In de afgelopen periode begon ik over mijn
hoogbejaarde moeder te bloggen. Tijdens onze rondreis door Zuid-Amerika kreeg
ze deliriums en werd ze van een zelfstandige woning in een vleugel van een
bejaardentehuis naar een verzorgingstehuis overgeplaatst. Rond haar 94ste
verjaardag (vorige maand) zochten mijn liefje en ik haar daar op. Ze leek toen nog
in relatief goeden doen, al was ze sterk verouderd in mijn ogen.
Inmiddels zijn we weer een maand verder in de
tijd maar niet op het vlak van herstel al namen de wanen af. Mijn zussen, die
haar wekelijks meermalen bezoeken en het beste met haar voor hebben, houden mij
goed op de hoogte van haar wel en wee. Het gebruik van kalmeringspillen werd op
ons verzoek verminderd, waarbij zij wel vaart. Fysiek ging ze in de afgelopen
week echter verder achteruit. Ze werd grijzer, magerder en hulpbehoevender. Wij,
kinderen, weten dat ze niet meer terugkeert naar haar eigen huis maar zij houdt
zich vast aan de gedachte dat ze, als ze weer mobiel is, kan terugkeren naar relatief
zelfstandig wonen.
Paaszondag gingen mijn zussen op haar verzoek met
haar mee naar de mis waar ze, naar verluidt, mee jubelde(n) met de stichtelijke liederen.
In de recentste editie van het tijdschrift Psyche & Brein las ik dat zingen
een positieve invloed heeft op onze psyche. Hersenwetenschappers en psychologen
zijn van mening dat het zelfs een gunstig effect heeft op ons immuunsysteem! Na
de mis schudde de pastoor de nieuwkomer de hand die zij beantwoordde met 'dank
u, meneer'. Je kunt veel over haar zeggen maar katholieker dan de paus is ze
niet. Daarna liepen zij gedrieën in het zonnetje nog een rondje om de kerk, hun eigen, kleine paasprocessie.
Op tweede paasdag mopperde mijn moeder erg op
haar bezoekende dochters: ze verweet hen van alles en nog wat hetgeen niet de
eerste keer was. Het was hun schuld dat zij daar zit, zij blokkeren haar
terugkeer naar een normaal leven. Zelf is zij ervan overtuigd dat ze nog kan
lopen.
Het escaleerde en daarop vroeg één van mijn
zussen aan de aanwezige broeder of hij mijn moeders wandelstok en rollator
wilde halen om met haar te gaan lopen. Hij begreep het verzoek, nam mijn moeder
met alle hulpmiddelen mee de gang op. Het klinkt wellicht hard maar ik begreep dat
alleen zo‘n confrontatie met haar afgenomen mobiliteit tot mijn moeder zou
doordringen. Mijn zus vertelde mij aan het einde van die dag via Skype dat zij daarna
gesnik hoorden. Dat kwam van onze moeder die de nare boodschap had ontvangen. Ze kan niet
meer lopen en voor haar is dat wederom een dikke streep door de rekening. Er is
steeds meer dat ze niet meer zelf kan. Dat valt niet mee, in de eerste plaats niet
voor haar maar ook niet voor ons.
Het goede nieuws is dat
diezelfde begripvolle broeder een andere rolstoel voor mijn moeder laat aanmeten.
Ze zit niet goed in de huidige stoel; dat zag ik met eigen ogen. Ze zakt erin onderuit,
moet meermalen per dag onder haar oksels omhoog worden gehesen. Wij zijn blij
met dat besluit. Zelf zei zij het nóg puntiger: “dan wil ik
nog wel even doorleven.” Tja.
Alles welbeschouwd, is het positiever om raar te
lopen dan helemaal niet te lopen. De regelmatige lezer weet dat ik onlangs
solliciteerde bij het Ministry of Silly Walks (en werd aangenomen). Ik krijg nu
fysiotherapie om beter te leren lopen. De afdeling fysiotherapie is een aparte
wereld: er komen veel jonge mensen met sport- en stressblessures. Ze krijgen
prikkels op hun (onder)rug en schouders uit een handzaam apparaatje. De meeste
ouderen die voor fysio komen, ondergingen een knie- of heupoperatie waarna ze
onder begeleiding revalideren.
Ik haalde mijn 25 jaar oude Lotto-trainingspak
uit de mottenballen. De fysiotherapeuten van Hospital Quirón zijn kundig en
alleraardigst; ik heb er baat bij. Wekelijks onderga ik drie verschillende behandelingen:
massage of spieroefeningen, elektromagnetische therapie en ultrasone therapie.
Alle toepassingen zijn erop gericht mijn heup(spieren) mobieler te maken, pijn
in het gewricht te verminderen en gewrichtsontsteking te voorkomen. Inmiddels sleep ik niet meer met mijn rechtervoet met als resultaat dat
mijn heup minder pijnlijk is wanneer ik loop. Ik moet mij erop concentreren, het
nieuwe loopje is nog geen natuurlijke gang.
De eerste keer dat ik achter een gordijn aan een apparaat
lag en naar de wolken staarde, voelde ik mij een vreemde waggeleend-in-de-bijt.
Ik nam het Spaanse geroezemoes waar, merkte de muzak op maar had slechts één gedachte:
ik hoor hier niet. Mijn liefje noemt fysio 'de sportschool'; daarin is ze goed.
Net als mijn moeder waardeer ik de oprechte bedoelingen van een naaste niet
altijd. Maar een blog is geen klaagmuur dus voor nu: genoeg, basta, suda.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten