Het is de eerste keer sinds we naar Maleisië
afreisden, dat we luieren en aan beachlife doen. Tot dan toe waren we
toeristen, nu zijn we overwinteraars. Op een ligbed met een hapje, een drankje
en de eReader is het goed toeven. Dat betekent dat we voor langere tijd op één
plek verblijven en niet persé alle bezienswaardigheden hoeven te bezoeken, alhoewel
het leuk blijft om af en toe wat te ondernemen.
Aanvankelijk hadden we het plan om ook naar de
oostkust van (schiereiland) West-Maleisië te reizen. Voor die kust schijnen
mooie snorkeleilanden te liggen. In de afgelopen dagen las ik in de plaatselijke
krant dat de oostkust op sommige plaatsen 250mm regenwater kreeg te verwerken in
korte tijd. De twee rivieren die er lopen, traden buiten hun oevers hetgeen
leidde tot grote overstromingen. Die richting gaan we dus niet op.
In de afgelopen dagen snorkelden wij rond Pulau
Payar. Dat eiland is onderdeel van het nationale waterpark. Maleisië doet het
goed met natuurparken en ander werelderfgoed. Men haalt je op bij het hotel, brengt
je naar de jetty, brengt je over in een degelijke ferry, begeleid je bij het
overstappen in kleinere boten en ziet erop toe dat de boot je veilig op het
eiland afzet.
Wel moet je verplicht een waterafstotend polsbandje dragen met
persoonlijke gegevens die corresponderen met een verzekeringspapier dat bij de
toerorganisatie achterblijft. Voor als je letterlijk niet meer boven water komt... Je krijgt een zwemvest, eventueel een snorkelset
en een lunchbox en uren later verloopt de terugreis in tegenovergestelde
volgorde net zo georganiseerd.
In dat opzicht is Maleisië minder Aziatisch dan
gedacht. In het Indonesië dat ik ken, is zo’n georganiseerde aanpak
onbestaanbaar. Ik heb het in de afgelopen weken vaak gedacht: wat kan
Bali/Indonesië nog veel leren van de Maleiers! Ze liggen in vele opzichten
straatlengten voor op het buurland. Onderling is er altijd kinnesinne tussen
deze buren. Na alle geschiedenislessen die ik kreeg in de prachtige, informatieve
staatsmusea van Maleisië die ik recent bezocht, begrijp ik nu waar die competitie
vandaankomt.
De regelmatige lezer weet dat mijn liefje en ik
ervaren snorkelaars zijn. We zagen op diverse continenten fantastische
onderwaterwerelden. Dat schept verwachtingen. Ook voor dit nationale park. Na
15 minuten in het water kwamen we echter beiden tot de conclusie dat er weinig
was te zien... Letterlijk en figuurlijk. Zanderig, nauwelijks koraal, weinig -bijzondere-
vissen. We besloten daarom naar het strand terug te zwemmen. Dicht bij de
branding dacht ik op een bepaald moment een schim van een haai te zien. Het
bleek zo te zijn: een black tip reef shark zwom er rond. Ik zag er nog een. En
nog een. Middelgroot en klein. Het maakte de dag op het water helemaal goed.
In de afgelopen dagen maakten we tevens een
reisje over de rivier Tanjung Rhu, een vaarroute langs de mangroven. Daar was juist veel
te zien: apen, salamanders, roofvogels. De rivier slingert zich langs
limestonekliffen en door grotten. Soms breed dan weer smal. De vele roofvogels
vond ik het hoogtepunt van dit tochtje: white bellied sea eagles en Brahmini
kites. Ik zag deze gevederde vriendjes van dichtbij duiken en vissen. Vanwege de hoge vliegsnelheid en de
snelle manoeuvres waren ze moeilijk te fotograferen. Af en toe lukte het hun
bewegingen vast te leggen. Een prachtig gezicht.
We gaan ons verblijf hier met enkele dagen
verlengen en zullen daarna naar Kuala Lumpur afreizen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten