Translate

vrijdag 2 juni 2023

Menselijke klimaatniche

Recent stuitte ik op een voor mij nieuw begrip in de klimaatwetenschap. Dat komt vaker voor maar nu kon het rekenen op mijn bijzondere interesse. Het gaat over de zogenaamde menselijke klimaatniche’ (human climate niche) en heeft betrekking op de bewoonbaarheid van de aarde. Het kwam onder mijn aandacht in de vorm van een wetenschappelijk rapport in het vakblad Nature Sustainability. De kosten van de opwarming van de aarde worden doorgaans uitgedrukt in financiële termen maar deze studie benadrukt de menselijke kosten, als de klimaatcrisis niet (tijdig) wordt aangepakt. 

Eerst las ik erover in de Engelse krant The Guardian, daarna trof ik een verwijzing naar het begrip aan in dagblad Trouw, de dag erna vond ik een artikel in de Volkskrant. Dat was een signaal, ik kon het niet negeren. Sinds enkele maanden heb ik, als abonnee van de Volkskrant, ook toegang tot andere kranten die onderdeel zijn van hetzelfde mediabedrijf DPG, voorheen De PersGroep (Nu DPG Media genoemd). Het wachten is nog op toegang tot kwaliteitskrant NRC. Dat zou de nieuwsjunkie in mij helemaal happy maken! 

Tijdens dat recente onderzoek kwam een team van Britse, Nederlandse, Deense, Amerikaanse en Chinese wetenschappers tot de conclusie dat de menselijke bevolkingsdichtheid historisch gezien een piek bereikte op plaatsen met een gemiddelde temperatuur van 13°C (tussen 11 en 15 graden Celsius). Dat wordt ook wel de Goudlokje-zone genoemd: daarin floreert de mens het best. Omstandigheden daaronder en daarboven zijn te koud, te warm of te droog en gaan gepaard met hogere sterftecijfers, lagere voedselproductie en minder economische groei. Voor landen rond de evenaar gelden andere temperaturen. Daar ligt de optimale leeftemperatuur tussen 25 en 27 graden Celsius. Saillant is dat een aantal van onze lieverds in Bali wonen, met een gemiddelde jaartemperatuur van 31°C!

Dit soort niches geldt al langer voor planten en dieren. Eerder ontdekten andere wetenschappers dat het welzijn van gewassen en vee langs vaste patronen verloopt. Die blijken veel overeenkomsten te hebben voor mensen. Sterfte onder mensen neemt toe bij hogere en lagere temperaturen, hetgeen het idee van een menselijke niche ondersteunt. Ook concludeerden de wetenschappers dat de onleefbaarheid voor de mens ligt bij een gemiddelde jaartemperatuur van 29°C en hoger. Momenteel leven er wereldwijd al 60 miljoen mensen buiten deze klimaatniche, in gebieden met gevaarlijk hoge temperaturen. 

Het huidige klimaatbeleid zal tegen het jaar 2100 meer dan eenvijfde van de totale mensheid blootstellen aan gevaarlijk hoge temperaturen, suggereert dit onderzoek. Met elke 0,1°C mondiale temperatuursstijging (boven de 1,2°C van door de mens veroorzaakte opwarming van de aarde die we vandaag de dag ervaren), worden telkens ongeveer 140 miljoen extra mensen uit de niche verdreven. Als we de opwarming van de aarde echter weten te beperken tot 1,5°C blijft slechts 5% blootgesteld. 

De wereld ligt met de huidige actieplannen meer op de koers van een opwarming naar 2,7°C. Als de wereldwijde opwarming blijft stijgen in die richting -in combinatie met een groeiende wereldbevolking- zal het ertoe leiden dat in 2030 twee miljard mensen buiten de niche worden gedreven. In 2090 zal dat het lot zijn van 3,7 miljard wereldburgers. 

Een miljard burgers zouden er dan voor kunnen kiezen om naar koelere plaatsen te migreren alhoewel de gebieden die binnen de klimaatniche blijven, nog steeds en vaker hittegolven en droogte zullen ervaren. Uitgaande van een toekomstige wereldbevolking van 9,5 miljard, zouden 90 miljoen inwoners van India leven met een gemiddelde temperatuur van meer dan 29°C, vergeleken met 600 miljoen als de gemiddelde opwarming van de aarde zou oplopen tot 2,7°C. 

Uit deze studie blijkt ook dat de huidige koolstofvoetafdruk van 3,5 Westerse burgers of 1,2 Amerikaan, één persoon in andere regionen van de wereld blootstelt aan gevaarlijke hitte. Dat benadrukt de ongelijkheid van deze klimaatcrisis. Dringende maatregelen om de wereldwijde temperatuurstijging tot 1,5°C te beperken, zijn dan ook echt nodig. 

In landen met een grote bevolking en een warm klimaat zal de meerderheid van de bewoners buiten de menselijke klimaatniche worden geduwd. Niet alleen India maar ook een land als Nigeria zal met de ergste omstandigheden worden geconfronteerd. (Die twee landen vertonen nu al hotspots van gevaarlijk hoge temperaturen.) Andere landen die zwaar zouden worden getroffen zijn Indonesië, de Filippijnen en Pakistan. Aangezien de potentieel zwaarst te treffen regio's tot de armste ter wereld behoren, waar het aanpassingsvermogen laag is, moet het verbeteren van de leefomstandigheden van mensen in die gebieden prioriteit zijn, naast klimaatmitigatie. (Het beperken van de omvang en snelheid van de opwarming van de aarde.)

Bij het uitblijven van toereikende maatregelen is de verwachting dat migratie in de komende 50 jaar groter zal zijn dan in de afgelopen 6000 jaar... 

In Spanje was 2022 het eerste jaar waarin de gemiddelde jaartemperatuur boven 15°C kwam volgens AEMET, het Spaanse Meteorlogisch Instituut. Dat was een record sinds het begin van de metingen. Dat is op het randje van de menselijke klimaatniche maar ver beneden de onleefbaarheidsgrens. Je zou kunnen denken dat dit een ver-van-mijn-bed show is, en dat ik bovendien niet meer in leven ben  in 2100 maar zo zit ik niet in elkaar. De conclusies van deze studie zie ik als extra dwingende redenen om in actie te komen tegen verdere opwarming van de aarde. Er valt zoveel human capital te winnen! 

De wereld gaat dit jaar of in 2024 waarschijnlijk haar warmste jaar sinds het begin van de metingen ­noteren. Dat voorspelde de World Meteorological Organization (WMO) recent. Bijna alle landen ter wereld spraken met elkaar af de opwarming over lange termijn te willen beperken tot 1,5°C. In de komende jaren wordt die grens waarschijnlijk al tijdelijk overschreden. De hoge temperaturen komen niet alleen door menselijk handelen en de broeikasgassen die we daarbij uitstoten maar ook door een natuurverschijnsel dat dit jaar waarschijnlijk weer de kop opsteekt: El Niño.  

De warme El Niño wisselt de koude La Niña af in een soort cyclus en komt elke drie tot zeven jaar voor. Bij La Niña waait het harder boven de oceanen dan normaal waardoor meer koud diepzeewater naar boven komt. Door het koude oceaanoppervlak is het wereldwijd relatief koel. De oceaan fungeert dan als een koelkastdeur die openstaat. 

El Niño begint als het minder gaat waaien boven de Stille Oceaan, waardoor zeestromingen veranderen. Hierdoor komt er minder koud diepzeewater naar boven, waardoor het oceaanoppervlak warmer wordt. Het verkoelende effect vervalt daarmee. De ene keer is El Niño sterker dan de andere keer. (De laatste ‘heftige’ was in 2015-2016.) Wel zijn de effecten altijd het grootst in december, vandaar de naam El Niño, -het jochie-, verwijzend naar het Kerstkind. 

Dát El Niño eraan komt is zeer waarschijnlijk, kijkend naar de stijgende oceaantemperatuur van de afgelopen periode. Maar hoe sterk die precies zal worden, is onbekend. Wetenschappers begrijpen hoe het fenomeen werkt maar over het waarom tasten ze nog steeds in het duister. Eb en vloed worden bepaald door de maan, een dergelijk verband ontbreekt bij de cyclus van El Niño en La Niña. Hoewel El Niño wereldwijd een van de meest impactvolle weersverschijnselen is (bosbranden in Australië en Indonesië, hongersnoden in Afrika), is het in Europa nauwelijks van invloed omdat ons continent ver is verwijderd van de Stille Oceaan. Wel zullen we hier te maken krijgen met nóg hogere voedselprijzen. Kortom, een stevige El Niño zorgt voor extremen en dat pakt voor geen enkel mens goed uit. 

Ons huis staat in brand. Inmiddels zijn ook klimaatsceptici het daarover eens. Door de uitstoot van broeikasgassen snel te verminderen, kunnen we het aantal mensen dat aan de negatieve gevolgen wordt blootgesteld, halveren. Voor elke graad opwarming die we voorkomen, kunnen we 1.000.000.000 wereldburgers ontlasten. Waar wachten we nog op?!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten