Translate

donderdag 24 november 2016

Bijzondere Aanteekeningen

Ik houd ervan om boeken uit het gastland te lezen; dat verdiept de ervaring en het bewustzijn, wat mij betreft. Momenteel lees ik het boek ‘This Earth of Mankind’ van de Javaanse schrijver Pramoedya Ananta Toer die in 2006 overleed. 

Toer nam actief deel aan de vrijheidsstrijd en werd in 1947 bij het uitdelen van pamfletten door Nederlandse militairen opgepakt. Zonder enige vorm van proces belandde hij in de gevangenis waar hij twee jaar zat. Na de onafhankelijkheid kwam Toer regelmatig met de Indonesische machthebbers in aanraking vanwege zijn scherpe pen en linkse engagement. Onder het bewind van president Suharto zat hij 14 jaar gevangen, gevolgd door huisarrest. Het boek dat ik nu lees, schreef hij tijdens zijn detentie op het eiland Buru.

Het boek gaat over de 18-jarige Javaanse HBS-student Minke die zich tegen kolonisatie en de Nederlandse kolonisator verzet en verliefd wordt op de half-Nederlandse Annelies. Zij is bastaardkindvan een Nederlandse grootgrondbezitter  en zijn Javaanse concubine. Minke (niet zijn naam bij geboorte; hij kreeg die van een meester op de lagere school - afgeleid van monkey?) worstelt met zichzelf, met zijn omgeving en met de maatschappij waarin hij leeft. De complexe verhoudingen tussen Europeanen, mensen met gemengd bloed (Indo’s) en autochtonen staan centraal in het boek. Dit is aanbevolen leesvoer voor iedereen met interesse in de geschiedenis van Indonesië en voor liefhebbers van literatuur met hoofdletter L!

Vorige maand blogde ik naar aanleiding van een ander boek na lange tijd weer eens over mijn vader die in 1946 als dienstplichtig militair naar Nederlands-Indië werd uitgezonden. Ook dat boek pakte mij dermate bij de kladden dat ik op zoek ging naar meer informatie over zijn diensttijd. Naar aanleiding van dat blog ontving ik van een zus een serie digitale kopieën van documenten die zij aantrof in het appartement van mijn moeder die op 93-jarige leeftijd naar een verpleegtehuis moest (na een val). Zij overleed in november 2015, toen mijn liefje en ik op Bali waren - net als nu.

Het was interessante lectuur, uit een tijd die onderbelicht bleef in de familie. Ik kan mij niet heugen die documenten ooit in huis te hebben gezien. Ze hebben betrekking op zijn inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog (als verpleger bij de Geneeskundige Troepen) en zijn diensttijd in Nederlands-Indië; ook daar functioneerde hij als verpleger. De kopieën hadden onder andere betrekking op zijn zakboek Koninklijke Landmacht, zijn vaccinatieboekje, zijn testament gericht aan het Nederlandsche Roode Kruis, het bewijs van ontslag uit militaire dienst, het Soldier’s Service & Paybook en stukken uit zijn Staat van Dienst. Laatstgenoemde document was grotendeels handgeschreven; ik herkende de hanenpoten van mijn vader niet maar hij schreef dat in oorlogstijd. (Daar gaat zelfs mijn hand nu nog van trillen.)

Na bestudering van die stukken stuurde ik een officiële aanvraag voor nadere informatie aan het Nederlandse Ministerie van Defensie in Kerkrade. Daar bewaart men kennelijk veel gegevens van en over oorlogsveteranen. Dat had wel wat voeten in de aarde want je moet een bewijs van overlijden meesturen van de veteraan naar wie je navraag doet. Dat document had ik niet. Ik vroeg mijn mailcontact of we ook op een andere manier konden doorgaan met de procedure. Jawel, een rouwkaart of overlijdensadvertentie was ook afdoende. In mijn eigen familiefoto-album bewaar ik een geplastificeerde kopie van die advertentie. Ik was benieuwd wat deze stap ging opleveren.

Niet veel later ontving ik digitale kopieën van drie keurig uitgetypte documenten waaruit nog iets meer viel te vernemen. Zo weet ik nu dat mijn vader in april 1946 eerst naar Engeland ging en daar later aan boord ging van motorschip Kota Agoeng waarmee hij naar Nederland-Indië voer. Uit de persoonlijke aantekeningen van mijn vader blijkt dat hij netjes bijhield wanneer hij de kreeftskeerkring passeerde. Bij leven zou hij dat tweemaal doen. Ik weet dat hij na zijn diensttijd graag meer had gereisd maar mijn moeder was in het geheel niet reislustig.

Vooral de Bijzondere Aanteekeningen waren interessant maar ik schrok ook. Eind 1946 en meermalen in 1947 werd hij opgenomen in het Juliana Ziekenhuis in Semarang. Na een latere ziekenhuisopname in 1947 verbleef hij zelfs enige tijd in militair herstellingsoord Tijgernest, ook in Semarang. In een ander document las ik dat hij zelfs in aanmerking kwam voor een uitkering volgens de Invaliditeitswet. Kasian, bapak. Wat overkwam hem? (Nooit zag ik littekens op zijn lichaam.)

Ik vroeg mijn mailcontact in Kerkrade daarop naar een invulling van de ontbrekende gegevens in de tijd van zijn ziekenhuisopnames maar die kon men mij niet verschaffen, helaas. Vreemd, zeker als je bedenkt dat er zoveel van militairen en hun ervaringen werd vastgelegd. Waarom hij in een Indonesisch ziekenhuis verbleef, zal dus altijd een raadsel blijven. Ik kan ermee leven.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten