Translate

dinsdag 26 maart 2024

Keluarga

Werk van kunstenaar Arie Smit op Bali 
Dit is mijn 1.696ste blog. Hier begon de Goede Week, de Semana Santa. Onze overburen uit Madrid arriveerden (Guillermo & Maria Victoria), vandaag komt hun dochter Maria met haar twee kids, Cristina & echtgenoot Carlos uit Madrid reden binnen, net als de Tesla-man, de Meloenenman en de Arbeiders (uit Murcia). Zij anticiperen allen op Pasen, een van de grootste vieringen van het jaar in Spanje. Een groot deel van het land komt tijdelijk tot stilstand. Tijd voor bezinning. Wij gaan later deze week nog wel een Paasprocessie in de eigen woonplaats aanschouwen. Er zijn hier en daar al optochten afgezegd vanwege het druilerige weer. 

Er heerste afgelopen week in onze Balinese familie ook een gezonde spanning. Het cruiseschip waarop papa werkt, zou aanleggen in de haven van Benoa (Bali) en iedereen zou deze keer aan boord mogen komen. De twee oudste jongens Yuda en Damai stonden te popelen om dat een keertje mee te maken. Net als wij eerder deden. 

Wij stapten zelf tweemaal aan boord van een Regent Seven Seas-schip, als bezoekers. De eerste keer was in Cartagena (Spanje) en Ketut had geregeld dat we een rondleiding kregen. We bezochten zijn cabine onder de vloedlijn, onmoetten zijn kamergenoot en andere collega’s en werden geïntroduceerd bij zijn Amerikaanse HR-manager. Deze vrouw was verbaasd twee witte vrouwen te zien. Ketut had een familiebezoek aangekondigd en als een Balinees personeelslid dat doet, verwacht je mensen met een andere huidskleur te zien. Maar familie waren we! We wachtten hem daarna tweemaal aan de kade van een Spaanse haven op: in Valencia en in Alicante. (Hij werkte op diverse Regent-schepen.) 

De andere keer dat wij aan boord gingen, was op uitnodiging van Milou en Karel. Dat zijn de bereisde ouders van vriendin Joan. Zij waren rond de Middellandse Zee aan het cruisen met het bedrijf van Ketut en meerden in Cartagena aan. Joan, Ben en wij werden uitgenodigd om aan boord te komen lunchen. Dat werd extra memorabel toen het Indonesische personeel in de gaten kreeg dat wij een woordje Bahasa Indonesia spraken en meldden dat we familie van Ketut zijn. Nu heten honderdduizenden Balinezen Ketut dus dat zegt nog niks. Maar toen wij een foto van hem tevoorschijn toverden, vulde opwinding de ruimte. Een aantal van hen herkende hem en had met hem samengewerkt. Het werd een gezellige boel rond die tafel. 

Toen we Elsa & Ketut leerden kennen in 2008 in Noord-Bali waren ze getrouwd en was er een piepklein mannetje in het gezin dat met hen onze levens binnenstapte. Een nog wat verlegen ventje met een glanzend kaal koppie (type biljartbal) en een mooie naam: Yuda. Wat mij destijds al opviel, is dat Balinezen geen genegenheid tonen voor elkaar in het openbaar. Een ouder kan dat wel doen ten opzichte van een kind. Dan drukt men de neus tegen de wang van de ander. Ze kussen niet zoals Westerlingen dat doen; zeker niet in het openbaar. Andere Aziaten hanteren ook de neus-wang-aanraking. 

Toen wij een jaar later zelf in dat deel van Bali gingen wonen, kwam Yuda regelmatig bij ons en was hij niet meer weg te denken uit ons leven. Die dreumes veroverde onze harten. Hij had intussen haar, gelukkig. Wij speelden samen (blokken en auto's waren favoriet), spraken Engels met hem (en leerden zelf Bahasa Indonesia), namen hem mee het zwembad in, knuffelden hem. Hij kreeg menige kus op zijn zachte wangen. Dat verliep enkele jaren later ook zo met nummer twee van het gezin, Damai. Ook hem sloten we meteen in ons hart, ook hem overlaadden we met dezelfde liefde en tekenen van genegenheid.

Ik heb niet bijgehouden hoeveel kussen die kids van ons ontvingen maar het waren er kennelijk genoeg om er zelf een gewoonte van te maken. De neus-wang-aanraking is nog steeds in gebruik maar inmiddels de kus met de lippen ook. Hoe het ook gebeurt, als het maar gebeurt! De jongste van de familie, (Santia), het enige meisje, is de oogappel van papa en de grote jongens. Zij is een kleine tomboy en slim bovendien. Zij is altijd de eerste die op schoot wordt getrokken en met wie wordt getroeteld. Ketut, een tamelijk traditionele Balinees, drukt zijn neus nog steeds tegen haar wang. 

Afmerend in Tanjung Benoa, de Balinese haven die medio 2023 in gebruik werd genomen, stuurde Ketut ons een filmpje vanaf een balkon op het schip. Hij torende hoog boven het water uit. Wuivende palmbomen en glashelder water waren het decor. Waarschijnlijk werd hij door emotie overmand want de opname schudde als een blad aan de boom in herfsttijd. 

Op de kade stond een tentconstructie met een welkomsbord boven de ingang. Er lag een rode loper van het schip naar de tent maar die bedekte slechts de helft van de wandelroute. Aan het begin van de loper zat een lelijke lap zwart tape om het kleed vast te zetten. Ik moest erom gniffelen. Typisch Balinees! 

Ketut zoomde in op mensen met zonnehoed, teenslippers en korte broek die van boord stapten (de meeste passagiers zijn Amerikanen). Sommigen liepen naast de rode loper naar de tent. Geen gevoel voor decorum? Dat maakten de kleintjes van het gezin helemaal goed, óp de rode loper! Als kindsterren in de film. 

Benoa ligt ongeveer 100km van Lovina dus de hele familie trok een dag voor dit bezoek uit. Groot was de teleurstelling toen bleek dat de scheepsadministratie niet klopte. De datum in de papieren van de bezoekersaanvragen klopte niet met de kalender dus er lagen geen bezoekerspassen klaar. Voor niemand. Men was onverbiddelijk: ze mochten niet aan boord. Het kan zijn dat Ketut een foutje maakte. We hoorden er namelijk niets meer over van hem... Dan weten we genoeg: navragen is geen optie. Ik ken mijn Balinese pappenheimers inmiddels. Hij stapte zelf van boord om zijn gezin aan de wal te ontmoeten. Ook leuk maar minder opwindend. 

Als ik de reisroute van dit Amerikaanse cruiseschip nazoek, blijkt niet alles van dat schema te kloppen. Men zou volgens de beschrijving eerder in Benoa zijn aangekomen. Ketut en zijn collega’s stomen nu op naar Singapore, na andere stops in de Indonesische Archipel. In mei worden ze verwacht in de Middellandse Zee. Hoe en wanneer dit schip door het Suezkanaal gaat varen, is niet in detail aangegeven vanwege de huidige veiligheidsrisico’s in dat gebied. 

Moeder Elsa appte ons vanuit Benoa vergoelijkend dat het belangrijkste was dat de kids papa in levende lijve zagen, na maanden van afwezigheid. En zo is het. Ze aten een hapje met elkaar en er werd samen gespeeld. De oudste twee, pubers, zaten er echter wel een beetje beteuterd bij, vond ik. Begrijpelijk. Een bezoek aan een Amerikaans cruiseschip was hen door de neus geboord. Kasian.

Ketuts cruiseschip (zo blijf ik het maar noemen) zal in de komende weken de koers verleggen naar Europa. Elkaar in persoon ontmoeten is een leuke onderbreking van zijn zeer routinematige dagen. Dat realiseer ik mij altijd als ik hem enthousiast op ons af zie komen. We gaan hem dan weer opwachten aan de kade van Alicante. 

Hij was degene die ons als eerste zijn ‘familie’ (keluarga) begon te noemen. We voelen ons verbonden door alles dat we met elkaar meemaakten. In goede en slechte tijden. We waarderen de ouders maar hun oudste kids zijn het cement van onze relatie; daarover ben ik eerlijk. Met de twee kleintjes moet de relatie nog groeien. We zagen elkaar nog niet vaak in het echt. Dat bindingsproces zal anders verlopen dan met de twee grote; die waren veel meer onderdeel van ons leven. De volgende keer dat we Ketut in levende lijve zien, ga ik hem vertellen hoe bijzonder het is dat wij elkaar al bijna 16 jaar kennen. We zijn van ver gekomen. Ook figuurlijk. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten