Nu |
Dit zijn onze laatste dagen samen met de Balinese mannetjes. Zij weten
dat inmiddels ook. Vroeger konden we er vandoor gaan zonder afscheid te nemen, ter
voorkoming van een boel drama. Ze zijn nu op een leeftijd dat ze begrijpen dat er een
tijd is van komen en een tijd van gaan. Het is niet voor de goden van dit eiland
voor wie we telkens terugkeren, evenmin voor cultuur, natuur en eten. (Dat het
in de tropen ligt, werkt wel mee…) Wij komen
om tijd met Yuda en Damai door te brengen. Heel eerlijk gezegd komen we ook niet
voor hun ouders, al zijn we blij dat ze er zijn.
Elsa & Ketut doen niet altijd alles goed in onze ogen maar het zijn
liefdevolle, toegewijde ouders. Dat staat als een paal boven water. En qua karakters: wat de een teveel heeft, heeft
de ander te weinig; en andersom. (Ik houd het opzettelijk vaag.) Ze zetten hun boys
bij tijd en wijle in om iets bij ons gedaan te krijgen; daarvan
zijn we ons bewust. We laten dat gebeuren tot waar het niet meer werkt voor ons.
Soms geven we ze westerse adviezen maar die vallen niet altijd in vruchtbare
aarde. Zij komen uit zo’n andere cultuur, uit zo’n andere wereld dan wij. We
spraken geregeld over het belang van sparen, over je geld verstandig uitgeven,
over investeren nadat je hebt
gespaard, over prioriteiten stellen en eerlijk zijn. Dat zijn onze waarden en
normen, niet per se die van hen. Hier leeft men bij de dag en als je nu iets
kunt binnen hengelen, moet je dat niet uitstellen tot morgen.
We kwamen tien jaar achtereen naar Bali maar dat maakt ons nog geen kenners
van het eiland. De jaren dat we hier zelf woonden, waren wel uiterst leerzaam. We
weten van dichtbij hoe mis het kan gaan in een Balinees leven. Het intensieve contact
met Elsa en Ketut opende onze ogen voor de onderlinge jaloezie tussen Balinezen, de
hardheid in de omgang met elkaar, de corruptie die in het DNA van menigeen lijkt
te zitten... Dat zie je niet als toerist (en dat is maar goed ook). Wij weten
van de armoede, van de overvolle kindertehuizen, van kinderprostitutie, kindermisbruik
en -mishandeling, van schaamte om een gehandicapt kind.
Mijn liefje en ik wensen één ding uit de grond van onze harten: dat de zonen
van Elsa & Ketut een beter leven krijgen dan hun ouders en grootouders. Dat
doel hebben wij allen voor ogen dus dat moet (kunnen) lukken. Soms hangt geluk echter
aan een zijden draadje. Ze werden al eens uit hun huis gezet vanwege achterstallige
betaling aan een lokale bank die meer weghad van een mensetende haai! We vertellen
hen bij toerbeurt dat ze blij moeten zijn met wat ze nu hebben: een huis op eigen grond, een auto, een baan, elke dag goed eten. Dat behouden is in Bali al een ware kunst. Waarom meer? Dat is ook iets dat soms tegen
dovemansoren wordt gezegd. We begrijpen hun drang naar vooruitgang en geld maar
houden af en toe ons hart vast. Voor ons begint een beter leven met goede
educatie dus onze aandacht en steun richt zich vooral daarop.
Wat de mannetjes zeker weten, is dat hun ouders van hen houden en dat wij,
hun witte surrogaat-oma’s, ook zielsveel om hen geven. Wat ze ook weten, is dat
we ze vaak verwennen. (En soms gedragen zij zich ernaar…) Als ze komen spelen
en zwemmen, eten we altijd met elkaar. Ik weet niet zeker of ze thuis dagelijks
proteïne eten maar als zij met ons aan tafel gaan, wordt er altijd vlees gekozen.
Yuda’s hit van dit jaar werd ‘Chicken Carbon Blue’. Ik proestte het uit toen ik
hem het gerecht voor de eerste keer hoorde bestellen. De gepaneerde kipfilet
met daartussen gesmolten kaas & ham veroverde zijn smaakpapillen in één beet.
Op het menu van Warung Ayu staat het gerecht verkeerd gespeld (cordon blue)
maar híj maakte er een potje van. Ik kan dat gerecht nooit meer zien zonder
aan die verspreking te denken.
Zijn broertje Damai kan er ook wat van. De familie ging tijdens de
afgelopen feestdagen een dagje met een van de grootmoeders en een tante op
bezoek bij Elsa’s jongere zus, die sinds enige tijd een nieuw huis in de
heuvels bewoont met echtgenoot en dochter. Zij wonen op circa anderhalf uur
brommer rijden van hier. Waarschijnlijk at Damai daar iets wat niet goed viel want
hij kreeg accuut last van zijn ingewanden. Hij moest zelfs de bosjes in duiken.
Kasian. Op onze vraag naar de oorzaak van het probleem, antwoordde hij ‘Ayam
Knalpot’. (Het woord voor uitlaat in Bahasa Indonesia; ik hoef je niet te
vertellen welke nationaliteit dat woord hier introduceerde...) Ook deze uitdrukking
zal voor het nageslacht worden behouden. Het zijn twee grappige kereltjes.
Tijdens dit verblijf bleven mijn liefje en ik gelukkig klachtenvrij (los
van de gebruikelijke pijntjes). Deze potjes knalden niet! In het resort kwamen we
drie zieke Westerlingen tegen met ernstige darmklachten, die zij in de voorafgaande
dagen opliepen. Wij eten nooit bij een stalletje langs de weg. Ik zag te vaak hoe
en waarin ze gebruikte borden en kopjes afwasten voor ze her te gebruiken. Zelfs
bepaalde restaurants laten we hier links liggen. Vanwege tegenvallende
toeristenaantallen werd de omloopsnelheid van ingrediënten nóg belangrijker. Warung
Ayu, wat ons betreft het beste lokale eethuis, had met de Kerstdagen en Oud
& Nieuw telkens een vol huis; er kon geen tafel of stoel meer bij. Er aten meer
dan 100 gasten op een avond. Ik zag de eigenaresse op de eerste dagen van het
nieuwe jaar amechtig voor zich uit kijken, gezeten achter de kassa. Doodmoe
maar senang.
Een van die zieke hotelgasten was een Duitser, op rondreis met vrouw en
kind. Op de ochtend van hun vertrek hoorde ik hem ‘nazi goreng’ bestellen als
ontbijt. Duits als moedertaal levert doorgaans een zwaar accent op in een andere
taal. Ik hield mijn lachen in. (Laat het nou nog een bestaande boektitel zijn
ook?!) Die uitdrukking wordt eveneens een blijvertje in Huize Barefoot.
Toen en nu |
We besloten de mannetjes deze week te verrassen met een bezoek aan Cafe
Greco, de laatste culinaire aanwinst in Lovina; momenteel the hottest place in
town. Ze staan misschien wel elke dag, op weg naar school, stil voor het
stoplicht met uitzicht op het interieur van dit hypermoderne Griekse eetcafé aan de hoofdstraat.
We liepen in die richting toen het grote Raden Maar begon. Mijn liefje liep
met Yuda, Damai en ik gingen voorop.
De oudste noemde een plaatselijk restaurant, wij reageerden. Of niet. Toen hij Greco noemde, keek ik om en lachte naar hem. Daarop sprak hij de volgende gedenkwaardige zin uit: “You make me so happy”… Daarheen wilde hij kennelijk al sinds de opening, in april vorig jaar. De glimlach op zijn gezicht was van de categorie eerste keer los zwemmen/eerste fiets/eerste dierenboek met geluiden. Dat was zo’n onvergetelijk moment uit de 86.400 seconden van een dag. Het uitje maakte hen nog geen wereldburgers; de Griekse moussaka bleef zonder gehakt en aardappel sneu op hun borden achter. Tja.
De oudste noemde een plaatselijk restaurant, wij reageerden. Of niet. Toen hij Greco noemde, keek ik om en lachte naar hem. Daarop sprak hij de volgende gedenkwaardige zin uit: “You make me so happy”… Daarheen wilde hij kennelijk al sinds de opening, in april vorig jaar. De glimlach op zijn gezicht was van de categorie eerste keer los zwemmen/eerste fiets/eerste dierenboek met geluiden. Dat was zo’n onvergetelijk moment uit de 86.400 seconden van een dag. Het uitje maakte hen nog geen wereldburgers; de Griekse moussaka bleef zonder gehakt en aardappel sneu op hun borden achter. Tja.
De kiekjes bij dit blog zijn automatisch gegenereerde collages van Google
Foto’s. De oplettende lezer zal hebben geconstateerd dat ik als blogger weer digitale
foto-albums kan opnemen op mijn site. Joehoe!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten