Translate

vrijdag 8 oktober 2021

Anja en ik in Cartagena

Eerder dit jaar brak er een rel uit in de Spaanse havenstad Cartagena (provincie Murcia) over koeien. Een Nederlandse vrouw was erbij betrokken. Alvast één tipje van de sluier: ik was het niet. In maart kwam een koeientransport over zee zeer negatief in de publiciteit. In december 2020 gingen bijna 2.000 koeien in de havenstad Tarragona (Noord-Spanje) aan boord van het schip ‘De Elbeik’, op weg naar Turkije. Daar werden boot en lading geweigerd, uit angst voor dierenziekte aan boord. Het verhing deze veeboot daarna nergens beter, het dobberde maandenlang op de Middellandse Zee. In maart kreeg het toestemming de haven van Cartagena aan te doen. Het bleek zo ernstig uit de hand te zijn gelopen aan boord dat bijna tweehonderd koeien overleden, waaronder menig kalf.

Deze boot uit 1967 -varend onder de vlag van Togo- bleek niet te voldoen aan de eisen die aan dit transport werden gesteld. Er was onvoldoende ruimte voor het grote aantal vervoerde koeien, niemand aan boord zorgde voor de koeien, het watertoedieningssysteem haperde. Daardoor raakten de koeien waarschijnlijk in paniek, verdrongen elkaar, vielen en vertrapten elkaar; met botbreuken en andere ellende tot gevolg. De omstandigheden die men in de haven van Cartagena aan boord van dit schip aantrof, waren erbarmelijk. Ik neem aan dat ik hierover niet verder hoef uit te wijden...

Voor Europarlementariër Anja Hazekamp (Partij voor de Dieren), die namens de EU onderzoek doet naar dierenwelzijn bij transporten in de regio, was de maat vol. Hazekamp reisde af naar Cartagena om met de directeur van de Spaanse Dierenbescherming toe te zien op het lossen en bergen van de koeien maar werd door de Spaanse havenautoriteiten niet tot Escombreras (de buitenhaven van Cartagena) toegelaten. Zowel alle dode als de overlevende koeien werden geruimd. Men wilde geen pottenkijkers, ze hadden kennelijk iets te verbergen. De Elbeik vloog overigens in augustus in brand voor de kust van Tarragona. Boontje komt om zijn loontje. Er waren op dat moment gelukkig geen dieren aan boord.  

In Nederland geldt sinds mei vorig jaar een verbod op vervoer van levend vee naar landen buiten de EU. Toch gingen sindsdien duizenden Nederlandse koeien van daaruit op transport naar het Midden-Oosten; onder andere naar Libanon en Egypte. Die routes lopen via zee, waar minder strenge regels gelden. Als je als politicus iets aan het sneue lot van koeien op transport wenst te verbeteren, moet dat echt in Europees verband worden gedaan. 

Een ander koeientransport vanuit Cartagena met het schip Karim Allah (what´s in a name…), eveneens op weg naar Turkije met bijna 900 stierkalveren aan boord, kreeg destijds om dezelfde reden negatieve publiciteit. Deze roestbak van een Libanese eigenaar mocht nergens aanmeren vanwege het vermoeden van blauwtong, een ernstige virale koeienziekte. Dieren die op het schip overleden, werden in mootjes gehakt en overboord gegooid. Beide schepen beschikten over een valide EU-transportlicentie. Ze mochten dieren dus legaal vanuit Europa transporteren naar elders. Bestemmingen zijn landen als Libië, Libanon, Egypte en Saoedi-Arabië. In totaal zijn er in Europa ongeveer 80 schepen met zo´n vergunning.

Een wekenlang oponthoud van vier andere Spaanse veeschepen in het Suezkanaal ­-door de blokkade van het Chinese containerschip Ever Given- later diezelfde maand volgde op deze twee koeienspookschepen. Wat nóg meer olie op het vuur gooide, was dat Spanje, terwijl het kanaal vanwege die obstructie wekenlang onbegaanbaar was, licenties voor koeientransport bleef uitgeven, een besluit waartegen Hazekamp namens de EU bij de Spaanse overheid protesteerde. Terecht, wat mij betreft. 

Ik zag een aantal van dit soort schepen afgelopen woensdag met eigen ogen de haven van Cartagena in- en uitvaren. Al van verre was te zien dat het geen cruiseschepen waren, al kon je je nog even vergissen. Wat op hutten met balkons leek, bleek één open ruimte zonder ramen met tralies ervoor. Ik denk dat deze boten in Europese wateren blijven (al kan het behoorlijk spoken op de Middellandse Zee!). De veeschepen die op de Atlantische oceaan varen, zijn waarschijnlijk dichter? Hoe het ook zij, de schepen die we zagen werden door pilootboten -met sleep- en trekfunctie- de haven van Cartagena binnengeloosd. In de binnenhaven van de stad lag overigens wel degelijk, voor het eerst van dit jaar, een schip voor mensentransport aan de kade van Cartagena; het betrof de AIDAperla, van het Duitse bedrijf AIDA Cruises. Dit 300-meter lange schip met beschilderde knipoog en rode lippen aan de wanden, en met 18 dekken (veel hutten met balkons), kwam inmiddels in Barcelona aan.

In Cartagena was ik niet aanwezig om als dierenactiviste, namens Anja, een oogje te houden op dierenwelzijn maar omdat mijn liefje en ik die dag een snorkeluitstapje maakten naar Cala Cortina, een zeer fotogenieke baai bij de haven van de stad. Vanuit de lucht gezien, is het een perfect azuur kommetje met rotspartijen.

Het was daar die dag een komen en gaan van grote en kleine(re) vrachtschepen, ferries, rondvaartboten en andere vormen van pleziervaart, de Spaanse reddingsdienst en schepen van de marine. Never a dull moment voor de gasten op het nabijgelegen strand! De kleine baai Cala Cortina is zeer geliefd bij inwoners van de stad. Het ligt circa 4 kilometer buiten het stadscentrum en is het enige strand van Cartagena. 's Zomers kan het er dan ook erg druk zijn maar in het naseizoen is dat niet het geval. Je kunt de auto boven de baai stallen op een kleine parkeerterrein maar er is voor hoogtijdagen ook een beleden terrein voor veel meer auto´s. Met een goed begaanbare trap daal je naar het kiezelzand af.

Cala Cortina is ongeveer 200 meter breed, heeft een douche met zoet water en een snel naar diep water aflopende zee. Aan weerszijde van de baai staan overblijfselen van de verdedigingswal tegen aanvallen van piraten,  waarmee een begin werd gemaakt in de 16de eeuw. Het water was die dag goed van temperatuur en als een spiegel zo glad; de enige golf die ontstond was toen een snel varend schip voorbijkwam. Vanaf het strand heb je een werkelijk prachtig uitzicht. In de verte steken grillige heuvelruggen boven het water uit. Bob Ross zou er een landschapsschilderij van hebben willen maken! Het deed mijn liefje denken aan een Thais waterlandschap en ook dat begrijp ik. Op de dag dat wij er waren, stonden prachtige wolken aan het firmament. Het leverde mooie beelden op.

Snorkelen is er wel minder enerverend dan bij Cabo de Palos, onder andere vanwege het ontbreken van posidonia (zeegras) en de aanwezigheid van relatief veel plastic in zee. Nee, dat was geen knalblauwe vissoort maar een punt van een chipszak, Barefoot… Jammer maar niet verrassend; het is immers een stadsbaai met drukke haveningangen rondom. Een van de duikinstructeurs die met een groep beginnelingen onder water verdween, kwam ruim een half uur later met een overvolle hand plastic weer boven water. Het wordt snel meer dan tien meter diep en je hebt hier minder ver zicht onder water dan in Cabo de Palos. Je vindt  zeker ook grote en kleine scholen vis maar ik zag geen nieuwe soorten aan mij voorbijkomen. Wel heel veel grote, harige krabben! Een Spaanse badgast nam er twee mee naar huis voor de eigen lunch en gaf er een kado aan een vriend.

Na een uitgebreide snorkelgang, een gezamenlijke zwempartij en een uurtje opdrogen in de weldadige zon, lunchten we op hetzelfde strand bij Spaanse visrestaurant Mares Bravas (wilde zeeën) waar de vis in verleidelijke vitrines hoog ligt opgetast. De kaart is er uitgebreid, de wijnkaart verrassend, het eten is er eerlijk en goed maar de bediening zo-zo. Het bedienend personeel is lomp maar vriendelijk, als je iemand kunt vinden… Wij moesten een paar keer zelf naar hen op zoek om iets op tafel te krijgen of gedaan te krijgen (extra servetten, extra bord voor visafval, openen van een flesje water). En dat ze rookpauzes nemen in het volle zicht van hun klanten spreekt evenmin in hun voordeel. 
Mijn liefje at verse mero (soort baars) van de grillplaat met groenten en huisgemaakte friet, ik koos vissoep vooraf en quisquillas als hoofdgerecht. Dat is het tamelijk onbekende kleine zusje van de gamba dat veel lichter van kleur blijft na koken of grillen. Die van Motril zijn de beroemdste en kleinste. Niks leuker dan pielen met de blote vingers. Ik bestelde een halve portie en daar was ik ruim een uur mee bezig; genietend van de vis, de disgenoot en het voortreffelijke uitzicht. Heerlijk. Mijn liefje had geen kind aan mij… (en dat voor slechts €8!)

Deze dagtrip is zeker voor herhaling vatbaar. Misschien gaan we volgende week weer.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten