Maandag jongstleden vierden we een nationale feestdag mee, in
buurgemeente San Pedro del Pinatar (provincie Murcia). Het was de herdenkingsdag
van Virgen del Carmen, de
beschermheilige van de Spaanse vissers. Wij lazen in een lokale krant dat er
vroeg in de ochtend een processie zou plaatsvinden in het stadje en besloten er
op de fiets naartoe te gaan. Zelfs de Britse buurvrouw viel het op dat we vroeg
uit de veren gingen! Om tien uur zetten we onze stalen rossen in een keurige,
nieuwe fietsenstalling in de binnenhaven aan de Mar Menor.
We liepen allereerst het gebouw van de visafslag binnen waar al veel
reuring was. De autoparkeerplaats was al overvol, op het plein voor de
visafslag zaten al mensen op eigen stoeltjes te wachten, klaar voor het spectakel.
Maar eerst een kopje koffie! Dat was nog niet zo eenvoudig: de winkel van
patissier José Antonio zat bomvol. Wij vonden nog twee krukken aan de
ontbijtbar. De flessen ‘licor 43’ en brandy stonden al naast de melk. Never a
dull moment. De man naast ons schonk zich een fikse scheut alcohol in
zijn koffie in. Het team van vaste medewerkers was uitgebreid met tijdelijk
personeel. Een van de schoolverlaters droeg een grote button op zijn borst met de
tekst “heb geduld, ik ben een
leerling”. Een beetje medemenselijkheid op zo'n christelijke dag kan geen kwaad.
De hoofdstraat van San Pedro was afgezet door de Guardia Civil. Er was trouwens veel politie op de been. In de verte zagen we een grote mensenmassa langzaam
onze kant op komen. Middenin ontwaarde ik een schommelend beeld. Processies
kennen we hier sinds we voet op Spaanse bodem zetten. In de heilige week worden
grote heiligenbeelden op schouders van stoere mannen en vrouwen gedragen dus
dat is ons bekend. Nu betrof het een bescheiden beeld van Carmen met een kind
op de arm, omzoomd met honderden witte rozen. Het verhaal van haar verering zou
teruggaan tot 300 jaar voor onze jaartelling. Zij zou zijn geboren in de plaats
Galilea, op de berg Karmel (in Hebreeuws betekent ‘Carmelo’ tuin). In die tijd
maakte men in het gebied een grote droogte door en daarom werd gebeden om regen,
onder leiding van profeet Elias. Vervolgens verscheen er een regenwolk aan het
firmament en Elias zag dat als teken voor de komst van een redder die uit de
maagd Carmen zou ontspruiten. Zo ontstond onder andere de rooms-katholieke Orde
van de Karmelieten. Sinds de Middeleeuwen wordt Carmen ook wel aangeduid als
‘Ster van de Zee’. De rest is religieuze geschiedenis.
Hail, Star of the Seas,
of the Seas, Iris of Eternal Happiness.
Hail, o Phoenix of Beauty,
Mother of Divine Love.
From your Village to the Sorrows
your Clemency of Consolation,
fervently reaches the Sky
up to You, up to You our Cry.
Hail, Hail, Star of the Seas,
Hail, Star of the Seas.
Yes, fervently, goes to Heaven
up to You, up to You our Cry.
Hail Star of the Seas,
Star of the Seas.
Hail, Hail, Hail, Hail.
Anno 2018 lijkt er nog net zoveel devotie te bestaan op deze dag als 2200
jaar geleden. Het hele dorp leek te zijn uitgelopen. Kleine kinderen met
t-shirts aan met daarop een afbeelding van de maagd Carmen, volwassen mannen en
vrouwen met hangers en sjaals om met haar afbeelding. De stoet, inclusief
fanfare, kwam langzaam waggelend onze kant op.
Mijn liefje en ik stonden in dubio: moesten we deze processie aanschouwen
of ons naar de haven spoeden om het vervolg daar goed te kunnen zien? Wij besloten
op de stoet te wachten. Toen deze op de hoogte van de binnenhaven kwam, liep
iedereen naar het water. In deze Spaanse processie liep een professionele
vuurwerkafsteker mee. Hij droeg een soort lanceerinstallatie en een grote tas met
rotjes en andere knallers mee. Op enig moment ontstond er zoveel rook dat de
zon tijdelijk achter een dikke mist schuilging. Bah!
De haven lag vol met feestelijk versierde vissersboten. Spaanse vlaggen
sierden elk schip, groot en klein. Hier en daar vroeg ik een schipper of wij
wellicht aan boord mochten stappen om zo de Mar Menor op te gaan, in navolging
van het bootje met de Virgen del Carmen. Dat lukte mij niet, het was
uitsluitend bedoeld voor vissers en hun familie en vrienden, aldus hun
antwoorden. (Dat stukje inburgering ontbreekt dus nog.) Wij bleven op het droge
en kozen een goede plek aan de wal. Op een stapel visnetten, als heuse viswijffies.
Tenminste, dat dachten we. We bleken ons aan de verkeerde kant van de haven te bevinden.
In de verte zag ik een grote menigte, de ferry die in deze tijd van Lo Pagán
naar La Manga oversteekt, was vol. Met ruime vertraging zette het vissersbootje
met daarop Virgen del Carmen koers naar open water. Haar zilveren kroon
schitterde in het zonlicht. Tja. Daar ging de Ster van de Zee, aan boord van de
Chato Uno die ik 's ochtends nog fraai op de foto had gezet. Nu niet. En wij hadden het nakijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten