Translate

zaterdag 24 september 2022

Woelige baren

Recent verdronk een Nederlands echtpaar voor de kust van La Mata, een van de stranden van Torrevieja. De man (56) ging als eerste te water en kon niet naar het strand terugkeren, zijn iets jongere echtgenote ging hem achterna om hem te redden en verdronk eveneens tijdens die poging. Hij keerde dood op het droge terug, zij werd nog gerenameerd maar dat mocht niet baten. Er was geen strandwacht meer aanwezig, er wapperde geen vlag meer om strandgangers te informeren over de staat van de zee. In de krant stond dat dit echtpaar die dag niet de enige zwemmers waren. Heel triest.

Wij stonden die dag op en hoorden de zee bulderen door het badkamerraam; luider dan ooit. Dan weten wij genoeg; er wordt die dag niet gezwommen. Of er nu een strandwacht is of er een vlag wappert of niet. Nu begrijp ik best dat niet iedere badgast kenner is van zee, golven en stroming. Maar als je luistert en goed kijkt, weet je dat de Middellandse Zee in zo’n toestand niet geschikt is voor mensen met minder ervaring in het natte paradijs. 

De recente aanschaf van een opblaaskajak leidde tot groot enthousiasme in de lokale vriendenkring. Simone & Han-Dik wilden graag een keertje meevaren en onze vrienden Frans & Roland, het duo dat beter bekend is als Paco y Rolando, eveneens. De eerste twee houden hun uitje tegoed, met de jongens gingen we onlangs het water op. In de aanloop ernaartoe vervolmaakte ik de fietsconstructie voor de boot. Het tweede zitje werd opgepompt, de tweede peddel in elkaar gezet. Roland probeerde de fietsconstructie uit in de straat en bewees dat de wendbaarheid goed was. We konden gaan. Twee in de auto, twee op de fiets. 

Ik was nog niet de hoek van de straat om of de draagconstructie onder de kajak klapte in. Ik hoorde een schurend geluid achter mij maar verder gebeurde er niets. De twee spinnen, rekbare banden in de kleuren van de Spaanse vlag, die de kajak op de plek boven de wielen moet houden, bleken niet genoeg uit elkaar te zitten. Dat was snel opgelost. Daarna ging het van een leien dakje, zij het langzaam. Voor iemand die de tijd aan zichzelf heeft, is dat echter geen probleem. 

We kwamen zonder verdere onderbreking bij het strand aan, gelijktijdig met de inzittenden van de bezemwagen. Ook aan ons strand begon men met het verwijderen van de loopplanken en was er geen strandwacht meer te bekennen. We ontkoppelden de constructie en droegen de boot naar de waterlijn. De landrotten zegen neer op de ‘Patio de los Ancionos’... Dat is mijn uitdrukking voor de overdekte plek die op het strand staat voor gehandicapten en oudjes. (Ook die is inmiddels afgebroken.) 

De branding was woest en donker van kleur door het, bij de voorgaande storm losgeraakte vele Posidonia Oceanica-zeegras. Paco besloot deze vaarbeurt aan zich voorbij te laten gaan. Hij zag de ontstuimige branding en de bruine zee niet zitten. Het watje. Roland wel, hij werd mijn scheepsmaatje. Achteraf bezien, zijn we waarschijnlijk in het ruwste stukje zee te water gegaan. Het was een suggestie van Roland maar Frans verklaarde later het gedrag van zijn wederhelft. “Als hij eenmaal iets in zijn hoofd heeft, is hij daar niet meer vanaf te brengen”. De tewaterlating leidde tot veel bekijks en hilariteit op het strand. De ene hoge golf volgde op de volgende. Roland liep voorop en trok de kajak achter zich aan, met zijn rug naar de golven (onverstandig) dus regelmatig meldde ik hem vanuit de achterhoede dat we weer een wilde golf voor de kiezen kregen. Hij liep steeds dieper het water in. Totdat ik hem meldde dat ik, anderhalve kop kleiner dan hij, met de toenemende diepte niet meer gemakkelijk zou kunnen instappen. 

Uiteindelijk rolde ik mijzelf op de woelige baren de kajak in, met twee peddels in de hand en vanwege twee zitjes heel weinig ruimte om mij te wenden. Je kunt je de worsteling voorstellen... Ondertussen dreef er al ruim zeesop -vermengd met zeegras- in de kuip van de boot. Eenmaal zittend, begon ik te peddelen zodat  Roland zich in de boot kon gooien. Toen peddelden er twee en kwamen we sneller door die weerbarstige branding heen. Mijn zwempak (en de daaraan vastgeknoopte onderwatercamera) had op dat moment al een extra zeegraslaag. Recht zo die gaat, schipper! 

We peddelden een tijdje recht vooruit de wijde zee op en sloegen daarna af in de richting van de binnenhaven van Torre de la Horadada. Af en toe botsten onze peddels want goed samenwerken in een kajak gaat niet vanzelf. Roland stelde voor dat hij alleen rechts zou peddelen en ik dat links zou doen maar deze peddels zijn zeer geschikt voor peddelen aan beide zijden dus dat bleef ik gewoon doen. Dan maar een botsing af en toe. We kwamen behoorlijk goed vooruit, dat viel niet tegen. Op het strand lag een brede laag Posidoniagras, losgeweekt door het stormachtige water. Ik legde aan Roland uit wat onze gemeente met deze natuurlijke buffer doet. Voor de zomer wordt het gras opgeraapt en ergens opgeslagen, in het najaar (in ieder geval voor de winter) wordt het gedroogde gras weer naar de stranden teruggebracht als natuurlijke bescherming tegen kusterosie. Dat doen ze al jarenlang met sukses op de Canarische Eilanden en de Balearen. 

Het was tijd om naar onze liefjes aan de wal terug te keren. We naderden de plek weer waar we te water gingen en daar waren de golven nog steeds hoog en onstuimig. Roland vroeg mij of ik wist hoe je het best zo’n boot op de kant krijgt. Hij wachtte mijn antwoord niet af. Hard peddelen en je laten aanspoelen als een ‘beached whale’. Tja. Typisch een jongensaanpak! Op enig moment werden we op een hoge golf met een bloedvaart meegevoerd naar de branding. Mijn liefje en Roland´s liefje keuvelden rustig voorts vanuit hun bejaardenhoek. Zelf had ik geen tijd om foto’s te maken. Te druk met peddelen!

Zij aan de wallekant misten onze spectaculaire landing compleet. Begrijp jij dat nou?! Andere kijkers op het strand niet en wij evenmin. Ik had de beelden graag vastgelegd voor het nageslacht. Roland peddelde als een dolle, ik zat klaar om uit de kajak te springen en de boot bij de lurven te pakken en naar de kant te laveren. Ik had het idee dat ik meters boven de branding uitstak... Een rijke fantasie is een constante bron van plezier. Onze levensgevaarlijke landing liep goed af.

Mijn zwempak waste ik even later zwemmend uit in zee. Kilo’s Posidonia spoelden van mij af. Daarna voegden de matrozen zich bij de landrotten. Ik reed de kajak weer achter mijn fiets aan naar huis; zonder hapering deze keer. Elke dag gaat het soepeler. Daar spoelden we de boot en alle onderdelen af. 

Later die middag lunchten we gezellig bij Chiringuito Ramón. Paëlla met schaal- en schelpdieren voor de mannen en mij, een tongetje voor mijn liefje. Een smakelijke afsluiter van een mooie dag op en rond het water.


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten