Translate

maandag 28 december 2020

Schraalhans

Kijkend naar de pinuïn in zijn eigen bubbel (mijn kerstkadootje), kwam ik tot het inzicht dat mijn liefje en ik niet heel anders zijn dan dit dier, in dit coronajaar. We zaten opgesloten! Aan de Spaanse Costa daalde er van alles op onze koppies neer dat we niet voorzagen. Een vetgans doorstaat doorgaans veel sneeuw maar wij sneeuwden volledig onder door corona. Wij hadden deze pandemie wellicht kunnen voorzien  als we virologen, misantropisch of hypochondrisch waren maar dat zijn we nu eenmaal niet…

Dit is mijn een na laatste blog van dit jaar. Vandaag ga ik nog niet officieel terugkijken op 2020; dat doe ik in de volgende blog, de 100ste van dit bizarre jaar. Dat neemt niet weg dat ik mijn kleine leven wel onder de loupe wens te nemen. 

Enkele dagen na terugkeer uit Bali (januari 2020) vielen hier ’s nachts regenbuien die onze achterkamer in de toenmalige staat nogal schaadden. De vorige eigenaren van het huis brachten een uitbouw aan die ging dienen als eetkamer. Die ruimte was voorzien van een transparant kunststof dak dat in de kamer van een geel en wit hangend luifel was voorzien; alsof we permanent kampeerden. Dat was voor ons een van de leuke aspecten van de nieuwe casita.

Midden in de nacht, het was noodweer, waren we gelukkig thuis. Het dak bleek flink te lekken, op onvermeende plaatsen. Op mijn knieën zittend en de vloer dweilend, zei ik tegen mijn liefje dat ik dit nooit meer wilde meemaken. Daarop besloten we het dak te vervangen. Het deed mij terugdenken aan de momenten waarop ik met Elsa op de knieën de plavuizen vloer van onze tropische villa in Bali droog dweilde. De slagregens kwamen daar horizontaal door de lamellen aan de voorgevel. We namen die buien destijds voor lief, gezien het regenseizoen. De regen stortte daar een uurtje, deed de tuin onderlopen maar na zo’n bui stond alles er weldra weer kurkdroog bij.

Hier, in de provincie Valencia, zijn buien weliswaar verwacht in deze tijd van het jaar (gotta fria) maar ze waren op dat moment buitensporig en zeer schadelijk bovendien; aan individuele huizen maar vooral aan de woonwijk. De eerste foto’s in mijn webalbum van dit jaar tonen die beelden: een kapotte wandelboulevard, ondergelopen straten, verzopen tuinen. Er viel destijds ruim 100 millimeter regen, in de elf maanden daarna viel ongeveer anderhalve keer zoveel (158mm). Begin februari lieten we het dak van onze eetkamer vervangen door een stevigere, beter geïsolereerde uitvoering. Daar hebben we nu, overwinterend in eigen huis, veel plezier van. Toen konden we niet bevroeden dat we die klus  enkele weken later niet meer konden laten uitvoeren. Elluk nadeel hep se voordeel! 

Niet lang daarna -het is dan midden februari 2020- blogde ik over een vleermuis in Wuhan die de boel daar op stelten zette. Destijds leek er in Europa nog geen vuiltje aan de lucht. Zelfs de expertisecentra in dit deel van de wereld dachten dat het een Aziatische aangelegenheid zou blijven. In die maand maakten mijn liefje en ik twee uitjes naar de kersenbloesems in Murcia. Dat is altijd een feest voor het oog: weelderig roze met veel wit en groen. We bezochten de plaatsen Cehegin en Cieza en vielen daar met onze neus in de boter. De eerste tapasroutes van het jaar waren er in volle gang. We genoten er zorgeloos van, in overvolle bars en restaurants.

Begin maart blogde ik over Internationale Vrouwendag in Spanje; zoals ik (bijna) elk jaar doe als overtuigd feministe. Dat ging onder andere over Victoria de los Ángeles, een vermaarde Spaanse zangeres en de nieuwste roman van Isabel Allende. Toen kon niemand vermoeden dat de vrouwenmars in hoofdstad Madrid een zogenaamd ‘super spreading event’ zou worden. Men vermoedt dat naar aanleiding daarvan honderden vrouwen met corona besmet raakten. Dat overkwam de echtgenote van de Spaanse premier ook. Onbewust en onbedoeld besmetten ze anderen in hun omgeving waarna ontelbare Spaanse ouderen overleden. Op 14 maart ging heel Spanje in stricte lockdown. De rest is geschiedenis.

Het hoogtepunt van onze uitjes kwam dit jaar neer op tweemaal een snorkeltrip naar Cabo de Palos, een fraaie kaap in buurprovincie Murcia. Zó mager was een reisjaar nog nooit! Niet lang geleden had mijn blog de ondertitel ‘Weblog van een reislustige Hollandse’. Mijn blog heeft nu het thema kronieken van een Hollandse in het buitenland. (Iedereen die op Nederlandse bodem wordt geboren, is Nederlandse of Nederlander maar personen die in Noord- of Zuid-Holland zijn geboren, kunnen zich met recht Hollander noemen.)

Begrijp mij niet verkeerd: zelfs als reislustige Hollandse tel ik mijn zegeningen in dit coronajaar. Ik woon met mijn liefje aan mijn zijde, heb een fijn dak (!) boven mijn hoofd in een rustige woonwijk, heb geen zorgen over een mogelijk verlies van baan of inkomen, verheug mij (doorgaans) in een goede gezondheid, sta bol van de hobby’s en heb een hechte groep dierbare vrienden, dichtbij en verder weg. Bovendien geniet ik van lekker koken en eten, van bloggen in mijn gezellige kantoortje, de vele boeken die tot mijn beschikking staan, mijn dagelijkse wandeling of zitje in de zon, de bijzondere maanstanden van dit jaar, de vogels die om mij heen vladderen en waarnaar ik regelmatig op zoek ga. En nog zoveel meer.

Qua reizen was het echter het schraalste jaar in de afgelopen 20 jaar. Door het stricte reisverbod genoot ik van de rust op de weg en in de lucht en de komst van meer vogels in de omgeving en in eigen tuin. Ondanks de restricties werd de reislust er door al dat thuiszitten niet minder om… Nog nooit spraken mijn liefje en ik met zoveel weemoed over de reizen die we tot dusver maakten. Nog nooit bekeken we zo regelmatig de webalbums die ik samenstelde tijdens en na dit soort inspirerende ondernemingen. We bleken bepaald niet de enigen te zijn die foto-albums uit de diepe kast haalden.

In een tv-programma over mensen die dit jaar na vele omzwervingen hun leven in Nederland nieuwe inhoud gaven, viel de zin ‘de thee trekt maar de zee nóg meer’. Dat sprak mij aan! Al gingen we in het echt dan nergens heen, in mijn hoofd zwierf ik over de wereld. 
Ik mijmerde over snorkelen in Raja Ampat, een eilandengroep in de Koraaldriehoek, de noordwestkust van West-Papoea. Ik zag mijzelf drijven bij Ilha Grande, een eiland voor de kust van Brazilië (ter hoogte van São Paolo en Rio de Janeiro). Zag ons lopen, hand in hand, op het grote eiland van Hawaiï. Ook eiland Palau staat al jarenlang op mijn lijstje van favorieten. Dat ligt middenin Oceanië, op uren vliegen vanuit de oostkust van de Filipijnen. (Daar wil ik dat mijn as wordt uitgestrooid na mijn overlijden.) Stuk voor stuk bestemmingen die niet gemakkelijk zijn te bereizen. Het gaat vaak om de reis ernaartoe al is de bestemming eveneens een hoogtepunt. Corona maakte dit jaar de dromen van veel mensen kapot maar die van mij zijn nog tamelijk intact.

Dit jaar bracht zeker ook bezinning. Covid-19 zorgde in 2020 in de toerisme-industrie voor een wereldwijde vermindering van 80% ten opzichte van vorige  jaren. Dat is op zich niet verkeerd, overtoerisme werd op veel plekken in de wereld een groot probleem. De restricties van dit jaren waren economisch echter een grote aderlating voor elk land. Dat heeft ook een groot effect op lokale economieën van landen die wel een opkikker in welvaart kunnen gebruiken. Ik hoop dat deze crisis ervoor gaat zorgen dat de reissector sneller duurzaam wordt. 

Doorgaans reizen mijn liefje en ik op eigen gelegenheid. Dat willen we graag blijven doen. Geen idee wanneer dat weer veilig en verantwoord kan. Wij laten ons vaccineren zodra de gelegenheid zich voordoet maar weten dat dit niet overal aan de orde is op het moment dat wij weer de wijde wereld intrekken. Volledig afzien van reizen doe ik niet en daarvoor ga ik geen sorry zeggen... De wereld is té mooi en té groot om die niet met mijn eigen ogen te willen aanschouwen. Niet voor niets hanteer ik al jarenlang het motto ‘reizen is verslavend’.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten