Om Sarawak binnen te komen, kregen we van de
douane een stempel in ons paspoort. Mijn liefje vroeg de beambte waarom dat was;
Sabah en Sarawak zijn toch beide regio’s van hetzelfde Maleisië? De vraag was
semi-onschuldig. Enkele uren daarvoor had zij namelijk in een plaatselijke
krant een artikel gelezen van de hand van een mopperende Sarawaki. Bewoners uit
die regio krijgen namelijk ook een stempel waarmee zij slechts drie maanden
aaneengesloten in Sabah mogen verblijven. Daarna moeten zij die staat verlaten,
net als wij buitenlanders, terwijl zij toch Maleis staatsburger zijn?!
Het antwoord van de beambte (“wij zijn een andere staat”) was voor mij niet afdoende. Als
buitenlanders vinden wij stempels van Sabah en Sarawak in ons paspoort niet zo
gek maar voor inwoners van Maleisië zelf?! We spijkerden onze kennis van het
land in de afgelopen weken een beetje bij. Sabah heette vroeger Noord-Borneo en
stond onder direct Engels gezag, Sarawak heette vroeger ook al zo en was een
zelfstandige staat, al werd de Britse avonturier James Brooke in 1839 de eerste
blanke raja (koning) van de staat. Sarawak werd daarmee een protectoraat van Engeland maar werd evenwel na de Tweede Wereldoorlog alsnog formeel een Britse kolonie (tot 1963). Verklaart dat het verschillende statenverhaal en de stempels? Saya tidak tahu... ik weet het niet zeker.
Voelen Sarawaki zich wellicht minder welkom in Sabah, sommige groepen zijn ronduit ongewenst. Voor vertrek naar Sarawak was ik getuige
van een politierazzia op de grote markt van Kota Kannibali (de hoofdstad van
Sabah). Ik merkte twee getraliede bussen op, vol mensen. In eerste instantie
leken het openbare bussen totdat ik zag dat de tralies rondom zaten en er twee
personen naast de ingang van de kooi de wacht hielden. Het waren veel vrouwen
en een enkele man. Waarschijnlijk waren het illegalen uit de Filippijnen en/of
Indonesië. Een van de wachters merkte mij op maar liet mij ongemoeid zodat ik
de foto kon nemen. De politieactie gaf een boel reuring, dat was te merken.
Kuching vind ik een modernere stad dan Kota Kannibali, met een boeiende
combinatie van oude en nieuwe gebouwen. Ook hier is een History Walk uitgelegd
(net als de Heritage Trail in Sandakan). Door het hart van de stad slingert
zich de rivier de Sarawak hetgeen veel charme toevoegt. Met sampans vaar je van
de ene kant van de stad naar de andere. Of beter gezegd: van het oude stadscentrum naar het nieuwe en vice versa. Voor een halve ringgit (13 cent) per ritje. Die traditionele bootjes met hun opmerkelijke bestuurders leveren mooie plaatjes op.
Ter oriëntatie maakten wij op de dag van aankomst een
sunsetcruise over de rivier. We hadden mazzel: het werd een zonnige avond. Het was vol aan boord. Zo vol, dat wij een zoekend echtpaar uitnodigden bij ons aan tafel te komen zitten. Ze namen het aanbod met ogenschijnlijk plezier aan. Marsha Choo en haar echtgenoot bleken
afkomstig uit Kuala Lumpur. Hij was goed onderlegd op culinair gebied en gaf
ons tips over te frequenteren lokale restaurants. Zij nodigde ons uit in Kuala Lumpur;
wellicht dat we hen daar zullen opzoeken in de komende weken. Ik ga overigens
nog een foodblog wijden aan mijn culinaire ervaringen alhier.
Kuching Waterfront is een boulevard van 1
kilometer waaraan vele eethuisjes zijn gelegen. Langs de kade staan veel oude
gebouwen uit de Brooke-tijd. Al eeuwenlang woont hier een grote populatie
Chinezen en er is dan ook een levendig en sfeervol Chinatown. We bezochten een
klein-maar-fijn-museum over de immigratie van Chinezen in Maleisië, sinds de
13e eeuw.
We bezochten tevens het Sarawak-museum en het 'levende museum' van Kuching waar oorspronkelijke
behuizing, voorwerpen, klederdrachten, gebruiken en andere wetenswaardigheden
van de 7 etnische bevolkingsgroepen van Sarawak worden tentoongespreid. Elke
bevolkingsgroep is er in levende lijve vertegenwoordigd. We zagen ook een
dansoptreden. Mijn aandacht ging vooral uit naar de Iban, de koppensnellers van
vroeger. Voor een voormalig headhunter is dat te begrijpen. De betreffende Iban-man (rechtsonder) heeft een indrukwekkend hoofddeksel op met de kop van een -ooit levende- hornbill erin; het symbool van Sarawak. Mijn kop zit er nog op.
Het culturele paspoort dat wij bij het
binnengaan ontvingen, bevat stempels van ons bezoek aan de diverse authentieke
woningen en hun bewoners. Ik stelde aan mijn liefje voor dat ik dat document de
volgende keer aan de douane overhandig. Het leek haar geen goed idee...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten