Cazorla - Aquarel van Piet Lap |
Het lijkt mij overigens niet per se een Spaanse wandeling want heel veel Spanjaarden houden niet van lang en ver lopen. Dat ervaart Geurts ook telkens op zijn lange wandeling door boeiend Spanje. De gepensioneerde Geurts, voormalig hoogleraar aan de universiteit van Tilburg, überwandelaar en Spanjofiel (twee van zijn allergrootste liefdes), wil in 60 dagen van stad Girona (in provincie Girona, Catalonië) naar stad Cádiz (in de provincie met dezelfde naam, Andalusië) lopen. Dat is ruim 1.200 kilometer te voet, een gemiddelde van 20km per dag. Geurts komt een heel eind…
Het boek staat bol van de persoonlijke
overpeinzingen, geschiedenislessen, verslagen van ontmoetingen onderweg, ideeën
voor uitjes, politieke uitspraken, lofzangen op de natuur, culturele
beschouwingen en meer. Geurts, die vloeiend Spaans moet spreken als je de aangehaalde
gesprekken mag geloven, is een zwerver die boeit; zowel de mensen die hij onderweg
ontmoet als mij als lezer.
In het laatste hoofdstuk -daar ben ik nog niet aangekomen- zal zijn tocht tot een dramatisch einde komen (mijn liefje heeft dit boek al uit). Hij blijkt een zeldzame spierziekte te hebben en raakt verlamd aan beide benen. Volgens de achterflap van zijn boek reist hij nu alleen nog vanuit zijn leunstoel. Kasian. Dit is een rijk boek, zowel voor de beginnende als de gevorderde Spanjeliefhebber.
Zien reizen, doet reizen!
We maakten recent zelf ook weer eens een uitstapje naar het binnenland van de provincie Alicante, gelegen in de autonome regio Valencia. Het doel was vogels spotten in het stuwmeer van La Pedrera (‘steengroeve’). Het dient in eerste instantie als opslagplaats van zoetwater dat door omliggende land- en tuinbouwbedrijven wordt gebruikt bij irrigatie. Enkele omliggende dorpen voorziet het tevens van kraanwater dat door de Vistabella-waterzuivieringsinstallatie geschikt wordt gemaakt voor consumptie.
Het zou echter tevens een perfecte plek zijn voor vogels. Het is weliswaar geen beschermd natuurgebied maar op die plek kwamen deze winter de meeste vogels in de provincie voor. De associatie Faunatura zou graag willen dat het beschermd regionaal natuurgebied wordt en men is op de goede weg. Vorig jaar werd het grote waterreservoir namelijk al opgenomen in de catalogus van Wetlands van de Communidad Valencia en dat is een belangrijke stap voordat een gebied beschermd kan worden verklaard.
In dat reservoir met een oppervlakte van bijna 1.200 hectares zouden zich, volgens Faunatura, deze winter ruim 5.600 vogels van 18 verschillende soorten ophouden. Je zou er geelpootmeeuwen, kokmeeuwen en mantelmeeuwen kunnen zien maar ook roofvogels als de torenvalk, havikarend, steenarend en buizerd. Die grote roofvogels komen van de Sierra de Escalona en gaan boven en rondom het meer op zoek naar voedsel.
De verrekijker en telelenscamera lagen klaar, we smeerden boterhammen voor de lunch en staken fruit en flesjes water in de knapzak. Normaliter lunchen we onderweg maar dat was op die reisdag nog niet toegestaan. Inmiddels wel: de buitenterrassen mogen hier deels weer open, je mag met maximaal vier personen aan een tafeltje (tot 18:00 uur). We zijn blij met deze stap ter verlichting van de coronaregels. Mijn liefje stippelde de route uit en ik kroop voor het eerst in lange tijd weer achter het stuur. We waren allebei een beetje opgewonden… Het klinkt wellicht sneu maar we zitten al zolang thuis dat we er ècht zin in hadden.
In de velden om ons dorp wordt momenteel grootschalig geoogst en nieuw beplant. Toen we van huis reden, zagen we een grote bus geparkeerd staan; die bracht landarbeiders naar de te bewerken velden. Ik zag veel donkere mannen met tulbanden, dat leken mij sikhs. Ik vroeg mij af waar zij vandaankomen? Deze oogst betrof onder andere boerenkool en andere koolsoorten alsmede bleekselderij. Wat er daarna werd aangeplant, is niet te zien. De zaadjes of jonge plantjes werden door een bemande machine ingenieus en vakkundig afgedekt met een laag plastic. Jammer maar helaas, al lijkt het te gaan om een plasticsoort die biologisch afbreekbaar is. Landbouw is wereldwijd vervuilend qua mest en bestrijdingsmiddelen maar al het gebruikte plastic doet daar nog een flinke schep bovenop. Dat neemt niet weg dat ik het leuk vind om die activiteiten dagelijks te zien.
We zoefden over binnenlandse wegen, met links en rechts bomen met roze of witte bloesem; niet meer op het hoogtepunt van hun kleurenpracht maar zeker nog fraai. We zitten voorbij het einde van de bloeiperiode. Het weer was in de afgelopen periode dermate zacht dat de fruitbomen in deze regio vroeg in bloei stonden. We waren opgetogen nog hier en daar nog een graantje moois mee te pakken.
Op enig moment gaf de reisleidster instructie links af te slaan. Mij leek het tegen de gewenste richting in maar wie ben ik, eenvoudige chauffeur en notoire foutrijder? Dus we sloegen linksaf. Het was een interessante route met prachtige, vergezichten, amandelbloesem, volle sinaasappel-, mandarijn- en citroenvelden en imposante finca’s met ontelbare aantallen hectares onberwerkt land. De wolkenpartijen waren die dag om te zoenen.
Overigens las ik onlangs in een lokaal krantje dat een groeiend deel van de provincie Alicante te maken heeft met woestijnvorming, door jarenlange droogte. Akkerbouwers zien er geen brood meer in hun land te bewerken. Volgens een recent rapport van het Spaanse Ministerie van Ecologische Transitie tonen meer dan 94.000 hectares al tekenen daarvan en op nog eens 90.000 hectares is het risico op woestijnvorming groot. In de Vega Baja, waar wij rondreden en de kuststreek van de Marina Baixa is de situaties het ernstigst. Op veel plaatsen is daar alleen nog grondwater te vinden dieper dan op 400 meter in de bodem. Voor boomwortels is het dan nauwelijks nog mogelijk water te vinden. In de afgelopen 20 jaar wird 50.000 hectares landbouwgrond verlaten. Van de 180.000 hectares die in 2020 nog waren beplant met gewassen en fruitbomen, is nog maar 130.000 hectares over. Alicante is daarmee, na buurprovincie Murcia, de provincie waar woestijnvorming het ernstigst is. Het probleem is niet eenvoudig op te lossen want het regent nauwelijk, water kopen voor de akkerbouw is duur en de prijs van groenten en fruit is laag.
We reden voort totdat we (bijna) tegen het bord van de provincie Murcia botsten. De remmen piepten, mijn liefje zat met haar neus tegen de voorruit. Daar mogen we niet overheen. We keerden om en kwamen zo weer op de goede route: die naar La Pedrera. De weg naar en om het stuwmeer, met water in uiteenlopende kleuren - van aquamarijn tot donkerblauw heen, is erg geliefd bij fietsers en motorrijders. Daarvoor zorgt een goed onderhouden wegdek met hier en daar stijging en een flink aantal bochten. Op het hoogste punt sta je ongeveer op 600 meter. Toen we op een uitkijkpunt bij de eerste dijk arriveerden, herkende ik hoog in de lucht de wijde vleugels van een havikarend. Prachtig! Het imposante roofdier verwijderde zich dermate snel dat ik geen tijd had voor een foto. Het was overigens de enige vogel die ik daar die dag spotte. Het mocht de pret niet drukken. We genoten van ons uitje, als ware het de allereerste keer.
Jac Geurts heeft gelijk: Spanje
krijg je niet cadeau, dat moet je veroveren. Voor hem is mijn tweede Vaderland het
meest miraculeuze land van Europa. “Nergens is ons continent zo vurig, ruw, innemend,
meedogenloos, verwelkomend en eigenzinning”. Daar is geen woord Spaans aan!