Hoogleraar Psychiatrie Damiaan Denys (1965) van het Amsterdam UMC ontving onlangs de Ig Nobel-prijs voor Geneeskunde voor het jarenlange onderzoek dat hij deed naar mensen die zó agressief worden van smakken, niezen, snurken, slurpen, zwaar ademen of andere geluiden van anderen dat ze er soms moordneigingen van krijgen. Denys begon tien jaar geleden met zijn onderzoek nadat een patiënte hem vertelde dat ze heel boos werd als ze iemand hoorde niezen.
Al ben ik bepaald geen hypochonder, ik denk dat ook ik een zekere mate van misofonie heb. Mijn liefje zegt dat eveneens over zichzelf. In de loop van de tijd werden we gevoelig voor geluidsoverlast. Niet van elkaar maar van anderen. Komt dat doordat we langdurig in een land van rumoer leven? Spaanse buren in de straat die hier eveneens permanent wonen, corrigeren het geblaf van hun neurotische chihuahua (Tor) niet of nauwelijks. In voorgaande jaren sprak ik Cristina er weleens op aan. Ze is het erover eens dat haar hond “un poco nervioso” is. Het hielp wel iets maar loste het probleem op de langere termijn niet op. Mijn liefje wordt boos op mij als ik tegenwoordig hard “shhhhht” zeg of zijn naam roep als de viervoeter weer uit zijn dak gaat; maar ja, een misofonist moet toch wat?! Ik denk maar zo: als de hond het niet snapt dan toch zeker het baasje wel! (Dat werkt overigens.)
Ook Spaanse buurvrouw Marisa laat haar jonge blonde labrador langdurig blaffen om niets. Het is haar tweede hond; de eerste werd vanwege beheerproblemen uit huis geplaatst. Tijdens het coronahuisarrest begon ze aan hond 2. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik haar met dat bolletje wol zag lopen. Nummer 2 krijgt evenmin enige opvoeding. Haar directe buren, het jonge Spaanse stel Dani & Tania, gaan vanwege dat gedrag binnenkort verhuizen, zo meldden zij ons onlangs. Marisa heeft zelf waarschijnlijk geen idee al maken we ook met haar praatjes over het belang van opvoeden. Zij is een typisch Spaanse op dit punt: hoe meer lawaai, hoe beter! Als zij in haar auto naar huis terugkeert, staat de stereo keihard aan en alle ramen open. Je hoort haar bij de provinciegrens van Murcia al aankomen, als je er oren naar hebt. (En dat hebben we.)
Een Waalse achterbuur snuit zijn neus zeer luidruchtig; het schettert door de buurt. Ik heb te doen met zijn sinussen al heb ik zelf geen last van zijn geluid. Krijg er evenmin moordneigingen van. Toen een grote groep twintigplussers uit Murcia vorige week in onze straat afscheid nam van de zomer van 2020 met een luidruchtig feest op het terras, inclusief gezuip en geschreeuw tot 5 uur in de ochtend, voelde ik die neiging weer wel. Klaarwakker in mijn bed kreeg ik visioenen van Urumi-zwaarden, kanonnen die van dichtbij werden afgevuurd en pijlen van een boog waarvan de punten in novichok zijn gedrenkt.
Ik ken moordgedachten dus zeker, denkend aan herrieschoppers maar het sterkst zijn ze bij aanhoudend hondengeblaf. Voor mij is het simpel: het lawaai dat kan worden vermeden, moet je als mens zien te vermijden. Ten behoeve van je naasten en wijdere leefomgeving.
Je kunt overigens online een kleine test doen bij het Britse Misophonia Institute om te weten of je een misofonist bent. Ik deed het uit nieuwsgierigheid. Het lijkt er wel op al is er in mijn geval geen sprake van paniek bij het aanhoren van irritant geluid. Slechts het kielhalen (of erger) van de veroorzaker zit in mijn gedachten. Hoe het ook zij, ik sloeg onomstotelijk aan op het nieuwsbericht over de prijs en dit onderzoek!
Denys is blij met zijn prijs maar het verwarde hem tegelijkertijd. De prijs is in eerste instantie grappig bedoeld maar heeft altijd een serieuze ondertoon. Zijn onderzoek werkt net andersom. Hij accepteerde dit eerbetoon omdat hij en zijn team het belangrijk vinden dat er aandacht komt voor deze aandoening.
Een dag later stond er een artikel in De Volkskrant van Tonie Mudde en Margreet Vermeulen die als kop had ‘De hel, dat is het geluid van anderen’. Vrij naar de Franse auteur Albert Camus, vermoed ik. Hij schreef een mooi boek over de hel die de ene mens voor de ander is (L’enfer c’est les autres). Camus, minnaaar van feministe Simon de Beauvoir, ontving in 1957 de Nobelpijs voor Literatuur voor zijn werk.
De Ig Nobels die sinds 1991 worden uitgereikt, bereikten inmiddels een cultstatus. Denys en collega’s publiceerden hun winnende artikel in 2013 in het internationale tijdschrift Plos One. Daarin beschreven ze de symptomen van 42 patiënten. Zij zijn van mening dat er sprake is van een aparte ziekte die losstaat van andere psychische aandoeningen. Over wat de ziekte precies is, tast men nog in het duister. Patiënten lijken in ieder geval geen gehoorprobleem te hebben.
Op de betreffende afdeling van het Amsterdamse UMC ontwikkelde men een therapie voor mensen met misofonie. Daar probeert men het geluid dat de negatieve reactie oproept, te doen ‘overstemmen’ door het geluid dat een positieve invloed op de persoon in kwestie heeft. Tor tussen de spaken van mijn heerlijk zoevende fiets? Marisa die wordt verzwolgen door een zingende walvis? Voor mij werkt het!
Laureaten van de andere Nobelprijs (‘de echte’) verbinden hun naam zonder schroom aan de Igs. Vaak reiken ze de prijzen aan winnaars uit. Normaliter gebeurt dat aan de universiteit van Harvard, met een gekke ceremonie waarbij het publiek gevouwen vliegtuigjes naar de persoon op het podium gooit en een kind in de microfoon mag zeggen “please stop, i’am bored” als sprekers te langdradig worden. Vanwege de coronacrisis zaten de winnaars dit jaar achter een spatscherm en werd er geZoomed. Ze ontvingen een pdf met knutselinstructies voor een zelf te maken trofee. Tja.
Recent las ik eveneens dat een Noorse rechts-extremist president Trump nomineerde voor de Nobelprijs voor de Vrede. Daar is niets grappigs aan! Hij zou deze prijs verdienen voor het Midden-Oosten-voorstel dat nu wordt uitgewerkt. Het huidige initiatief komt van Trumps schoonzoon Jared Kushner en is met name gericht op economische samenwerking tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten. Op zich helemaal niet verkeerd maar het heeft geen schijn van een vredesakkoord. Daarvoor moet het vooral boteren tussen de Israëli en de Palestijnen en dat is lichtjaren ver weg…
Trump was in de afgelopen weken weer heel vaak in mijn gedachten. Dat kwam door hem en door mij. Na de presidentiële verkiezing van 2016 raakte ik geobsedeerd door deze man en zijn acties. Die obsessie duurde bijna drie jaar maar zwakte daarna af om nu weer op te vlammen. Dat is niet verwonderlijk als je bedenkt welke boeken er recent over hem werd gepubliceerd en die ik las of op de leesstapel heb liggen.
Onlangs las ik het boek ‘Disloyal: A Memoir. The True Story of the Former Personal Attorney to President Donald J. Trump’, van advocaat en fixer Michael Cohen. Het autobiografische boek verhaalt hoe een aardige joodse jongeman van een keurig middenklassegezin valt voor de duivelse charmes van de New Yorkse ondernemer en maffiabaas Don ‘Corleone’ Trump. Cohen doet precies uit de doeken hoe hij al vroeg geobsedeerd raakt door Italiaanse mafiosi en uiteindelijk in het web van mobster-president Trump verstrikt raakt. Hij praat de kromste dingen van zijn baas recht. Cohen’s echtgenote en beide kinderen zien het jarenlang met lede ogen aan.
De enige onthulling in het boek die ik grappig vond, was over Trumps opmerkelijke kapsel. Cohen beschrijft dat met ‘flip-flap-flop’. Als Trump uit de douche komt, hangt alleen haar (tot voorbij schouderhoogte) aan de rechter- en achterkant van zijn hoofd. Eerst klapt hij de pluk op zijn achterhoofd naar voren, daarna klapt hij het haar boven zijn rechteroor over zijn schedel naar links. Vervolgens wordt het als een pakketje dichtgevouwen. Tenslotte gaat er haarlak (van een goedkoop merk) overheen om het te fixeren. En dat elke dag weer. Flip-flap-flop. Ik moest erom gniffelen. Het schijnt dat Trumps schedel vol littekens zit, veroorzaakt door een mislukte haartransplantatie. Er valt verder weinig te lachen in het boek. Ik denk niet dat het Cohen is die ontrouw is aan Trump maar andersom. Wat een egoïstische, corrupte, onbetrouwbare kerel! Cohen haalt als diens fixer alle kooltjes uit het vuur maar ontvangt stank voor dank. Medelijden hoeven we echter niet met hem te hebben, dunkt mij.
‘Rage’ van de 77-jarige Washington Post-journalist Bob Woodward; het vervolg op zijn boek ‘Fear’. Ik ben tot ongeveer de helft van het boek gevorderd. Er staat heel veel in dat al uitgebreid in andere boeken en in de media ter sprake is gekomen. Voor dit boek organiseerde Woodward 17 interviews met Donald Trump. Alle gesprekken minus 1 werden op band vastgelegd. Een van de opvallende dingen aan dit boek is dat Woodward de uitspraken van de president feitelijk checkt terwijl ze worden uitgesproken; zowel in de gesprekken als later beschrijvend. De gesprekken over covid-19 vond ik nog het interessants. Al vroeg in januari 2020 belt Trump met Woodward (omdat hij boos was dat hij niet werd geïnterviewd in Woodwards vorige boek) over de dodelijke virus in China. Hij weet dan al dat het zich verspreidt door de lucht en noemt het uiterst dodelijk. Hoe vaak kan een president zich publiekelijk tegenspreken? Heeeeeeel vaak. Ontelbare keren zelfs, in dit geval.
De boeken van de Amerikaanse Stephanie Winston Wolkoff, nog niet zo lang geleden de beste vriendin van Melania Trump (getiteld ‘Melania and Me: The Rise and Fall of My Friendship with the First Lady’) en van FBI-agent Peter Strzok (getiteld ‘Compromised: Counterintelligence and the Threat of Donald Trump’; volgens hem staat Trump diep in het krijt bij Poetin; hij compromiteerde zich…) liggen op mijn stapel om hun leesbeurt te roepen. Voor hen ben ik even Oost- Indisch doof. Ook dat nog!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten