Illustratie: Marnix Rueb |
In 2008 blogde ik met regelmaat over het onderwerp embryoselectie dat
toen speelde in de politiek. Destijds was een regeringscoalitie aan de orde van
CDA, PvdA en ChristenUnie, het kabinet Balkenende IV dat in februari 2007 werd beëdigd.
Die samenstelling maakte embryoselectie een heikel onderwerp. PvdA, bij monde
van de toenmalige staatssecretaris van Volksgezondheid Jet Bussemaker, was vóór
verruiming van de regelgeving omtrent embryoselectie.
Embryoselectie wordt sinds 2003 mondjesmaat toegepast in slechts één
academisch medisch centrum in Nederland: het AZM in Maastricht. Artsen van dat
centrum waren -net als Bussemaker- voorstander van verruiming van de bestaande wetgeving.
Bij sommige genetisch bepaalde ziekten, zoals Huntington (hersenen) en
Duchenne (spieren), behoort embryoselectie al tot de behandelmogelijkheden. De
staatssecretaris vond daarin een belangrijk argument om de toepassing ook voor
de kleine groep dragers van de BRCA-genmodificatie toe te staan. ChristenUnie
en CDA waren faliekant tegen, beide partijen waren van mening dat we ons daarmee
op een hellend vlak begaven. Bussemaker diende in 2008 desalniettemin een
voorstel in dat echter zoveel commotie veroorzaakte dat ze het uiteindelijk terugtrok.
Sindsdien wordt smachtend gewacht op de volgende stap in dit zich voortslepende
drama.
Embryoselectie wordt toegepast bij vrouwen die een hoog risico hebben op
een kind met een ernstige erfelijke afwijking. Het gaat hier om ziekten waaraan
maar één gen ten grondslag ligt; dat hebben Huntington, Duchenne en BRCA met
elkaar gemeen. Tijdens de behandeling onderzoekt de arts embryo’s die afkomstig
zijn van reageerbuisbevruchting, voordat ze bij de moeder worden geïmplanteerd.
Als het embryo drie dagen oud is, bestaat het uit acht cellen, waarvan er twee
worden afgenomen voor onderzoek. Met deze techniek is het mogelijk om embryo’s
te selecteren die zonder erfelijke afwijking kunnen worden geboren. Dat wil
je je kind toch niet ontzeggen?!
Destijds volgde ik de politieke debatten in de Nederlandse politiek op de
voet. Ik voerde zelfs een gepassioneerd gesprek met Khadija Arib over het
onderwerp. Zij was toen Tweede Kamerlid en woordvoerster Gezondheidszorg van de
PvdA. Ik kwam haar tegen in restaurant Dudok in Den Haag en vroeg naar haar
minder overtuigende rol in het debat van die dag. Ze liep destijds op eieren vanwege
de coalitie die haar partij sloot met ChristenUnie en CDA maar ik was
teleurgesteld in haar optreden en het gebrek aan solidariteit met haar dappere collega
Bussemaker. Ze begreep mijn zorg en ging goed om met mijn kritiek. Na een
ietwat haperende start in de politiek ontwikkelde Arib zich tot een capabele en
alom gewaardeerde Kamervoorzitter.
Komt het ook goed met embryoselectie voor dragers van erfelijke
borstkanker?
Via deze techniek kunnen zij immers voorkomen dat zij kinderen krijgen
met dezelfde erfelijke belasting. Dat het momenteel wel kan maar niet mag in
Nederland is voor veel dragers met een kinderwens onverteerbaar.
In 2006 kreeg mijn wijdere familie te maken met deze BRCA-genmutatie. ‘BRCA’
staat voor Breast Cancer; men onderscheidt twee soorten, te weten BRCA1 en BRCA2.
Dragers hebben een sterk verhoogd risico op borst- en eierstokkanker. Een oudere
neef ontwikkelde borstkanker die genetisch bleek te zijn bepaald. Hij nam tijdens
zijn behandeling contact op met mijn moeder die ons vervolgens op de hoogte
stelde van het pijnlijke feit en de keuze aan ons liet voor het vervolgtraject.
Mijn zussen in Nederland lieten zich testen en zelf wilde ik ook -koste wat het
kost- weten of ik draagster was. Meten is weten!
Na een predictieve test in Spanje -een test die van toepassing is als je
zelf nog geen diagnose kanker hebt ontvangen maar wel wilt weten of je een
voorbeschiktheid of verhoogd risico hebt op het ontwikkelen ervan-, bleek dat
ik zelf geen draagster ben. Dat gold helaas niet voor andere leden van mijn eigen,
kleine familiekring. Mijn vader bleek drager van de genmodificatie en
hij had dit onwetend en onbedoeld aan enkele van zijn kinderen doorgegeven. We
zijn inmiddels vele ervaringen rijker: al mijn zussen ontwikkelden borstkanker,
mijn oudste zus overleed aan de gevolgen van uitgezaaide eierstokkanker. Voor
haar kwam de kennis en wetenschap te laat. Zeggen dat ik uit een zogenaamde hoogrisico-familie
kom, is de understatement van de maand…
Sinds vorige week staat embryoselectie weer volop in de Nederlandse schijnwerpers.
Er wordt hard gewerkt aan een regeringscoalitie. Gezien het feit dat CDA en
ChristenUnie weer meepraten, is er weinig reden tot vrolijkheid aan de
Hofvijver. D66 ziet de bui al hangen met het thema ‘Voltooid Leven’ op hun
programma. Iedereen begrijpt dat dergelijke kwesties zwaar beladen zijn, ze hebben
tijd nodig maar tien jaar masseren voor accordering van embryoselectie is wat mij betreft the
bloody limit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten