Mijn liefje kocht ooit een hand gesigneerde kleurenets van de Nederlandse kunstenares Hetty Brink, getiteld ‘Herfst’ (1979). Daarop zie je twee, tegen de kou ingepakte oudjes op een bankje zitten. Met ruimte tussen hen in. Hij draagt een pet en rookt een pijp, zij heeft wollen handschoenen aan en staart voor zich uit. Haar winterjas heeft dezelfde kleur als zijn broek. Links staat een schrale boom zonder blaadjes. Alles in een tamelijk sombere kleurstelling.
Voor haar stond dat schilderij voor harmonie in de nadagen van een paar. Met een geliefde samen oud worden, dat was de wens. Het werk hing jarenlang aan de wand. In ons vorige appartement aan de Costa Blanca hing het op enig moment op het overdekte terras maar inmiddels ligt het in een kast. Netjes in vloeipapier verpakt, dat wel. De ets sprak mij niet aan. Brinks vroegere werk heeft al dezelfde stijl als later. Kennelijk ook dezelfde thematiek: samen maar toch alleen, vind ik. Een kleurenets uit 1947 is getiteld ‘De drie gezusters’ (hierboven afgebeeld). Haar werk duikt nog af en toe op een kunstveiling in Nederland of België op. Geen idee of deze kunstenares nog leeft.
Mijn liefje en ik zaten afgelopen week op zo’n bankje in de zon. Niet in de natuur, zeker niet gewikkeld in winterwolle kleding en in gedachten verzonken maar voor de ingang van het ziekenhuis, wachtend op de volgende afspraak. We zouden de uitslag ontvangen van de biopsie die weken geleden uit haar wang was genomen. Daar was in eerste instantie een kwaadaardige tumor geconstateerd maar de dermatoloog twijfelde toen zij voor hem op de operatietafel lag. Hij sneed daarom niets weg maar nam wel weefselhapjes voor onderzoek.
Het klinkt misschien vreemd maar in tijden van crisis zijn wij als stel op ons allerbest! Dan smelten we samen. In goede tijden dobberen we mee met de stroom, vaak samen en soms alleen. De snel vloeiende tijd voert ons mee. “Goh, alweer vrijdag. Poeh, alweer een maand voorbij. Jemig, het is al 1 december!” In slechte(re) tijden, als zich een externe vijand aandient zoals iets serieus als kanker, trappen we op de rem en staat de tijd even stil om ons heen.
Op dat bankje in de zon zaten we dicht bij elkaar, pratend. Terwijl ik haar rug streelde, sprak ik mijn onvoorwaardelijke liefde en steun aan haar uit. Wat er ook zou komen. Ik weet niet hoe we van het een naar het ander kwamen maar zij vatte ter plekke haar leven samen – met tussentijds oordeel: dat was tot dusver niet gemakkelijk. Haar jonge leven kende nogal diepe dalen (die ken ik allemaal). Tot haar 59ste kende haar leven veel pieken en een enkel dal. Daarvan maakte ik deel uit. Het was vaak flink aanpoten qua werk maar dat kon ze goed, zo in haar eentje. Wel vaak met draken van bazen en mijnenvelden alom. Hoge bomen vangen immers veel wind. Tot dat levensjaar ondervond ze geen noemenswaardige gezondheidsklachten.
Dat veranderde drastisch in 2009 toen ze voor de eerste keer de diagnose kanker kreeg gesteld. We zeggen heel af en toe tegen elkaar dat we destijds veel geluk hadden dat tijdig te hebben ontdekt. Anders had ik al jarenlang in mijn uppie op dat bankje gezeten. Tot op het bot verkleumd in allenigheid. Daarna ontvouwden de fysieke gevolgen van de kanker zich in rap tempo en doken er andere serieuze kwalen op. Die spelen haar tot op de dag van vandaag parten en gaan niet meer weg. Ook nieuw euvel ontstaat met regelmaat en dat ontmoedigt haar om enthousiast te zijn over oud(er) worden. Dat heeft ook invloed op mijn levensgeluk.
In die terugblik op haar leven, op dat bankje in de zon, sprak ze een zin uit die ik direct begreep en die mij diep ontroerde. Er schoof een kloppend hart voor de zon die tijdelijk verduisterde... Het was zo’n moment waarop je een diepe zielsverbondenheid ervaart met een ander. In goede en slechte tijden. Het waren eenvoudige woorden maar ze schetsten de kern van een herfst samen. Ik had op dat moment willen huilen maar dat deed ik niet. We hadden nog een consult te gaan.
Na haar pensionering kreeg ze er mij nog 24/7 bij. Niet altijd ben ik even toegewijd en invoelend, niet altijd even aardig. Lang niet altijd bied ik haar een luisterend oor. Iemands welbespraaktheid kan een ander gemakkelijk de mond snoeren, dat ben ik mij bewust. Ik leg de lat doorgaans hoog voor muzelluf en (dus) ook voor haar. Weleens ondoenlijk hoog. Soms ben ik als Matthijs van Nieuwkerk, zij het met een veel kleinere redactie.
De tranen om haar uitspraak vloeiden pas uren later, toen ik mijn moede hoofd op het kussen legde. Ik huilde op dat moment om alles: om die woorden en het onuitgesprokene. Om de vele kansen en de gemiste kansen, om de mazzel en de pech. Die nacht kon ik de slaap moeilijk vatten. De volgende ochtend deelde ik mijn gewoel met haar, aan het ontbijt. We pakten elkaar even lekker vast en begonnen daarna aan een nieuwe dag. Ook dat typeert ons. We gaan al bijna 34 jaar samen door het leven. En door de Wereld. Die maar Doordraait. Samenleven met iemand is niet eenvoudig, je leven echt delen met een ander is ronduit “complicado”.
We ontvingen overigens goed nieuws van de dermatoloog. Er was geen sprake van kwaadaardige huidkanker (wel een pré-fase), er hoeft voorlopig niet te worden ingegrepen. We vierden die uitslag met een gezellige lunch in een Aziatisch restaurant.
Wat mij afgelopen week ook raakte, was de foto van een specifieke situatie in Spanje die ik in de NOS-app aantrof.
Onder leiding van de huidige regering worden lichamen van slachtoffers van het miltaire regime uit collectieve graven opgegraven en door nabestaanden herbegraven op de door hen verkozen plekken. De resten van Franco’s militairen, voor zover ze bekend zijn, worden uit publieke begraafplaatsen verwijderd. Direct na het ingaan van deze wet werden de resten van een van Franco’s trouwste militairen, luitenant-generaal Queipo de Llano, uit een belangrijke basiliek van Sevilla verwijderd. Deze man zou zich schuldig hebben gemaakt aan de executie van 45.000 inwoners in en rond die Andalusische stad.
In El País keek ik naar een filmpje van een bus die wegreed met de kisten van Queipo de Llano en zijn echtgenote. Het was in de vroege uren maar buiten stonden familieleden, aanhangers en tegenstanders. Toen het voertuig door de poort van de basiliek reed, werd er geklapt en “¡Viva Queipo!” geroepen. Dat deed mijn tenen krommen. Klappen voor een man die een massamoordenaar was?! Daarna waren er op de video tegengeluiden te horen van familieleden van vermoorde lokale slachtoffers. Een aantal vrouwen riep de namen van hun verdwenen dierbaren. In het hele land liggen naar schatting nog ruim 100.000 Spanjaarden in massagraven. Hoog tijd dat zij een fatsoenlijke begrafenis krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten