Translate

zaterdag 9 oktober 2010

Naar de b(h)aaien

In de afgelopen dagen maakten mijn liefje en ik een uitstapje naar de Karangasem-regio. Die streek in het oosten van Bali is vooral bekend om de goede snorkel- en duikplaatsen in de vele baaien. De reisgidsen die ik ter voorbereiding las, spraken over een 'droge, arme streek'. Ik verwachtte door een onontwikkelde streek te trekken. Dat bleek niet te kloppen. Ik vond een grote keuze aan resorts en cottages, leuke restaurants, een heel ontspannen beachlife met overal douches langs het strand en werkelijk prachtige baaien. Soms met keien, met zwarte en met witte stranden. Kleinschaligheid is hier het woord. Ecotoerisme op zijn best!

Na een heerlijke cappuccino in het kleine vissersdorp Kubu, besloten we door te reizen naar Amed, gelegen voorbij de baai van Jemeluk. De eerste tewaterlating vond daar plaats. Er ligt een Japanse onderzeër op circa 10 meter van het strand. Mijn liefje en ik gingen samen te water. Ketut, die niet kan zwemmen, bleef aan wal, genoot van nasi goreng en paste op de spullen. Tijdens dit snorkelavontuur zag ik voor het eerst van mijn leven met eigen onderwaterogen een gezonken scheepswrak. We keerden vanwege toegenomen golven met enige moeite veilig naar het strand terug maar mijn camera gaf er de brui aan. De boodschap op het scherm zegt: 'haal de alien uit de camera voordat je onder water gaat'. Ik verwacht die juist onder water?! Het is niet de eerste keer dat een onderwatercamera van mij hapert in Balinese wateren. Adu!

Ons hotel en het belangrijkste reisdoel van de afgelopen dagen lagen echter in de baai van Tulamben. Dat dorp ligt aan de noordoostkust van Bali, tegenover Lombok. De biodiversiteit in de wateren van Tulamben maakt de baai tot een van de beste duiklocaties ter wereld. Het heeft zelfs een gezonken scheepswrak voor de deur!
Het wrak van de 'USAT Liberty' (United States Army Transport), een Amerikaans vrachtschip (120 meter lang), ligt circa 30 meter van het strand in glashelder water. In 1942 werd het op weg van Australië naar de Filipijnen door een Japanse onderzeër getorpedeerd. Daarna werd het schip naar de haven van Singaraja gesleept maar onderweg maakte het zoveel water dat het op het strand van Tulamben werd neergelegd. De scheepslading en de bemanning konden zo worden gered. In 1963 zonk het vrachtschip alsnog naar de bodem van de zee toen de vulkaan Gunung Agung op Bali uitbarstte en lava de zee in liep. Die lavastroom duwde de Liberty de zee in. Je kunt het wrak vanaf het strand snorkelend benaderen.
Het werd wederom een bijzondere ervaring. Ik zwom nietsvermoedend van de branding weg en ineens doemde het daar in de diepte op... mijn hart sloeg een keer over. Wat het nog bijzonderder maakte, was dat ik, op weg naar de boeg van het wrak in een heel grote school jack fish terechtkwam, grote zilveren vissen die als een kluwen met de stroom meebewogen! Als ik stil bleef liggen, benaderden zij mij tot op 10 centimer. Als ik mijn flipper bewoog, namen ze even afstand om snel weer dichtbij te komen. We zwommen samen op, zogezegd. Vissen zijn nieuwsgierig, net als ik. Het is jammer dat ik mijn onderwatercamera niet meer kon gebruiken; dan had ik jullie deelgenoot kunnen maken van het synchroonzwemmen en de andere, grote kleurrijke meezwemmers. De ervaring staat op eigen harde schijf gegrift.

De volgende dag stonden de Coral Garden en de Tulamben Wall (alias de Drop Off) op het waterprogramma. Die duik- en snorkelplek lag pal voor ons hotel. Voordat ik te water ging zag ik echter iets dat ik niet eerder zag. Ik denk bijna zeker te weten dat het 'mudskippers' zijn (behorend tot de goby-familie). Het zijn kleine vissen die korte tijd op het droge kunnen vertoeven. Ze hebben vinnen die als pootjes dienen, goed te zien op de foto. Ik zag ze in de branding op een rots zitten. Als er een golf aankwam, doken ze als vliegende visjes het water in. Een prachtig gezicht. Te water raken met flippers over glibberige kiezels en keien, in een heftige branding was overigens een worsteling. Ik zorgde persoonlijk voor veel vermaak voor degenen die hadden besloten aan wal te blijven. Verstandige mensen. Ik lag er echter vroeg in: 7:30 uur.

De koraaltuin van Tulamben was de moeite zeker waard. De ochtendregenbui was net voorbijgetrokken. Dat is doorgaans een goed moment om grote en kleine vissen te zien die naar het wateroppervlak komen voor extra zuurstof. Het koraal begint op een diepte van circa 3 meter vanaf het strand. Even naar links zwemmend, zag ik een kunstmatig rif, een onderwaterplateau in de vorm van van een vliegtuig, dat inmiddels door hard en zacht koraal wordt bezet. Ik zag anemoonvissen, kardinaalvissen en een aantal voor mij nieuwe soorten koraalvissen, onder andere de gestreepte zoetlipvis (foto). De leukste van het nieuwe gezelschap!

De oostkust van Bali staat ook bekend om de lontar-palmen, de beschilderde, traditionele vissersboten (jukung) die als sardientjes op de stranden liggen en de traditionele, handmatige zoutwinning. Bovendien is de Gunung Agung (3.171 meters hoog), Bali's actieve vulkaan, te allen tijde te zien. Een aantal omgevingsfoto's is opgenomen in mijn online diashow. We kochten zakjes Garam Amed. Toprestaurants in heel Bali gebruiken het ambachtelijke zout. Dat misstaat dus zeker niet in Elsa's keuken!