabahan is. Die eerste rijkgevulde laksa zal ik niet snel vergeten... die was vurrukkulluk! Kosten van een gemiddelde laksa: € 2.50.

De laksa’s van Sarawak worden bereid met kokosmelk. Er zit altijd koriander, taugé en tofu in deze soepen. Elke laksa bevat tevens chilipasta in meer of mindere mate. De soepen van hier staan erom bekend dat ze pittiger zijn dan de laksa’s van elders. Ik houd wel van een beetje pit in mijn eten. Als ik weer in Spanje terug ben, ga ik deze heerlijke soep zeker een keer zelf bereiden!

Ook immigranten in Maleis Borneo brachten hun eetgewoonten mee. In de buurt van Chinatown bleek zich een winkeltje met Javaans eten te bevinden. Ik keek mijn ogen toen de dames in het piepkleine open keukentje bezig waren. Een van hen schilde eieren (met een lepel) in razend tempo, een andere kookte de noodles en taugé in een heel grote pan. De saté was al klaar toen ik aankwam; je mocht je eigen stokjes kiezen voor op het bord. Ook de pindasaus stond in een immense pot te pruttelen. Het enige dat nog moest gebeuren, was dat er een gekookt half ei ter garnering bovenop moest. Er hing een visdraad waarmee de vrouw haar eieren doorsneed. Vernuftig en leuk.

Op een avond aten we bij het Hong-Kong Noodle restaurant. Het was er druk. Dat is altijd een heel goed teken. We liepen binnen en kozen een tafeltje dicht bij het raam. Die avond was namelijk een Kerstprocessie door de straten aangekondigd en dat wilden we niet missen. Mijn liefje bestelde een knapperig eendgerecht, ik koos varkensvlees (bij de Chinees wèl te krijgen) en als bijgerecht bestelde ik geblancheerde midin. Ik had in de reisgids gelezen dat je deze groente moet uitproberen. De groente kwam als eerste. In Azië zul je niet gauw meemaken dat alle bestelde gerechten tegelijkertijd op tafel komen. 
Daarna kwam de eend aangevlogen. Mijn liefje vond slechts een vork in de bestekbus en vroeg om een mes. Als antwoord kreeg ze (na een brede lach): die hebben we niet”... Zelf eet ik hier bij voorkeur met stokjes; zo smaakt het veel beter, vind ik. De midin, bereid met ui en knoflook, was heerlijk. Zelfs mijn liefje prikte enthousiast in de berg rond. Midin is een junglevaren. Als je de foto goed bekijkt, zie je de karakteristieke uitrollers van de plant. De rekening van die avond: € 7.50 waarbij de Tigerbiertjes van mijn liefje en mijn versgeperst appelsap de helft van het bedrag uitmaakten.

In Maleisië houdt men erg van zoet. Een inwoner gebruikt gemiddeld 12 theelepels suiker per dag, las mijn liefje vandaag uit de krant voor. Hier gebruikt men veelal rietsuiker dat overigens net zo ongezond is als geraffineerde suiker. We beperken de suikerinname dan ook bewust tot een minimum. Voor een typisch stukje kek lapis (te vergelijken met Indonesische spekkoek) van Sarawak maken we echter af en toe een uitzondering. 
Hier heeft men het maken van deze laagjescake tot ware kunst verheven. Alle dunne plakjes worden met de hand gesneden en met allerlei smaken jam of creme op elkaar gestapeld. Zo ontstaan smakelijke kunstwerken met creatieve namen. We bezochten een fabriekje dat wordt gerund door lokale vrouwen die zo een onafhankelijk bestaan kunnen opbouwen. Snoepen voor het goede doel. Ik doe het hier graag!

Morgen zullen we Sarawak verlaten. We vliegen dan naar Penang, de Parel van het Oosten (in West-Maleisië).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten