Recent werd een scan gemaakt van het hoofd van
mijn hoogbejaarde moeder. Daaruit bleek dat ze eerder een kleine beroerte
kreeg. Boven een oog in haar hersenen was namelijk een litteken te zien. Dat
zou de oorzaak van dementie kunnen zijn. (Mijn moeder werd maanden geleden thuis
op de grond aangetroffen.)
In diezelfde week kreeg ze tevens bezoek van een
maatschappelijk werkster die om een handtekening kwam vragen. Mijn twee zussen
waren erbij. Er ontstond verwarring want zij dachten dat ze een afspraak hadden
met een arts die het verdere zorgplan voor moeder zou bespreken.
Het betrof echter de ondertekening van een
verklaring die voortkomt uit de BOPZ, de Wet Bijzondere Opneming in
Psychiatrische Ziekenhuizen. Deze wet is de opvolger van de zogeheten Krankzinnigenwet uit de 19de eeuw. Al
was ik er niet persoonlijk bij, het gegeven greep mij aan. Toen ik de teksten van
mijn zus las, moest ik een traantje wegpinken. In gedachten zag ik mijn oude moeder met wazige blik
naar haar dochters opkijken. Ik zag haar denken: wat wil dat mens nu weer van mij?
Moet ik dit tekenen? Wil ik dat wel? Mijn zussen spoorden haar aan in te
stemmen maar eigenlijk waren zijzelf ook ontdaan. Ik zag haar bibberend een handtekening
zetten onder de verklaring. Dat was weer een stap verwijderd van… Ja, van wat
eigenlijk? Er komt veel op haar en ons af, deze dagen.
Mijn moeder draagt sinds kort het officiële predikaat
van psychogeriatrische patiënte. Haar zorgindicatie schrijft een gesloten
afdeling voor. Een klein aantal van dergelijke patiënten stemt erin toe
vrijwillig te worden opgenomen. Degenen die niet (kunnen) besluiten tot
vrijwillige opname krijgen te maken met artikel
60: zonder instemming, zonder bezwaar. Zij maken geen bezwaar tegen opname
in een BOPZ-instelling maar geven niet zelf aan daar te willen verblijven. Voor
de goede orde: dit staat niet gelijk aan gedwongen opname. Haar handtekening
kwam er, ze stemde vrijwillig in en maakte geen bezwaar. Na die actie trakteerde
mijn zussen haar op allerhande lekkernijen: appelgebak met slagroom tijdens de
koffiepauze en een kroketje voor de lunch. Vervolgens namen ze haar mee naar
buiten voor een ommetje. Zij vond er niks aan, er stonden alleen maar bomen… Mopperpot.
Het is duidelijk: mijn moeder-van-nu is ook niet in dialoog met de natuur, zij ireniseert de bomen niet.
Het is duidelijk: mijn moeder-van-nu is ook niet in dialoog met de natuur, zij ireniseert de bomen niet.
Inmiddels vond men een voorlopige plek voor haar
in een revalidatiecentrum voor ouderen. Dat het voorlopig is, vertellen wij onze
moeder niet. Haar tijdsbesef veranderde eveneens in de afgelopen periode. De
zorginstelling van eerste keuze heeft een wachtlijst; daar kon ze niet direct
terecht na haar recente ziekenhuisopname. Het revalidatiecentrum heeft 150 kamers,
de meeste eenpersoons. Ze boft dat ze erheen kan: in het ziekenhuis wacht menig
patiënt op een vervolgplaats in een instelling.
Afgelopen woensdag werd ze overgeplaatst. Mijn
zussen beschreven de ontvangst in de nieuwe instelling als een warm welkom. Het
centrum heeft een afdeling die zich specifiek richt op de revalidatie van oude
patiënten met complexe psychogeriatrische of geriatrisch-psychiatrische
stoornissen, zoals stemmingswisselingen en gedragsproblemen. De zorg die men er
verleent, krijgt het cijfer 8.3.
De eerste nacht zette de verpleging bewegingsmelders
in haar kamer; niet veel later meldden die dat ze uit een bed met hoge kanten was
gevallen. Hoe kreeg ze het voor elkaar?! Ze kwam op haar kwetsbare knieën
terecht en schaafde een elleboog. Het is de tweede keer dat zoiets gebeurt en
het is een wonder dat ze daarbij geen botbreuken opliep. De volgende nacht werd
op verzoek van een van mijn zussen een matras naast het bed gelegd, om de
eventuele klap te verzachten. Het gebeurde niet.
Naar verluidt, vergt ze veel van het verplegend personeel. Ze drukt het noodknopje zonder schroom tientallen keren achter elkaar in. Een, twee, drie, vier… komt er nog wat van?! Ze vraagt op dusdanige wijze aandacht dat bij mijn zussen soms het schaamrood op de kaken staat. Tja. Maar we zijn niet verantwoordelijk voor het gedrag van onze ouder(s), meisjes! Zeker niet een dementerende ouder.
Naar verluidt, vergt ze veel van het verplegend personeel. Ze drukt het noodknopje zonder schroom tientallen keren achter elkaar in. Een, twee, drie, vier… komt er nog wat van?! Ze vraagt op dusdanige wijze aandacht dat bij mijn zussen soms het schaamrood op de kaken staat. Tja. Maar we zijn niet verantwoordelijk voor het gedrag van onze ouder(s), meisjes! Zeker niet een dementerende ouder.
Ik las de brochure van het centrum die als titel
heeft Leven met Kleur. Het is een
vrij nieuw gebouw en de binnenkant is uiterst kleurrijk. We moeten afwachten
welke kleur het leven daar volgens mijn moeder heeft. Mijn zus stuurde een foto
van de tekening die ze recent maakte. Ik zag haar al voor mij met een waaier
van kleurtjes om haar heen, puntje van de tong uit haar mond, netjes binnen
de lijnen kleurend. Met haar kleurenpalet is niets mis, alleen het -voorgedrukte-
onderwerp van de tekening riep vragen op bij mij: fragiele bootjes, omringd en
overspoeld door hoge golven… Geen wonder dat ze 's nachts onrustig slaapt!
De brochure vermeldt voorts dat het centrum een
gezellige brasserie met ruim terras heeft waar patiënten en bezoekers warme en
koude maaltijden kunnen bestellen. Daarnaast is er een familiekamer waar patiënten
en familieleden terecht kunnen als zij willen samenzijn. Het centum heeft een
internetcafé, een kunsttuin met glazen vissen, een kapsalon, pedicure en
schoonheidsspecialiste. En als klap op de vuurpijl: de tuin rondom het centrum en
de directe omgeving lenen zich uitermate voor het maken van wandelingen. Typisch
iets voor mijn bomen minnende moeder!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten