We gingen onlangs weer eens met een echte man op stap. Als je je afvraagt wie dat in hemelsnaam is dan help ik je graag uit de droom: onze Frans, alias Francisco, alias Paco. Een gewichtig man, zwaar van poen en power. (Zijn partner Rolando zou de link leggen naar zijn gewicht maar dat vinden wij, zijn echte vriendinnen, heel onterecht.) Hij deed die uitspraak over zichzelf met een vette knipoog, tijdens een lunch in Alicante. We waren in de provinciehoofdstad voor een bezoek aan Mubag, het museum voor Schone Kunsten. Daar is momenteel de expositie ‘Mujeres entre Renoir y Sarolla’ te zien. We kwamen voor een dagje vrouwen-in-de-kunst kijken.
We stapten binnen in een muisstil museum. De suppoost richtte een wapen van non-mass destruction op onze hoofden. Onze lichaamstemperatuur werd gemeten en daar was niets mis mee. (Dat was veel minder invasief dan een wattenstaaf diep in de neus.) We waren welkom mèt mondmasker, een QR-code was niet nodig, de toegang was gratis. In Nederland startte de culturele sector, die dichtblijft vanwege de coronabesmettingscijfers, gisteren met een eenmalige ludieke protestactie in Amsterdam en 59 andere steden in het land, getiteld ‘Kapsalon Theater’. De kappersbranche mag immers open, musea en theaters niet. Na het maken van een afspraak, met een mondkapje op en een geldige QR-code op zak, kon je je laten behandelen terwijl bekende cabaretiers, muzikanten en acteurs op het podium stonden. Wachten op je beurt was nog nooit zó leuk!
Het minder ludieke Mubag-museum in Alicante is gevestigd in twee aangrenzende herenhuizen uit de 18de eeuw. Een van die huizen was ooit de residentie van de graaf van Lumiares, de eigenzinnige Antonio Valcárcel Pío de Saboya (1748-1808). Hij was een erudiete kenner van de archeologie van de koninkrijken van Valencia en Murcia. De vaste collectie van het museum bestaat uit werken van lokale kunstenaars die sinds het begin van de 19de eeuw met een beurs van het stadsbestuur aan de slag konden. Die financiële steun stelde mensen ook in staat om voor studie te reizen naar Parijs of Rome.
Op de begane grond is een permanente expositie van het werk van Emilio Valera (1887-1951). Hij wordt wel de beste schilder van Alicante genoemd. Valera was metgezel en leerling van Joaquín Sarolla, de schilder wiens werk we later in de tentoonstelling zullen ontdekken. Regelmatige bezoekers van de stad zullen veel plekken herkennen op de doeken van Valera: de esplanade, het casino, de wijk Santa Cruz, de haven, de berg en het kasteel van Santa Barbara.
In ‘Mujeres entre Renoir y Sarolla’ zie je hoe Spaanse schilders van het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw de veranderingen verbeeldden die de vrouwelijke bevolking doormaakte, in een tijd waarin hun levens begonnen af te wijken van traditie en heersende conventies.
In de eerste zalen zie je geportretteerde vrouwen, verdiept in boek of krant. Als meisje, volwassen vrouw, alleen of samen, een non wandelt lezend tussen de kersenbloesem (zó mooi geschilderd). In die tijd (1860-1900) verdrievoudigde de geletterdheid onder vrouwen. Lezen wordt dan een van de meest afgebeelde bezigheden in de schilderkunst. In die jaren begon men ook het contact met de natuur als een vorm van leren te zien. Een foto van het schilderij ‘Descanso de los ciclistas’ (de rustpauze van de fietsers) van de Catalaan Ramón Casas hebben we te danken aan mijn liefje. Het is in dit museum niet toegestaan enig kunstwerk te fotograferen maar ze deed het stiekum toch een keertje… Een drietal op pad, tenminste één echte man. Hoe toepasselijk!
Je ziet hoe vrouwen de straat, de stad en zelfs het buitenland veroveren. Een van de aardigste schilderijen vond ik ‘Dos Amigas’ van de Barcelonees Antoni Utrillo. Daarop zie je twee jonge vrouwen innig gearmd over straat gaan, op de achtergrond lichtjes van de stad die het plezier vertegenwoordigen. Een van de opvallendste schilderijen van deze tentoonstelling is dat van Lluís Masriera y Rosés, getiteld ‘En la playa’ (1928). Daarop is een modernistische parasol op het zand te zien met vrouwenfiguren eronder gezeten, de mediterrane versie van de Japanse parasol. Het werk valt op door kleur (fel en primair), perspectief (creatief) en materiaalgebruik (brede halen, dikke klodders verf). Het aparte is dat ook werken van zijn vader en oom -Masriera i Manovens- in deze expositie zijn te zien. Een van de lelijkste schilderingen is van de hand van Isidri Nonel, getiteld ‘Krantlezende vrouw in het park’. Die figuur lijkt in de verste verte niet op een vrouw. Het heeft meer weg van een doodshoofdaapje... ¡Quacala! Lezend, dat wel.
Het vrouwelijk universum is in deze periode weliswaar aan het veranderen maar dat neemt niet weg dat er nog steeds veel vrouwelijk naakt wordt afgebeeld. Een opvallend schilderij van Sarolla, de belangrijkste impressionist van Spanje, getiteld ‘Naakt op gele divan’ hangt er. Frans en ik bekeken het schilderij van heel dichtbij en becommentarieerden het. Lijkt dit vrouwelijk naakt in kennelijke staat? Ze ligt er tamelijk vreemd bij… We bleken er niet ver naast te zitten. Het schilderij staat in de volksmond bekend als ‘de dronken hoer’ en werd ooit tentoongesteld met een draperie over het schaambeen van de liggende vrouw. De Valenciaan Sorolla (1863-1923) heeft overigens een eigen museum in Madrid.
De Franse meester van het Impressionisme heet Pierre Auguste Renoir (1841-1919) en is hier met één werk vertegenwoordigd. Het gaat om het doek ‘Femme et jeune fille dans un paysage’ uit 1916. Daarmee komt Renoir, inmiddels oud en gekweld door artritis, in opstand tegen de rampzalige gevolgen van de vooruitgang en de barbaarsheid van de Eerste Wereldoorlog. Hij portretteert een vrouw die weet hoe ze verenigd kan blijven met de natuur, die waarden doorgeeft aan haar nageslacht en verwijst naar de klassieke cultuur. Mijn liefje vond dit het mooiste schilderij van de tentoonstelling.
Mij ging dit museumbezoek om het verkennen van een nieuw terrein: de Spaanse schilders uit die periode. Iedereen kent El Greco, Velázquez, Goya, Gris, Miró, Dalí en Picasso maar daarbij blijft het doorgaans. Dit was een goede gelegenheid om meer kunstenaars van mijn tweede vaderland nader te leren kennen. Frans vond zijn meesterschilderij in ‘Familia de pescadores’ (Familie van vissers) van de Catalaanse naturalistische schilder Dionísio Baixeras y Verdaguer. Het was alsof je naar een foto keek. Je zag de zandkorrels op de blote voeten! Centraal op het doek staat een mand met verse vis met daaromheen een hyperrealistisch geschilderde vader (visser), moeder en drie kleine kinderen. Vissersboten in de branding vormen de achtergrond.
Dat is een meer dan bekend beeld van de Middellandse Zee. In onze eigen kustplaats zagen we in de afgelopen dagen veel kleine vissersboten in de branding, dichter bij de kustlijn dan normaal. Eergisteren was het volle maan en zeer laag water. Ik zag een visser zijn netten binnenhalen maar de vangst was dermate klein dat je niets zag hangen. Het ging waarschijnlijk om ansjovis, de variant in het zuur wordt hier boqueron genoemd. En het meetstation van Torre de la Horadada constateerde deze week een verhoogde waterstand van 20cm als gevolg van de heftige onderzeese vulkaanuitbarsting bij Tonga. Moet je nagaan!
Na het bezoek aan het museum wandelden we naar La Taberna del Gourmet waar we vooraf een tafeltje reserveerden. Meestal strijken we neer bij gastrobar El Portal maar we hadden zin in iets nieuws. Het was aan die dis dat het onderwerp van De Echte Man ter sprake kwam. Dat kwam doordat de wijnkaart door de serveerster aan Frans werd overhandigd, niet aan ons (vrouwen). Zij kon niet weten dat mijn liefje over de meeste kennis van Spaanse wijnen beschikt. Frans was van mening dat zoiets in een Nederlands restaurant niet meer voorkomt. (Dat de man automatisch de wijnkaart en de rekening ontvangt.) Op advies van mijn liefje koos hij een rode wijn van Juan Gil. Voor de liefhebber: een crianza uit 2016, zilveretiket; heerlijk zacht en fruitig. We namen ons voor eens op proeverette-excursie te gaan naar deze bodega in Jumilla. De echte man mocht de gekozen wijn testen. Hij wist precies hoe dat moet, stak zijn grote neus in het glas -dronk niet- en knikte ingetogen. Een voorbeeldige vriend! Het werd een zeer geanimeerde lunch met smakelijke gerechten.
Deze kerel
der kerels, Man of Substance lag vijf minuten na te zijn ingestapt te knikkenbollen naast
mij in de auto. Ik bracht hem veilig thuis. Van zijn vriendinnen moet hij het
hebben. We gaan nog één keer voor hem koken, op de bonte avond. De dag erna vliegt
hij terug naar Nederland, zijn partner achterna… die alweer een week opgelucht zijn heropende kapsalon beheert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten