Komend weekend gaan we op pad, richting Nederland. De auto werd vakkundig nagelopen en schoongemaakt, de TomTom werkte ik bij. Zo zette ik Bram aan de kant ten faveure van Ernie (van Sesamstraat). Hij wordt onze nieuwe gids. Bovendien lijkt hij mij een leuk reismaatje. Tevens activeerde ik de flitspalen in de Europese landen waar we doorheen rijden op weg naar het Vaderland. Altijd handig. Bij toeval stuitte ik echter op een bericht: 'La Douce France' gaat -in het kader van de vergroting van de verkeersveiligheid- vanaf 4 januari 2012 het gebruik van radarwaarschuwingssystemen op de Franse wegen zwaar bestraffen. Een overtreder van dat presidentiële decreet hangt een boete van € 1.500 en inbeslagname van de apparatuur boven het hoofd?! Die functie zette ik voor Frankrijk dus maar uit. Voor dat bedrag kun je heel wat kaasplateaus en glaasjes wijn nuttigen... De eerste twee overnachtingsadressen zijn geboekt. Monsieur Bertrand, Madame de la Bretonnière en hun keukenbrigade verwachten ons.
We zijn klaar om te gaan. Onlangs nam ik bij het Nederlandse consulaat mijn nieuwe paspoort in ontvangst. De ambassadeur die in Madrid zetelt, gaf wederom zijn goedkeuring aan de aanvraag. Mijn oude paspoort wilde ik graag behouden. Vanwege de vele visa voor Indonesië is het een bijzonder aandenken. Het oude document werd met een reuzeperforator ongeldig gemaakt. Er zit nu een gat in mijn hoofd. Mijn moeder vroeg mij als puber weleens of ik een gaatje in mijn hoofd had, als ik volgens haar iets geks deed of zei... Ik kan dat nu formeel beamen.
In de kofferbak zit slecht één koffer voor Bali die, zoals meestal, kadootjes voor personeelsleden en hun kinderen bevat. Zelf hebben we genoeg zomerkleren in Bali. In eerste instantie gaan we voor een maand, wellicht blijven we iets langer. In Spanje liet ik enkele (eigen) foto’s op canvas printen: vissers op de Balizee, een vogeltje op een tropische bloem, een god met hibiscus achter de stenen oren, groener dan groene sawa’s, Balinese danseressen en zelfgespotte dolfijnen van Lovina. Wat je noemt 'couleur locale'.
Vanmorgen las is online dat internationale filosofen en mariene biologen hebben gepleit voor universele rechten voor dolfijnen. Dolfijnen, walvissen en bruinvissen zijn zo intelligent en zelfbewust dat hun welzijn moet worden beschermd met universele rechten. Walvisachtigen zijn feitelijk 'niet-humane mensen', stellen deze pleitbezorgen in een verklaring. Het maakt ze tot individuën die fundamenteel recht hebben op leven, vrijheid en welzijn. De Verenigde Naties overwegen om die rechten op te nemen in een verklaring over migrerende dieren. Ik juich dat initiatief van harte toe. Het (non-fictie) geïllustreerde boek 'Leviathan or, The Whale' van de Britse schrijver Philip Hoare dat ik nu lees, gaat met mij mee als reisliteratuur. De schrijver is sinds zijn jeugd gefascineerd door walvissen dus dat schept een band.
Over migratie nader gesproken, na terugkeer uit Bali halen we de caravan uit de opslag en gaan we kamperen. De overgang van 2.600 m2 leefoppervlak naar circa 50m2 woonomgeving is voor ons probleemloos. Vooropgesteld dat het weer ons gunstig is gezind. We maken eerst een of meer stops in Nederland en daarna zien we verder. “Zou je bij Okkie Ostrich of Simon Struisvogel willen staan?” vroeg mijn liefje mij onlangs. Alhoewel ik geen idee had waarover ze het had moest ik lachen om de komisch klinkende vraag. Het bleek om de namen van veldjes te gaan, op een van de vele campings in Brabant. We zijn ons aan het oriënteren op kampeerplaatsen. We hebben geen behoefte aan kindvriendelijke campings maar voor een schone, beschaafde, ruime, groene kampeerplaats lopen we wèl warm. Mochten wij het in Nederland te koud vinden, dan zoeken we het spoor van de zonnewarmte snel op.
In de afgelopen weken liepen wij beiden een fikse verkoudheid op die hardnekkig bleek. Precies zo’n verkoudheid overkwam ons vorig jaar omstreeks dezelfde tijd. Onze lichamen zijn kennelijk niet meer opgewassen tegen al te grote temperatuursschommelingen. Unisono blaffen wij er thans op los, klinkend als twee boxerpups. Of beter gezegd: als blonde labradors op leeftijd; dit in anticipatie op de aanstaande (kortstondige) hereniging met Eilean aka Snolliebollie. We gaan een paar dagen bij haar logeren.
Het klinkt wellicht alsof ik in elke haven een liefje heb maar dat is niet zo! Tot op heden viel ik slechts driemaal voor een viervoeter, te weten: voor Max-Oropax, Snolliebollie en de Furry Princess. Ik verheug mij op haar natte neus. Voordat het echter zover is, hebben we 2.200 kilometer te gaan - met hier en daar natte sneeuw onderweg. Ik meld mij binnenkort weer. Leo Dovente.
*On the wallaby is Australisch voor 'op pad / op reis gaan'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten