Of het nu kwam door de lange vliegreis terug naar huis,
door het recente contact met snipverkouden vrienden of doordat het Blue Monday
was, maar de eerste dag van deze week was voor mij niet om over naar huis te schrijven.
Het was hier een uiterst druilerige dag, zelf was ik hangerig, had een
wattenhoofd en snot in (en uit) alle holten.
Liggend in bed, leek het alsof ik overliep van snot en
slijm of in ademnood was. De godganse nacht klonk ik volgens mijn liefje als 1)
een pseudoreutelend type, 2) een bronstig hert 3) een vastlopende naaimachine. Een
mens produceert gemiddeld een à anderhalve liter snot per dag maar ik ben thans
in overproductie. Als ik overwacht heftig nies, zit het gehele scherm van mijn
reader of mijn laptop onder… Van de jetlag heb ik minder last dan van het huidige
fysieke gedoe.
Op de heenreis naar Bali overkwam mij ook al zoiets.
Tijdens de eerste dagen was ik eveneens hangerig en had ik een sluimerende
keelpijn. Die zette echter niet door, (mede) dankzij een serie paracetamols. Voor
de tweede keer slap en mies zijn in een maand tijd duidt op weinig weerstand. En
dat terwijl ik een heuse Tridatu-armband
van Bali draag. We kochten het kleinood daar
voor een goed doel. Het bestaat uit een gevlochten,
driekleurig bandje (rood-wit-zwart). Rood staat voor creativiteit en moed,
zwart symboliseert kracht en wit staat voor spiritualiteit en goedheid. De drie
draden vertegenwoordigen de drie belangrijkste Hindoe-goden: Brahma, Shiva en
Vishnu èn de elementen lucht (Brahma), vuur (Shiva) en water (Vishnu). De
armband moet rechts worden gedragen voor het beste resultaat. Volgens de
beschrijving beschermt het de drager tegen alle ongerechtigheid en kwade
geesten. Ik draag die van mij al weken... Tja. Alweer een illusie armer!
Het overkomt de besten. Op Yuda’s eerste schooldag van 2018 was hij uit
de klas naar het kantoor van het schoolhoofd overgebracht; hij had koorts. Voor
de goede orde: ook hij droeg een Tridatu-armband. Tijdens de pauze kwam zijn
broertje Damai hem een slokje water brengen; zo zoet. Papa Ketut haalde zijn
oudste zoon vroegtijdig op en bracht hem naar huis. Zijn onwelzijn was gelukkig
van korte duur, de volgende dag voelde hij zich tip-top en was hij weer de
oude.
Sinds begin vorig jaar is er in Indonesië sprake van een uitbraak van
difterie. Begin december 2017 meldde het Ministerie van Gezondheidszorg dat er dat
jaar 32 doden vielen (vooral
kinderen); dat las ik in de Jakarta Post. Vorig jaar werden in de Indonesische archipel 591 gevallen van difterie gemeld, 40% meer dan in 2016. Dat is zorgwekkend. Geen van de
slachtoffers was tegen de ziekte ingeënt. De WereldGezondheidsorganiatie (WHO) meldde
in 2016 7.000 gevallen wereldwijd. Ter vergelijking: in 1980 waren dat er nog
100.000.
Difterie is een bacteriële infectie die via intermenselijk contact en zelfs
via de lucht kan worden overgedragen. Het gaat om een ernstige vorm van
keelontsteking die tot verstikking kan leiden en het hart en zenuwstelsel kan
aantasten. Tot na de Tweede Wereldoorlog kregen in Nederland elk jaar gemiddeld
3.000 mensen difterie, met uitschieters tot enkele tienduizenden doden in
beide wereldoorlogen. 5 à 10% van de patiënten ging dood, bij de overige
patiënten duurde het herstel lang en soms was er blijvende schade. Sinds de
start van de grootschalige vaccinaties in de jaren '50 van de vorige eeuw
verdween de ziekte in het Vaderland bijna geheel.
In de Indonesische archipel stak difterie recent dus weer de kop op. Tot nu toe waaide het niet over naar Bali maar dat is wellicht een kwestie van tijd. Rond de feestdagen was het aantal binnenlandse toeristen, onder andere uit Jakarta en omstreken, massaal.
Mijn liefje en ik werden als kind beiden gevaccineerd maar die vaccinaties beschermen je niet je gehele leven. Voor extra bescherming in verre oorden zou je een herhalingsvaccin moeten krijgen. In Jakarta en twee belendende provincies begint men morgen met een grootschalige vaccinatiecampagne. Onze Balinese ventjes zijn gezond en dat is een groot goed. Als een van hen echter iets serieus onder de leden zou hebben dat zich via de lucht zou kunnen verspreiden, zouden mijn liefje en ik er niet tegen bestand zijn. We knuffelden immers dagelijks met elkaar, zij op de bekende Balinese manier: met hun neus tegen onze wang gedrukt, wij op de onze.
Mijn liefje en ik werden als kind beiden gevaccineerd maar die vaccinaties beschermen je niet je gehele leven. Voor extra bescherming in verre oorden zou je een herhalingsvaccin moeten krijgen. In Jakarta en twee belendende provincies begint men morgen met een grootschalige vaccinatiecampagne. Onze Balinese ventjes zijn gezond en dat is een groot goed. Als een van hen echter iets serieus onder de leden zou hebben dat zich via de lucht zou kunnen verspreiden, zouden mijn liefje en ik er niet tegen bestand zijn. We knuffelden immers dagelijks met elkaar, zij op de bekende Balinese manier: met hun neus tegen onze wang gedrukt, wij op de onze.
Als reislustig type
denk ik zeker na over de gezondheidsrisico’s die we tijdens een verre reis naar
exotische oorden lopen. Het weerhoudt mij er echter niet van telkens de stoute schoenen
aan te trekken. Van deze difterie-uitbraak was ik niet eens op de hoogte. Als
wij naar oorden zouden reizen met vooraf bekende gezondheidsrisico’s, zouden we
tijdig maatregelen nemen. Of we laten ze opzettelijk links liggen. Mijn liefje
werd in de loop van de tijd stricter in haar principes. Ze weigert nog naar
plekken te reizen die tè risicovol of tè onderontwikkeld zijn.
En als klap op de -natte-
vuurpijl is het vandaag ook nog Nothing Day, een Dag Van Niets. Deze dag wordt
sinds 1973 herdacht. De Amerikaanse columnist en ironicus Harrold Coffin (je
zult maar zo’n achternaam hebben!) bedacht het, als tegenhanger voor alle
zinloze herdenkingsdagen die er al waren in de wereld. Hij zette destijds de
Nothing Organisation op die tot op heden nooit één officiële bijeenkomst hield.
Coffin overleed in 1981. Vandaag vieren wij dus niets. Ik denk dat het weer en dagje binnenblijven wordt, wachtend tot de snotstorm voorbij is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten