Sinds 22 april (tot 22
september) kan worden gestemd op het belangrijkste boek van Nederland. Het gaat om boeken die een
maatschappelijke impact hadden en een grote rol speelden bij de vorming van de
Nederlandse cultuur en identiteit. Er zijn tien categorieën en tien ambassadeurs
geven tien tips om het kiezen gemakkelijker te maken. ‘In kiezen zit veel verliezen’ aldus auteur Adriaan van
Dis, één van de ambassadeurs. Kiezen voor een bepaald boek, is immers kiezen tegen
zovele andere.
Je kunt niet alleen kiezen uit oorspronkelijk
Nederlands werk, ook boeken die in het Nederlands zijn vertaald mogen meedoen. Ga
er maar aan staan! Als je bedenkt dat ik al 50 jaar lees, met -voor het gemak-
een gemiddelde van 1 boek per week, dan komt dat neer op tenminste 2.600
werken. Dan wordt een keuze schier onmogelijk…
Het belang dat aan een boek wordt
gehecht, is voor iedere lezer anders. Elke keuze kan op de website worden toegelicht; dat
leverde reeds interessante gespreksstof op. Alhoewel ik niet van lijstjes ben, selecteerde
ik enkele boeken die samenvallen met een belangrijke periode of een
onvergetelijk moment in mijn leven, boeken die mijn kijk op de wereld veranderden
en, om uiteenlopende redenen, diepe indruk op mij maakten. Hier een kleine
greep.
Categorie Kinderboeken: ‘Pippi Langkous’ - Astrid
Lindgren. Dit boek maakte mij duidelijk dat stout zijn leuk kan zijn, vooral als
het vrijgevochten meisjes betreft. Het droeve verhaal van Remi in ‘Alleen op de wereld’ - Hector
Malot vond ik hartverscheurend. Ik plengde hier mijn eerste (maar zeker niet
laatste) tranen om de hoofdpersoon van een boek.
Categorie Literatuur voor WOII. Op de eindexamenlijst
van de middelbare school zette ik het boek ‘Een Liefde’ - Lodewijk van
Deyssel, de eerste naturalistische roman in Nederland. Van Deyssel was 18 jaar toen
hij aan de roman begon. Al las ik het pas 100 jaar later, dat deed ik met rode konen.
‘The Day of the Triffids’ - John Wyndham en ‘1984’ - George Orwell
stonden op mijn Engelse lijst. Wyndham’s boek is een post-apocalyptische roman
die mij voor het eerst kennis liet maken met het gevoel van beklemming en met het
tweede boek staken morele kwesties de kop op als: hoe dapper ben ik zelf in
barre tijden?
Categorie Poëzie. In mijn studietijd ontdekte ik ‘Les Fleurs du Mal’ (De bloemen van het kwaad) - Charles Baudelaire. Tot
dan toe was ik nauwelijks poëzieliefhebber maar deze gedichten vond ik een
openbaring. Na publicatie (1857) ging er een rilling door de Franse
maatschappij. De auteur en zijn uitgever werden juridisch vervolgd wegens
schending van de goede zeden.
Categorie Literatuur na WOII. Op mijn Nederlandse boekenlijst
stond ook ‘De Avonden’ - Gerard Reve, ironicus-van-het-eerste-uur,
taalvirtuoos, provocateur,
Maria-vereerder en ondeugende homo. Ik bleef zijn werk tot aan zijn dood
trouw lezen: ‘Nader tot
U’, ‘Het boek van Violet en Dood’, ‘Een circusjongen’, ‘Brieven van
een aardappeleter’ en vele
andere. Ook de biografie van Nop Maas (‘Kroniek van een schuldig leven’) boeide. Het Reve-oeuvre behoort wat mij betreft tot
het beste dat de Nederlandse literatuur voortbracht.
Ten tijde van mijn eigen ontluikende
seksualiteit verslond ik ‘Eenzaam Avontuur’ - Anna Blaman, onder andere vanwege
de lesbo-erotische passages. Blaman overleed in mijn geboortejaar. In 1949 vond
het Boekentribunaal plaats, een schijnproces waarbij Blaman door
collega-literatoren werd aangeklaagd op grond van literaire gebreken. Het is een
saillant gegeven dat zij in 1956 als eerste auteur de P.C. Hooftprijs ontving voor
haar gehele oeuvre.
Als inwoner van Amsterdam maakte ik kennis met de cyclus ‘De Tandeloze Tijd’ - A.F.Th. van der Heijden (P.C. Hooftprijs 2013). Het zijn de woelige jaren '80 van de vorige eeuw. Krakersrellen en harde ME-optredens zijn aan de orde van de dag, ook in de buurt waar ik woon. Van der Heijden’s werk schrijft hiermee een kroniek van mijn tijd en ik bleef Adrie trouw. Zijn latere requiemroman ‘Tonio’ waarin hij literair vervat wat hij voelt na het verlies van zijn enige zoon, vond ik heel ontroerend.
Van heel andere orde zijn
indringende werken als ‘Nacht’ -
Elie Wiesel, ‘Is dit een mens’ - Primo
Levi en ‘Het
verstoorde leven’ - Etty
Hillesum die een onuitwisbare indruk op mij maakten. De joods-Roemeense Wiesel
overleefde Auschwitz en Buchenwald, ontving de Nobelprijs voor de Vrede en is
nog onder de levenden, de joods-Italiaanse Levi overleefde Auschwitz maar
pleegde zelfmoord in 1987, de joodse Nederlandse Hillesum keerde niet uit Auschwitz
terug.
Verhalen over
concentratiekampen waren niet nieuw voor mij maar de vorm van de volgende werken wel: ‘De
Welwillenden’ - Jonathan Littell (Prix Goncourt 2006). De ik-figuur
in het boek is een voormalige SS-Obersturmbannführer; het verhaal wordt verteld vanuit zijn perspectief. Het boek ‘HhhH’ (‘Himmlers
hersenen heten Heydrich’) -
Laurent Binet is historiografie van de tweede wereldoorlog
in geniale fictie gevat. Kan dat wel, zul je je wellicht afvragen? Hij deed het en ontving daarvoor de Prix Goncourt in 2010.
Tijdens een werkbezoek aan
Polen in de jaren '90 van de vorige eeuw kreeg ik van een collega het omstreden boek ‘De geverfde vogel’ - Jerzy Kosinski in mijn handen gedrukt. Ik kende de titel en de verhalen
omtrent het werk. Het was lange tijd verboden in Polen omdat de bevolking daarin
wreed en primitief werd afgeschilderd. Het boek kreeg prijzen en stond model voor de
gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog en de jodenvervolging. Het gaat over een
6-jarig joods-Pools jongetje dat tijdens de oorlog naar het platteland wordt
gestuurd omdat hij daar, volgens zijn ouders, veilig(er) zou zijn. De xenofobie,
het tomeloze geweld tegen alles dat ‘anders is’: het is zware kost. Ik werd
letterlijk misselijk tijdens het lezen.
Toen mijn liefje en ik in Londen
woonden en werkten, ontdekte ik het werk van Britse auteurs die ik daarna
met plezier en bewondering bleef lezen: ‘Amsterdam’ en ‘Aan Chesil Beach’ (Boek van het
Jaar 2008) - Ian McEwan, ‘Het lied van de Loopgraven’ en
‘On Green Dolphin Street’ - Sebastian Faulks (UK Auteur van het Jaar 1995), ‘De
wijde hemel’ en ‘Almost Moon’ - Alice Sebold, ‘Alsof het voorbij is’ en ‘Flaubert’s Parrot’ - Julian
Barnes, ‘Sinaasappels zijn niet de enige vruchten’ en ‘Sexing
the Cherry’ - Jeanette Winterson. Zij
brachten mij grote liefde bij voor Engelse werken die tot op de dag van vandaag voortduurt.
Categorie Geografie en reizen. De leestips op de
website komen van ambassadeur Floortje Dessing, de bofkont die van haar hobby
een beroep maakte. Dit zijn mijn keuzes: ‘De omweg naar Santiago’ - Cees
Nooteboom (P.C. Hooftprijs, Prijs der Nederlandse Letteren), ‘Reizen zonder
John’ - Geert Mak, ‘De Bron’ - James A. Michener. Ik ben fan van de boeken van Michael
Palin (o.a. ‘De Cirkel
Rond’) en van Bill
Bryson (o.a. ‘Down Under’). Paul Theroux is echter mijn absolute favoriet als
het gaat om reisverhalen. ‘Muskietenkust’ was het eerste boek van zijn hand, gevolgd door al
zijn daaropvolgende boeken. Het zijn allemaal mannen. ‘1.000
Places to see before you die’ van Patricia
Schulz mag in de boekenkast van een reislustige Hollandse
niet ontbreken.
Op dit moment staat de Bijbel met de
meeste stemmen op de eerste plaats; mijn stem zal dat boek niet krijgen. Ik kan
wel tien blogs over dit onderwerp schrijven maar hét belangrijkste boek kiezen? Dat wordt nog een hele klus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten