In de ramsj (€1) kocht mijn liefje onlangs het
boek 'The low GI Diet' van de Australische Dr Jennie
Brand-Miller. Het was niet haar eerste kennismaking met dit dieet. Zij ontdekte
het toen we nog in Engeland woonden en werkten, vaak buiten de deur aten, te
weinig bewogen, te veel zaten, in de auto maar ook in vliegtuigen. Kortom: relatief
ongezond leefden.
Sinds zij stopte met werken houdt zij zich in grote
lijnen aan de regels van het GI-spel. Eigenlijk is het
geen dieet, het is veeleer een eet- en levenswijze. De aanpak brengt balans aan tussen voeding met weinig vet en weinig koolhydraten.
GI is de afkorting van
Glycaemic Index, een aanduiding voor de bloedsuikerspiegel. Koolhydraten in voedsel
hebben effect op die suikerspiegel; sommige ingrediënten veel, andere weinig.
Voedsel met een hoge GI-waarde (70 of meer) breekt snel af waardoor glucose
snel in het bloed terechtkomt, voeding met een lage GI-waarde (55 of minder)
brengt glucose geleidelijk in de bloedbaan. Geleidelijkheid is goed. Het
GI-dieet wordt om die reden ook wel de nieuwe glucoserevolutie genoemd.
Het boek bevat een weekschema, recepten en een
alfabetische lijst met ingrediënten en hun GI-waarde. Bonen worden in de
GI-leer natural super food genoemd
omdat ze de laagste GI-waarden bevatten (30 - 40 met uitschieters naar beneden)
en toch voedzaam zijn. Volgens de deskundigen gaat het niet alleen om voeding:
food minus exercise equals fat. Er moet dus ook elke dag worden bewogen. In
huize Barefoot wordt echt weleens gezondigd tegen de GI-regels maar feit is dat
mijn liefje geleidelijk afviel en sindsdien op het door haar gewenste gewicht blijft.
Mijn oog viel op de autobiografie van de Schotse chefkok
Gordon Ramsey, getiteld 'Humble
Pie'. (Ook €1.) Dat boek gaat eveneens over eten maar is van heel andere orde. Niet in de laatste plaats omdat er geen
boon in voorkomt! Ramsey is bekend van tv, eigenaar van restaurants met drie Michelinsterren,
hoofd van een internationaal restaurantimperium. Hij is tevens berucht om zijn
veelvuldig gebruik van 'the F-word'.
Hij verhaalt op nuchtere toon over zijn
straatarme jeugd met voedselbonnen, over zijn liefdeloze, drankzuchtige, gewelddadige
vader-van 12-ambachten-13-ongelukken, de tientallen verhuizingen, zijn zwaar
verslaafde broertje, het respect voor zijn moeder. Voor zijn 16de verjaardag
wordt hij door zijn vader uit huis geschopt. Letterlijk.
Ramsey heeft een zeer sterke arbeidsmoraal: wie keihard
werkt die deugt. Aanvankelijk is hij op
weg profvoetballer te worden (hij traint bij Glasgow Rangers) maar na een
ernstige blessure spat die sportieve droom uiteen. Hij komt als hulpje in de keuken
terecht. Daar ontwikkelt hij een culinaire droom die hij met tomeloze energie
en ambitie nastreeft. Alles is erop gericht ooit een eigen restaurant te bezitten.
Begeren is vooruitzien. Hij doet ervaring op bij beroemde chefs van restaurants
in binnen- en buitenland. Nooit is hij te beroerd om opnieuw onder aan de
ladder te beginnen, ondanks zijn rijke ervaring. In 1998 is het zover: de opening van Royal Hospital Road is een feit. Daarna
volgen vele andere toprestaurants, op diverse continenten.
Het F-woord komt ook in het boek veelvuldig voor,
soms meermalen per bladzijde, zelfs meer keren in één zin?! Ramsey is en blijft
grof in de mond; hij is een chef die graag provoceert. Zo zegt hij onder andere
dat hij een hekel heeft aan keukenpersoneel met hun naam op het schort en aan dikkerds in de keuken.
In Maleisië aten wij een avond in een restaurant waar de mannelijke bediening t-shirts droeg met de tekst “never trust a skinny chef”. Het kan verkeren. Het is echter onomstreden dat Ramsey in de culinaire wereld niet (meer) voor spek en bonen meedoet!
In Maleisië aten wij een avond in een restaurant waar de mannelijke bediening t-shirts droeg met de tekst “never trust a skinny chef”. Het kan verkeren. Het is echter onomstreden dat Ramsey in de culinaire wereld niet (meer) voor spek en bonen meedoet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten