De bordesscène - Freek van den Bergh |
En daar stonden ze, op tenminste anderhalve meter afstand van elkaar, goed gekleed maar met coronacoupe, dat wil zeggen: ongekapt. Aan de powerpose van hun handen (‘steepling’) kun je goed aflezen dat menigeen dezelfde cursus volgde. Eén persoon schitterde door afwezigheid, vanwege een positieve test op coronabesmetting. Laat het nu juist de persoon zijn die in de afgelopen weken de meeste kritiek naar het hoofd kreeg: Sigrid Kaag (D66).
Vooral
de Telegrof, de krant van wakker gladakker Nederland, beschimpt haar wekelijks.
Het maakt niet uit wat ze doet en of ze iets doet, ze krijgt er van de redactionele
rechtse rakkers van deze krant wekelijks van langs. Dat doen parlementariërs
van partijen als Forum voor Democratie en PVV ook al zo lang als Kaag in Den
Haag rondloop. En ja, slecht voorbeeld doet slecht volgen.
Online wordt al lange tijd bagger over haar heengegooid en ze ontving doodsbedreigingen. Onlangs stond er een bedreigende dwaalgast met brandende fakkel voor haar woonhuis, onzinnige verwijten naar haar te schreeuwen. Een christen, naar eigen zeggen. En de vermaledijde Willem Engel (Viruswaanzin) zette Kaags privéadres onlangs online. Dat is toch onuitstaanbaar en verwerpelijk? We leven in de 21ste eeuw maar te oordelen naar het rabiate geraaskal van dit soort mannen lijken we te leven in de Middeleeuwen. Die tijd werd niet voor niets ‘The Dark Ages’ genoemd. Op de brandstapel met ambitieuze vrouwen!
Illustratie: Mirjam Vissers (voor FD) |
Het grootste verwijt dat ze deze dagen krijgt, is dat ze als niet-econoom de post van minister van Financiën claimde. Een machtscoupe door een incompetente leek, volgens die heren. Cabaretier Youp van 't Hek, ook een rechtse rakker maar dan een leuke, formuleerde het anders. Hij noemde het kabinet (dat formeel Rutte IV heet) in zijn recente column ‘Kaag I’. Daar moest ik juist om gniffelen.
Het Financieel Dagblad had ook een prikkelende kop boven een artikel over de nieuwe ministers en staatssecretarissen. Dat sprak over politieke leken op ‘spending departments’ en een financiële leek die op de nationale schatkist gaat passen. Het aardige aan dit artikel is dat de krant de drie bewindspersonen over één kam scheert. Ook Ernst Kuipers en Robbert Dijkgraaf worden leken genoemd. Zij zijn de nieuwe (vak)ministers op respectievelijk het Ministerie van Volksgezondheidszorg, Welzijn en Sport en dat van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die twee ministeries nemen -kennelijk- 40% van de overheidsuitgaven voor hun rekening. (Dat wist ik niet.) Beide heren lijken niet bepaald van plan om op de winkel te gaan passen. De FD-journalist verwacht dat de portemonnee niet hun eerste zorg is.
De leek die op de schatkist gaat passen, is dus een verwijzing naar Sigrid Kaag op Financiën. Maar dan wil ik hier toch even kwijt dat de vorige minister van Financiën, Wopke Hoekstra, evenmin econoom was. Hij was jurist. De leider van het CDA wist deze post niet te verzilveren. Over dat falen hoor of zie je bijna niemand in de pers kritisch praten of schrijven. De ophef over Kaag op die post noem ik dan ook selectieve verontwaardiging en vooral: diepgeworteld seksisme.
Nu wil ik niet bekend staan als de blogger die zich druk maakt over dit onderwerp maar wat moet worden gezegd, moet gezegd. Mannen met dat, bewuste of onbewuste, vooroordeel krijgen de komende jaren nog veel voor de kiezen! De gehele sociaal-economische driehoek staat in dit kabinet immers onder leiding van vrouwelijke ministers. Naast Sigrid Kaag zijn dat Micky Adriaansens (VVD) op Economische Zaken en Karien van Gennip (CDA) op Sociale Zaken. Over Adriaansens trof ik in de Volkskrant (!) een artikel aan met de kop ‘Naast Rutte staat weldra een ex-hockeybons en zangeres op het bordes’. Dat was ongetwijfeld niet geschreven als Micky een Mick was geweest.
Overigens zit er in deze regering geen enkele afgestudeerde econoom en dat is ook een unicum. Op acht van de twaalf ministeries zullen in de komende regeerperiode twee ministers zitten. De ‘minister van’ heeft de leiding over het departement in staatsrechterlijke zin en beheert het budget, de ‘minister voor’ moet geld vragen aan de collega-minister om beleidsplannen te kunnen uitvoeren. Zo is Rob Jetten minister voor Klimaat en Energie, Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Carola Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen en Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof. Belangrijke posten maar ze moeten dus bedelen om geld… Sinds de Tweede Wereldoorlog zaten er nog nooit zoveel ministers zonder portefeuille in één kabinet. En nooit eerder was het budget zó groot!
Het gaat de komende jaren echter zeker niet uitsluitend om financiële middelen. Dat maakte een kritisch maar lezenswaardig essay in de Volkskrant mij duidelijk. Dat artikel was getiteld ‘‘Omzien naar elkaar’ betekent iets anders dan miljarden uitgeven’. Het is van de hand van journalist en cultuurhistoricus Bas Mesters. In november 2021 verscheen zijn boek ‘Het herstel van Nederland. Twaalf oplossingen voor een land in crisis’. Daarin schreef hij op wat hij te horen kreeg tijdens uitgebreide interviews met twaalf vakmensen. Ter info: 65% van de Nederlanders vindt dat het met hun land de verkeerde kant op gaat. Slechts 40% van de bevolking zegt nog vertrouwen in de politiek te hebben, aldus een eerdere conclusie van het Sociaal Cultureel Planbureau.
Illustratie: Reinout Dijkstra (voor de Volkskrant) |
De auteur sprak voor zijn boek met mensen zonder politieke macht maar met visie: een boer, econoom, psychiater, bestuurder van een woningcorporatie, docent, transitiedeskundige, rechter, politicoloog, journalist, historicus, mensenrechtenactivist en omgevingspsycholoog. Hij stuitte op een verontrustend patroon in al hun uitspraken. Het dogmatische geloof in markt, kostenreductie en winstmaximalisatie verstoorde het evenwicht in alle (3) lagen van de Nederlandse samenleving. Hierbij gaat het allereerst om de sectoren die in onze primaire levensbehoeften voorzien: landbouw, onderwijs, zorg, woningbouw en economie. In de tweede laag bevinden zich het landsbestuur, parlement, recht, ambtenarij en journalistiek. Deze twee lagen vormen samen de democratische rechtsstaat. In de derde laag vind je vrijheid, gelijkheid en broederschap; de waarden waarop de democratische rechtstaat zijn geschraagd.
Het nieuwe kabinet wil de problemen op tal van gebieden vooral met heel veel geld aanpakken; een deel is bestemd voor reparatie voor gemaakte fouten. Maar geld alleen is niet de oplossing, zeker niet als het op dezelfde manier als voorheen wordt verdeeld. Het moet vanaf nu gaan om een andere houding en een andere visie op samenleven. Ander gedrag moet worden gestimuleerd en voorgedaan door de leiders van dit land.
Nederlandse burgers werden in de afgelopen decennia, onder invloed van het neoliberalisme, aangemoedigd calculerend in het leven te staan. Nederland werd een boekhouderssamenleving met een afrekencultuur. Mesters somt een aantal schokkende statistieken op: hoe het aantal academisch geschoolden in het onderwijs drastisch terugliep, dat de grote meerderheid van de vrijgevestigde psychiaters de jeugdzorg verliet sinds 2016, het aantal boeren elke tien jaar halveerde, ruim de helft van de redacteuren op krantenredacties zzp´er werd, wetenschappers zich steeds meer klem voelden zitten in de academische tredmolen en ambtenaren steeds behoedzamer en angstiger werden om dingen te bevragen.
Mesters vraagt zich in zijn essay af hoe een nieuwe bestuurscultuur gaat ontstaan als al die miljarden moeten worden verwerkt. Dat wordt weer productie draaien en scoren voor ministers. Hoe gaan ze bewijzen dat ze succesvol zijn in hun werk? Als ze denken dat de klus is geklaard als al het geld is uitgegeven, schieten we er als samenleving onvoldoende mee op.
Hij pleit dan ook voor de doorbreking van de status quo. Politici moeten burgers weer leren vertrouwen. Hij pleit voor meer burgerbetrokkenheid, voor samen zoeken naar oplossingen. De gepolariseerde samenleving van nu is gebaat bij met elkaar in gesprek gaan en zoeken naar antwoorden. Hij ziet goede ontwikkelingen met nationale burgerberaden over thema´s waar de coalitiepartners niet of moeizaam uitkomen. Iets dergelijks was in het afgelopen jaar aan de orde in Amsterdam (klimaatburgerberaad) en al vaak in omringende landen zoals Ierland, Frankrijk en België. Mensen zoeken naar nieuwe organisatievormen die gelijkwaardiger, eerlijker en minder calculerend zijn en die het goede leven weer centraal stellen. Op weg naar herstel, naar omzien naar elkaar en vooruitkijken naar een betere toekomst.
Hij wenst
het kabinet veel wijsheid in leiderschap toe en dat wens ik, nóg zo´n leek, hen ook.
P.S. de kop van mijn blog wordt deze keer opgesierd met een illustratie van het Binnenhof, het centrum van politiek Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten