Vandaag is het Internationale Vrouwendag. Het volgende onderwerp leek mij passend voor een dag als deze. Ook voor een week als deze want het is tevens de Week van de Lentekriebels. Er hangt seks(e) in de lucht!
Alle vrouwelijke zoogdieren hebben clitores, dat is geen geheim (voor de meeste mensen). In een van Vermeulens oude biologieboeken over gewervelde dieren stond te lezen dat ‘de clitoris een rudimentaire penis is zonder enige functie’. Vrouwtjesdieren zouden zwak en afhankelijk zijn van dominante mannetjes volgens Charles Darwin en diens (op)volgers. Vermeulen neemt de journaliste van het programma mee naar Artis om te tonen dat er genoeg vrouwtjesdieren zijn die niet aan dat stereotype beeld voldoen.
Vermeulen was enthousiast over het boek ‘Bitch. On the Female of the Species’ van De Britse Lucy Cooke (1969). Daaruit citeerde ze vrijelijk tijdens het radiointerview. Het intrigeerde mij dus ik downloadde haar Engelstalige boek. Dat gaat over de mythes die heersen over vrouwtjesdieren in de natuur. Het verscheen in 2022 maar werd pas recent vertaald in het Nederlands. Die uitvoering ligt sinds afgelopen dinsdag in de boekhandels.
Vermeulen deed in de Amsterdamse dierentuin zelf jarenlang onderzoek naar seksuele diversiteit (haar specialisatie) en als ze iets afwijkends vond, werd dat doorgaans afgedaan als uitzondering op de regel. Als je met een bepaalde blik naar het dierenrijk kijkt, dan zie je wat je verwacht te zien. Als je verwacht dat mannetjes altijd dominant zijn en vol zitten met testosteron wat moet je dan met vrouwtjes die net zo dominant en agressief zijn als mannetjes? Die vrouwtjes zouden zijn ‘vermannelijkt’, zoals dat in menig boek heet. Maar vrouwtjes zitten ook vol met testosteron. Iets dergelijks gaat ook op voor homoseksualiteit in het dierenrijk: dat zou niet normaal zijn. Maar het komt juist veelvuldig voor; daarover zijn honderden boeken geschreven. Ik moest bijvoorbeeld denken aan het boek van de Nederlandse primatoloog Frans de Waal over homoseksualiteit bij mensapen.
Ook Lucy Cooke stoorde zich enorm aan het stereotype beeld van vrouwtjesdieren tijdens haar studie zoölogie aan de universiteit van Oxford. Zelf was ze een goede studente maar ze voelde zich ‘a sad misfit’ en ‘a loser’. Dat schrijft ze in de introductie van haar boek. Niet vanwege het feit dat ze van spinnen houdt en onderzoek doet naar voedselpatronen in dierenpoep. Nee, omdat ze een vrouw is. Dat is van nature sneu. Sinds Charles Darwin zijn de meeste mannelijke evolutiebiologen van mening dat de mannetjes in het dierenrijk de interessantste studie-objecten zijn. Vrouwtjes doen er niet of nauwelijks toe. Cooke, die ook een National Geographic Explorer is, brengt hierin radicaal verandering met haar boek.
Bitch bestaat uit acht hoofdstukken met prikkelende titels als ‘Fifty Ways to Eat your Lover’ - over seksueel cannibalisme (vrij naar een lied van Paul Simon), ‘Love is a Battle Field’ – over genitale oorlogsvoering (naar een song van Kim Wilde), ‘Bitch eat Bitch – why females fight’ (naar een deuntje van Barefoot), ‘Sisters are doing it for themselves – life without males’ (naar de hitsingle van Annie Lennox en Aretha Franklin). Het zijn niet de enige knipogen in dit boek. Het zit vol met vermakelijke verrassingen over de sekserollen. Cooke is als wetenschapper heel feitelijk maar schrijft ook met veel humor.
Ze stelt in haar boek dat de vorm en rol van vrouwtjes in de dierenwereld juist enorm varieert. Je vindt er een groot spectrum aan anatomieën en gedragingen. Niet alle dierengemeenschappen worden gedomineerd door mannetjes. Er zijn ook alfavrouwtjes en hun autoriteit varieert van welwillend (bonobo) tot brutaal (bijen). Meerkatmatriarchen zijn de moorddadigste zoogdieren ter wereld en lesbische hagedissen hebben helemaal geen behoefte aan mannetjes want ze klonen zichzelf.
Haar beschrijving van de wreedheid van de Britse moerasspin vond ik hilarisch. Die leest als een thriller. Tijdens de kennismaking streelt het mannetje het vrouwtje door zijn poten over haar lichaam te laten trillen. Dan -Pats!- grijpt ze hem, doodt hem en zuigt hem leeg. Net vóór zijn dood mag hij zijn sperma nog overdragen waardoor haar eieren worden bevrucht. Daarna wordt hij opgevreten.
Over met de vermeende ondergeschiktheid, volgzaamheid en monogamie van vrouwtjes in het dierenrijk maakt ze korte metten. Dat valt nogal mee. De wereld van de olifanten kent een leidster, de matriarch. De volwassen mannetjes zitten niet in de kudde, mannelijke jonge bullen verlaten de geboortegroep op jonge leeftijd. Tot op hoge leeftijd kan de matriarch jongen krijgen; zelfs tot op 60-jarige leeftijd. Ook orka’s worden geleid door een matriach en kunnen eveneens zeer oud worden. Die vrouwtjes komen op enig moment in de menopauze, net als mensenvrouwen. Bij deze walvissoort verlaten de dochters de geboortegroep, de mannen blijven bij hun moeder. Moederskindjes... daar hoor je de heren evolutiebiologen niet over!
Onder de ringstaartmaki’s van Madagaskar en de meerkatten van de Kalahari zijn de vrouwtjes het dominante geslacht. Vrouwelijke antilopen van de Masai Mara-graslanden (Kenia) verzamelen zich met honderden tegelijk om met hun gewei te strijden om de kans op seks met de voornaamste bull. Grote aantallen vrouwtjesdieren, van berberapen tot pimpelmezen, zoeken seks met talloze partners. Een leeuwin kan tijdens de bronst wel 100 keer per dag paren met verschillende leeuwen.
Cooke’s boek staat vol met dit soort vergissingen. (Om daaraan recht te doen, is dit een langere blog dan gebruikelijk.) Bij de zwarte slingeraap zagen Vermeulen en Cooke beiden hetzelfde: er slingerde iets tussen de benen van de dieren dus iedereen dacht dat het mannetjes waren. Fout! Bij deze apensoort hangt juist de clitoris van het vrouwtje tussen de benen. De mannetjes dragen hun geslacht onzichtbaar, ingetrokken. (Die penis is bovendien kleiner dan de clitoris.) In het verleden werden daarmee vaak fouten gemaakt in fokgroepen. Bleek er ineens nageslacht te komen terwijl dat niet was voorzien. En vrouwelijke slangen hebben twee hemiclitores. Die zitten daar niet voor niets want in de natuur wordt niets verspild. Die hebben wel degelijk een functie.
De Afrikaanse gevlekte hyena, die op de Engelse kaft van het boek staat afgebeeld, heeft een clitoris van 20cm lengte, in de vorm van een penis; deze dieren krijgen ook erecties. Bij dolfijnen heeft de clitoris de vorm van een paar extra grote burgerbroodjes. Zo rudimentair zijn deze clitores dus niet!
Vagina van een wilde vrouwtjeseend |
Vrouwelijke bonobo’s (een apensoort in Congo) streven seksuele voldoening na met elkaar. De Caribische krijtbaarsvis wisselt wel 20 keer per dag van geslacht. De hersenen van een anemoonvis beginnen als mannelijk en worden later vrouwelijk. Oorlogvoerende Nemos (vrouwtjes anemoonvissen) verdedigen hun territorium terwijl mannetjes voor de eieren zorgen. Sommige vrouwtjes zorgen heel goed voor hun nakomelingen maar bij tweederde van de vissoorten zorgen alleenstaande mannetjes voor hun jongen. Vrouwtjes verdwijnen nadat ze hun eieren hebben overgedragen. Kortom, er is juist veel variatie en diversiteit in het vrouwelijke deel van het dierenrijk.
Dit boek is een vermakelijke verkenning van de vrouwelijke seksualiteit in de dierenwereld en zet een boel onbegrip en misverstanden recht. Wetenschap is samengebalde kennis en die draagt Cooke inspirerend uit. Eén dierenwereld, duizend vrouwtjes (vrij naar het thema van deze dag). Ik genoot van haar verhalen. Aanrader.
Vandaag, op Internationale Vrouwendag, is Lucy
Cooke in Artis waar zij een rondleiding zal verzorgen, samen met
Charlotte Vermeulen. Als ik in Nederland zou zijn, zou ik daaraan deelnemen. Dan zou ik
‘R-e-s-p-e-c-t’ (Aretha’s wereldhit uit 1967) zingen voor deze vrouwelijke wetenschappers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten