Translate

woensdag 16 december 2020

Een heel bijzondere datum

Vandaag is er zo een. Niet alleen omdat het de verjaardag van mijn schoonvader Henk in Nederland is. Hij werd 95 jaar, kreeg dit jaar corona maar had geen klachten. Hij mag dan niet meer goed horen, zien en (vaak) zwijgen maar dor hout is hij zeker niet! 

Het was de 41-jarige Ionica Smeets, die mij op de bijzondere datum van vandaag attent maakte: 16-12-20. Smeets is een Nederlandse wiskundige en wetenschapsjournaliste die in 2010 met studiemaatje Jeanine Daems de blog ‘De Wiskundemeisjes’ begon en nu in haar eentje een column schrijft voor de Volkskrant.

In november schreef ze in de krant dat ook zij eerder dit jaar corona kreeg. Net als Archimedes kreeg ze haar Eureka!-moment toen ze in bad zat. Haar jongste kind ging in de badkamer zitten poepen en zij rook niets?! O-o. Ze bleek haar reuk- en smaakzin kwijt te zijn. Kort daarna testte ze positief, zonder symptomen. Dat had aanvankelijk vooral voordelen: eindelijk kon ze de beschimmelde GFT-bak eens goed schoonmaken! Al snel kwamen de nadelen: geen bloemen kunnen ruiken, niet het schoon gewassen haar van heur kids, de oosterse pasteitjes niet meer proeven. Ze las deprimerende verhalen van oud-patiënten die maanden na hun herstel nog steeds hun vijfde zintuig niet terughadden. Zij had geluk. ‘Mijn reukzin is uiteindelijk even plotseling teruggekomen als dat hij verdwenen was. Ik lag languit in bad en er kwam een kleuter de badkamer binnen… Enfin. Maar daar klaagde ik dus niet over.’ Aldus de hoogleraar Wetenschapscommunicatie. Dat is ze namelijk ook! 

Smeets lichtte in haar Volkskrant-column toe wat deze dag zo memorabel maakt. De som van de kwadraten van deze dag en maand vormt het kwadraat van het jaartal, ofwel 256 (16x16) + 144 (12x12) = 400 (20x20). Al heb ik zeker niet zo’n grote wiskundeknobbel als zij, van goochelen met cijfers ben ik altijd groot fan geweest. Rekenkunde bleek mij beter te liggen dan wiskunde. Nog niet zo lang geleden blogde ik over de manier van rekenen van onze schoolgaande jongens in Bali. Zij leren op hun lagere school geen hoofdrekenen maar tellen op ingenieuze wijze op hun vingers. Toch lijkt mij het rekensysteem aan de hand waarvan ik het leerde, prettiger en sneller.

Zo sterk als ik tot dan toe was in rekenkunde en ruimtelijk inzicht, zo zwak bleek ik op de middelbare school (jaren '70 van de vorige eeuw) in wiskunde. De naam van mijn eerste wiskundeleraar herinner ik mij niet. Wel dat hij een boomlange hippie met rood, krullend haar was en op donkerbruine open Birkenstocks liep. Of het nu zomerde of vroor dat het kraakte. Hij kwam elke dag op een ouderwetse, huizenhoge herenfiets naar school, sprak met een zachte g en had een goed gevoel voor ironie. Als leerling was ik weleens onderwerp van zijn ironie. Hij nodigde zijn meest behoeftige leerlingen af en toe thuis uit om samen extra te oefenen. Dat mocht toen nog. In mijn geval mocht dat niet baten. Wiskunde werd gelukkig nooit een serieus struikelblok. Ik deed mijn best om die aanhoudende onvoldoende op het rapport ruim te compenseren totdat ik het vak uit mijn keuzepakket kon weglaten.

Het opmerkelijke is dat transformele generatieve grammatica die oogt als wiskunde -ook wel chompskyaanse taalkunde genoemd- een van mijn favoriete vakken werd aan de universiteit. Niet dat die kunde en kennis mij in de jaren '80 een baan wist te bezorgen!? Daarom besloot ik na wikken en wegen tot een omscholingscursus als ICT-professional. Goed leren programmeren was wel een dingetje maar zonder wiskundeknobbel kun je daarin slagen. Je zou dat míjn aha-moment kunnen noemen. Zolang je maar lol hebt in puzzelen. 

En dat heb ik! Telkens als ik voor langere tijd in de auto zit, probeer ik van de cijfers op een Spaanse nummerplaat een som te maken die uitkomt op 1. Optellen, vermenigvuldigen, delen, worteltrekken, aftrekken: alles is toegestaan, zolangs het eindresultaat maar 1 is. Ons nummerbord is een eitje: de eerste twee cijfers van elkaar aftrekken, de twee laatste cijfers bij elkaar optellen en de beide sommen op elkaar delen. Ta-dah... gelukt! Samen met mijn liefje doe ik tevens woordpuzzels met de letters van een nummerbord. Hier zijn alle talen en combi's daarvan toegestaan. Zij werd er minstens zo goed in als ik.

Maar Ionica Smeets is een klasse apart, wat mij betreft. Ze legde in de betreffende column uit dat het logisch is bij de datum van vandaag te denken aan de stelling van Pythagoras. Bij deze datum hoort een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden van lengten 16 en 12 en een schuine zijde van lengte 20; de zogenaamde pythagorese drietallen. De getallen 3, 4 en 5 zijn ook zo’n reeks (want 3x3=9, 4x4=16 en die twee opgeteld zijn gelijk aan 5x5). Leuke breinspelletjes, een zinnig tijdverdrijf voor getallenliefhebbers. Er is kennelijk zelfs een functie ervoor weggelegd in dit bijzondere coronajaar!

Ooit las ik een blog van iemand die over spiritualiteit schreef en een verklaring gaf voor waarom er mensen zijn wiens of wier oog altijd en overal op een bepaald getal valt. Het zou een teken van hogerhand zijn. Nu heb ik zelf niets met engelen, lichtwerkers en paragnosten maar sinds dat artikel valt mijn oog (bijna) dagelijks op dubbele getallen. Niet op een bepaald cijfer maar op de combinatie ervan. 16:16 uur op de klok in de woonkamer, 12:12 uur op de klok van mijn laptop, 20:20 uur op mijn tablet. Sinds ik het mijn liefje vertelde, ziet zij het ook met grote regelmaat. 

Smeets schrijft in haar column ook nog dat we na vandaag weer een lange tijd moeten wachten op weer zo’n heel bijzondere datum. Het is namelijk zeldzaam. De tweede en enig andere keer in deze eeuw zal zijn op 24-7-25. Ik rekende het even na: 576+49=625. Klopt!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten