Kennelijk hadden ze het dier van het strand naar de villa getild want op de
achtergrond zie ik de bestrating van onze oprijlaan. (Ojee...) Dit exemplaar
moet zo’n 30 à 35 kilo wegen. Het dubbele gewicht van ons Balinese vriendje Yudha. Ik herken Ketut’s handen dus de foto zal door Elsa
met haar mobiele telefoon zijn gemaakt. In de mail meldden ze ons dat ze het dier
na de fotoreportage naar het water terugbrachten en de vrijheid gaven. Ik
geloof hen en ben dan ook uiterst tevreden over hun actie. Hebben we ze toch met
succes het belang van dierenbehoud bijgebracht!
De eieren op het strand waren echter verdwenen, naar verluidt. Die zijn hoogstwaarschijnlijk
door Balinese straathonden opgegeten. Of door strandgangers op twee benen; ook dat
sluit ik niet uit. Zeeschildpadden worden immers vaak gegeten in Azië. Een vrouwtje
komt gemiddeld 2 à 3 keer per broedseizoen aan wal om eieren te leggen dus
wellicht dat ze nogmaals voor onze zeewal zal worden aangetroffen. Ketut houdt
er rekening mee. Zeeschildpaddenvrouwtjes keren voor het leggen van eieren terug
naar de plek waar ze zijn geboren. Ze kunnen daarvoor honderden en zelfs
duizenden kilometers zwemmen! Hopelijk kunnen nog wat van haar eieren voor
nageslacht gaan zorgen.
Ik zou deze zeeschildpad graag met eigen ogen hebben gezien maar ik mag niet mopperen: in mijn leven zag ik enkele malen zeeschildpadden in levende lijve, zowel onder als boven water. Loggerheads, green turtles, hawksbill turtles, leatherback en
flatback turtles. En niet te vergeten: babytjes die in de vrije natuur uit hun
eieren kropen en over het strand naar de zee waggelden.
In 2005-2006 maakten mijn liefje en ik voor het eerst een wereldreis. De reis bracht ons onder andere naar Australië. We reisden zes maanden met een kampeerauto rond en startten in Perth, aan de westkust. In het noordwesten van dit immense continent -waarnaar we inmiddels een aantal keren terugkeerden- besloten we te kamperen op Eighty Miles Beach. De weg naar de camping was onverhard; dat was weliswaar niet toegestaan van de verhuurmaatschappij maar we deden het toch. Noem het intuïtie?!
Eenmaal op de kampeerplaats aangekomen, waren wij nummer 2. Onze buren bleken een leuke Engelse vader en zijn zoon. Eenmaal gesettled, besloten wij
een strandwandeling te maken. We liepen samen op een immens strand bij een
prachtige zonsondergang. Overal op mij heen constateerde ik brede 4x4-bandensporen
maar er was nergens een auto te zien. Op enig moment kwamen wij een man tegen
die ranger bleek te zijn. Ik vroeg hem of er iets te zien was in de zee en aan de wal. We hadden mazzel. Het was zeeschildpadeierenlegseizoen. Joehoe! Die sporen waren niet van auto’s maar afdrukken van de flippers van schildpaddenwijfjes die zich over het strand voortbewegen. Hij raadde ons aan de volgende ochtend vóór zonsopgang op te staan om het evenement gade te slaan, “if you are lucky”.
We zetten de wekker voor 4:30 uur en liepen naar het strand. We zagen niets. Op enig moment besloot ik een andere kant op te lopen dan waar mijn liefje verbleef. Ook niets. In de schemering ontwaarde ik haar niet veel later druk gesticulerend in de verte. Ik holde op haar af en jawel… daar zag ik een schildpad! Ik heb nog niets zoiets ontroerends in de vrije natuur gezien. Eieren leggen is op zich een enorme krachtsinspanning maar dan moet zo’n vrouwtje daarna ook nog honderden meters terugkruipen naar de zee. Pootje voor pootje. Ze was uitgeput toen ze het water bereikte maar daarmee was ze terug in haar geprefereerde habitat. Ik groette haar vaarwel. Het schouwspel maakte diepe indruk op mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten