Dit jaar betrof het nogal wat wee. Begin van het
jaar en afgelopen maand paste Indonesië de doodstraf toe op personen, waaronder
Nederlander Ang Kiem Soei, die al geruime tijd in de dodencel zaten. De meesten
werden veroordeeld vanwege drugssmokkel. Dat is een zeer ernstig vergrijp met
serieuze consequenties maar de doodstraf vind ik persoonlijk barbaars. Een land
dat de doodstraf toepast, legitimeert in feite moord. Door gevangenen te doden,
verlaag je je als overheid tot het niveau van misdadigers. Nederland schafte de
doodstraf in 1870 af. Voordat de executies plaatsvonden, belden de koning en de
premier met de Indonesische president Jokowi, premier Abbott van Australië deed
hetzelfde maar die persoonlijke verzoeken om clementie mochten niet baten. Het
vuurpeloton trad op.
Ik begrijp niets van de koers van president Jokowi.
Ik dacht dat hij als kopstuk van de Democratische Partij een liberaler beleid zou
voorstaan. Als burgemeester van Jakarta bleek hij integer, competent, een
mensenmens met het hart op de goede plaats. Tijdens zijn verkiezingscampagne
deed hij de toezegging dat mensenrechten prioriteit zouden krijgen. En dan dit?!
Is hij de waardige president die velen in binnen- en buitenland aanvankelijk in hem zagen? Die vraag wordt op de poster gesteld.
Zelf heb ik zo mijn
twijfels.
Dit jaar steunde hij en zijn politieke partij het wetsvoorstel van
een islamitische partij waarmee de verkoop, productie, distributie en
consumptie van alcoholische drank in de gehele archipel wordt verboden. Dat voorstel
werd door tegenstanders omschreven als creeping Shariah, een poging om de
islamitische wetgeving in Indonesië in te voeren. Het verhaal gaat dat de
president zwaar onder de plak zit van politiek leidster Megawati Soekarnoputri.
Hij zou een puppet president zijn: zij trekt aan de touwtjes en hij beweegt.
Wel las ik onlangs dat de ster van Megawati binnen de partij tanende is. Jokowi
zou momenteel de meeste steun krijgen. Wellicht dat hij zonder haar een ander gezicht kan tonen? Ik blijf het op de voet volgen.
Verheugender nieuws is dat wij Ketut van Bali zeer
binnenkort in Valencia gaan ontmoeten. Deze stad ligt circa 250 kilometer ten noorden
van onze woonplaats. We bezochten Valencia voor het eerst in 2007 voor de
Fallas, de bijzondere manier om de Spaanse lente te begroeten. Het
daaropvolgende jaar reisden we er wederom naartoe, deze keer voor de architectuur
van CAC (Ciudad de las Artes y las Ciencias), de futuristische stad die werd
gebouwd door een van mijn favoriete architecten: Santiago Calatrava. In 2013
bezochten we de stad nogmaals voor de Fallas. En nu doen we dus de haven aan.
Met Ketut kregen we recent Whatsapp-contact en
wekelijks laten we iets van ons horen. Hij is werkzaam aan boord van een van de
schepen van het Amerikaanse bedrijf Regent Seven Seas. Zijn schip is “the
world’s first with all-suite, all-balcony cabins, and the world’s first to
feature a Le Cordon Bleu of Paris restaurant at sea”. Het biedt accommodatie
aan 700 passagiers en heeft bijna 450 personeelsleden.
Twee maanden geleden
maakte hij promotie; hij werkt nu als assistent cabin steward. Het houdt in dat
hij passagiersverblijven schoonmaakt en andere verzoeken van gasten opvolgt. Hij
en zijn vrouw Elsa werkten in onze voormalige villa in Noord-Bali. Daar kookte hij regelmatig mee,
bereidde drankjes, pleegde technisch onderhoud, deed de tuin en chauffeerde ons.
Ketut is slim, creatief en uiterst vriendelijk. Zijn nieuwe pak staat hem goed. Vandaag
vertrekt zijn schip uit Barcelona en gaat op weg naar Palma de Mallorca. Valencia
here we come! Vanavond bereiden we een Indische rijsttafel voor vrienden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten