Translate

maandag 21 december 2020

Winter maar niet winters

Volgens de astronomische kalender begint vandaag de winter in dit deel van de wereld. De bladeren vallen hier in rap tempo van de bomen. Pal voor de deur hebben we een boom staan en er valt niet tegen te vegen. Het veegwagentje van de plantsoenendienst werd onlangs vervangen door een grote bus die nu vaker door de straat komt om om te ruimen. Zo weet je als bewoner tenminste waar (een deel van) je belastinggeld naartoe gaat! De persoon met de -vermaledijde- bladblazer komt er achteraan om de restjes weg te werken. 

In oktober las ik een interessant artikel over het verschijnsel dat aan dit vallen vooraf gaat: het verkleuren van de boombladeren. De eerste zin was als volgt de wetenschap barst van wilde ideeën die nog onbewezen zijn. Maar hoe overtuigend zijn ze?Alle bladeren kleuren hier inmiddels ook rood, oranje en geel; ze steken mooi af tegen de blauwe lucht.

Waarom bomen aan zo’n ingewikkeld kleurenpigmentspel doen, is lange tijd onduidelijk geweest. In de afgelopen jaren kreeg een bepaalde theorie relatief veel steun. Een boom zou de roodpigmenten vooral gebruiken als zonnebrandcrème, om de bladeren te beschermen tegen het brandende zonlicht. Duitse biologen schreven afgelopen jaar in het vakblad New Phytologist over de kwetsbaarheid voor uv-straling van boombladeren zonder het zomerse bladgroen. In het artikel wordt dit ‘een rijpe theorie over herfstkleuren’ genoemd.

Tien jaar geleden tastten biologen daarover nog geheel in het duister. Lang bestond het idee dat bladeren eenvoudigweg aftakelden en toevallig rood of geel werden. Men ging er lang vanuit dat er überhaupt geen zin zat in die verkleuringen. Toch vermoedden biologen al lange tijd dat dit niet het hele verhaal kon zijn. Er zit immers veel zin achter de natuurlijke gang der dingen. (Alles heeft een reden.) Het is dan ook niet vreemd dat deskundigen stellen dat de boom een zeker signaal afgeeft met het laten vallen van het bladerdek.

Dat bomen zélf hun bladeren zo’n startschot geven om rood en geel te kleuren en ze daarmee te beschermen tegen zonlicht, noemt Henk Hilhorst -plantfysioloog aan de universiteit van Wageningen- een ‘heel aardige theorie’. Vooral van het rode pigment (anthocyaan dat bijvoorbeeld ook tomaten hun kleur geeft) is al langer bekend dat het de hardste klappen van uv-straling opvangt, zoals bladgroen dat ’s zomers doet. Een andere aanwijzing voor deze nieuwe theorie is dat vooral de buitenste bladeren waarop veel zonlicht valt, het eerst en het felst rood kleuren. (De binneste bladeren blijven langer groen of kleuren slechts geel.) Deze discussie over herfstkleuren is nog niet geheel beslecht.

Al is het winter, het is hier dagelijks nog rond 20 graden Celsius en in onze stoeltjes in de zon moeten we zonnebrandcrème op het gelaat smeren om niet rood te kleuren. Een grote mondkap dragen heeft ook zin. Een van onze vrienden noemde ons ‘the masked beer girls’. Eentje, wel te verstaan. De bierdrinkster van de familie legde hem fijntjes uit dat ik tot begin van de avond van de blauwe knoop ben ‘aber dann get’s los’. Dan wordt ze iemand van de blauwe tong. Tja, van je vriendin moet je het hebben. 

Gisteren wees de thermometer in het raam 28 graden Celsius aan. Qua weer hebben we dus geen reden om te mopperen. Wel praten we met enige weemoed over waar we een jaar geleden waren (Bali), twee jaar geleden (het noorden van Chili) en drie jaar geleden (wederom Bali). Deze dagen draag ik dan ook een afritsbare reisbroek. We bekeken de fotografische herinneringen dit jaar vaker maar ook Google Fotos herinnert ons dagelijks aan eerdere reizen. We ontvangen op tablet en telefoon een automatische fotoshow van vandaag x jaren geleden, onder de noemer ‘Beleef deze dag opnieuw’. Mijn liefje raakte erdoor in de ban. Af en toe voert die terugblik helemaal terug tot 2001, het jaar waarin ik mijn allereerste digitale album met mijn eerste SLR camera maakte. (Pas jaren later zette ik die online.)

Ook wij maken ons op voor Kerst. Met Merry Chrismask... Hier mogen we met maximaal zes personen aan de feestdis gaan. Vorige week stond dat aantal nog op tien personen maar het provinciebestuur scherpte de maatregelen afgelopen weekend verder aan. De avondklok werd eveneens aangepast; die ging een uurtje naar achteren (naar 24:00 uur). Ons maakt het niet veel uit. Er zijn momenteel maar twee vrienden met wie we zoiets willen doen, Joan & Ben, dus het wordt een diner voor vier en geen van ons is een nachtbraker. Wel gaan we langzaam van zes gangen genieten, beginnend met amuses en eindigend met koffie en iets lekkers. De ideeën komen van chefkoks en van muzelluf. Het wordt een klassiek menu, Europees qua smakenpalet. Deze keer niks Aziatisch of vegetarisch.

De kerstkadootjes zijn ingepakt (ook eentje voor postbode Carlos), het kerstservies haalden we reeds uit de mottenballen. De boodschappen moeten nog grotendeels worden gedaan. Daarvoor blijven we binnen de provinciegrens, zoals voorgeschreven. Ik herinner mij het eerste kerstdiner in ons huis in Spanje goed, in de beginjaren 2000. We deden in de vroege middag boodschappen in een Frans-Spaanse supermarkt en  op dat moment lag er al niets bijzonders meer in de schappen. Ik vond nog een sneu zakje gemengde sla maar erg feestelijk werd die maaltijd niet. Ik kocht garnalen maar voor mijn liefje, allergisch voor schaal- en schelpdieren, viel er niet veel te kiezen. Uit arrenmoede maakte ze die avond voor zichzelf gehaktballen. Anno 2020 mag het dan geen uitbundige kerstviering worden, als ik zie wat er hier nu in de schappen ligt, zetten we grote stappen vooruit.

  • What will the Trumps do for their Christmas dinner? They’ll put on a super spread.
  • Why are Santa’s reindeer allowed to travel on Christmas Eve? They have herd immunity.

Eerst gaan we hier vanavond nog de kosmische kus van Jupiter en Saturnus aanschouwen. Doorgaans is hier in deze tijd van het jaar sprake van kraakheldere avonden. In Nederland zou die ook met het blote oog te zien zijn als de wolken maar wegblijven. Die beide planeten staan dan schijnbaar heel dicht bij elkaar. Maar schijn bedriegt: in de ruimte betekent zoiets dat ze nog steeds miljoenen kilometers uit elkaar staan. Zeldzaam is het wel. Als je met een verrekijker kijkt, zou je ook de maantjes van Jupiter kunnen zien. De laatste keer dat het zo goed was te zien, was in 1623. Sinds dat jaar zijn ze elkaar niet meer zo dicht genaderd. Het verschijnsel zou circa 2020 jaar geleden de aanleiding zijn geweest voor de ontdekking van de ster van Bethlehem... Dat willen we niet missen! Mijn camera met telelens is klaar voor de klus. 

Prettige feestdagen. Blijf negatief… maar met een positieve instelling!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten