En toen was het alweer lente! Tenminste, kijkend naar de kalender. Hier stormde het de afgelopen dag(en). Rond deze tijd is dit gedeelte van Spanje voor vrienden en kennissen met vakantiehuizen als een duiventil. Ze vliegen in en uit. Onze vrienden Paco & Rolando keren binnenkort terug naar Nederland om daar te gaan varen met hun nieuwe motorjacht, vrienden Piet & Agnes vlogen juist binnen. De Deense buren Jan & Bente maken zich op om naar Rio de Janeiro te vertrekken en daar aan boord van een cruiseschip te stappen dat hen in een langzaam tempo terug naar Europa vaart.
Als ik aan de lente denk, komen witte asperges in mijn gedachten. Toen wij recent in Valencia waren voor Las Fallas, de uitbundige viering van de lente, brachten we onder andere een bezoek aan de Mercat Central (centrale markt). Dit is de oudste overdekte markthal van Europa die nog in gebruik is. De hal staat in het hart van de stad, op steenworp afstand van het treinstation. Het gebouw uit 1928 is gebouwd in art nouveau-stijl en huist meer dan 300 kleine handelaren van vooral groenten, fruit, specerijen, verse kruiden en vlees.
Het is een prachtige markthal, de koepel in het plafond is erg fraai. Als wij aan de Costa Blanca zoiets zouden hebben, zouden we er wekelijkse vaste klant zijn. Voor culinaire feestjes. Er is weinig dat we hier niet hebben of dat we missen maar zo’n plek zou een enorme aanwinst zijn. Er is een fraaie markthal in het centrum van provinciehoofdstad Alicante en die heeft ook zeker luxe producten maar te weinig om er wekelijks naartoe te rijden, wat mij betreft.
We liepen daar ondere andere om te zien of er al witte asperges te koop waren. Aangezien de lente eerder was gekomen dan gebruikelijk, vermoedde ik dat deze witte lekkernij ook eerder in de winkels zou liggen. Dat bleek een juiste aanname. We namen ons voor er dit jaar vroeg bij te zijn maar het aanschouwen van de vele Fallas nam zoveel tijd en energie in beslag dat we het idee van het meenemen van deze 'espárragos blancos' lieten varen. De asperges die we bij de kraam van Virginia aantroffen, kostten €19 per pond. (Wat je noemt het witte goud...) Wel zouden we op de maandag erna naar de markt van San Pedro gaan om een bepaalde groenten- en fruitkraam te bezoeken. Er staat er daar een die jaarlijks in het seizoen witte asperges verkoopt. Zo gezegd, zo gedaan.
Op maandagochtend was het ¡Bingo! Daar lagen ze bij de veronderstelde marktkraam, te wachten op ons, liefhebbers. Voor de prijs van €5,50 per pakje; er zaten negen witte stengels in. Misschien niet van de allerhoogste categorie maar mooi waren ze. We kochten meteen verse eieren, nieuwe aardappelen en ham. Ik zou het gerecht maken met botersaus, verse bieslook en peterselie en een snufje nootmuskaat; de traditionele bereiding. Ze waren heerlijk!
In een artikel in de Volkskrant van 5 maart jongstleden las ik een interview met een aspergeboer in Gemert (Brabant) die zei “totaal verrast” te zijn toen hij de witte kopjes boven de zwarte aarde zag uitsteken. Vorig jaar viel dat moment op 15 maart, dit jaar op 4 maart; een dag na de warmste 3 maartdag ooit gemeten. Zijn team was op dat moment nog niet klaar om te oogsten. Onze Brabantse vrienden Jos & Hemmie aten al witte asperges van de koude Brabantse grond, van een boer in de omgeving. Ze waren lekker maar Jos miste de grondsmaak nog ietwat.
In het culinair tijdschrift ‘Delicious’ las ik dat het witte aspergeseizoen in Nederland weliswaar officieel is begonnen maar dat het niet zeker is of er vóór Pasen al asperges in de winkels zullen liggen voor de massa. (Hier worden de supermarkten bedoeld, de groentenjuweliers bieden het witte goud al aan.) De planten zitten al een tijdje in de grond maar telers konden in de afgelopen periode nauwelijks het land op om aspergebedden aan te leggen. Het was te nat. De teelt kwam dus (te?) laat op gang.
Onlangs lunchten we bij vrienden Simone en Han-Dick, op hun dakterras. Zij wonen op steenworp afstand van onze casa, aan de kant van de hoofdstraat. Hun kinderen deden hen bij de emigratie naar Spanje een Egg kado die handige Han-Dick in een zelfbedachte buitenkeuken inbouwde. We aten een subtiel gemarineerde visfilet (zalmforel) die met rooksnippers op de overdekte barbecue werd bereid. Met Simone’s onovertroffen gebakken aardappeltjes en een verrassende salade. Heerlijk!
Voordat zij pensionistas in Spanje werden, waren ze hun hele carrière zeer betrokken leraren op scholen in de Randstad. We hebben altijd veel te bespreken samen. Terwijl we aten en dronken in de zon, kregen we het onder andere over discriminatie van Aziatische Nederlanders. Dat werd voor het eerst onderzocht, middels een steekproef die werd gehouden onder 2.505 personen. Er was net een onderzoeksrapport verschenen en de uitslag was niet mals: 36% van de bewoners, meer dan één op de drie, met een achtergrond uit (Zuid-Oost)Azië ervoer afgelopen jaar een of andere vorm van discriminatie. Zelfs 50% van de Chinese Nederlanders ervoer dat. Discriminatie wordt vooral gevoeld in de publieke ruimte (op straat), in het onderwijs en op het werk.
Simone, die Indische roots heeft, was totaal niet verrast. Zij (leeftijdgenote) vertelde dat ze als kind ook te maken kreeg met discriminatie. Zij deelde een paar van die voorvallen met ons. Vreselijk. We zijn er als witte autochtonen in de loop van de tijd niet op vooruitgegaan. De onderzoekers menen zelfs dat we erop achteruit gingen, vooral sinds de coronapandemie. Niet alle mensen deugen!
Dat gezegd hebbende, ik moest denken aan de nieuwe campagne van Rutger Bregman, auteur van het eerdere boek ‘De meeste mensen deugen’. Over de titel had ik destijds gemengde gevoelens maar ik las het boek met veel interesse. In een lang artikel in de Correspondent deed Bregman afgelopen week zijn recente gedachtengoed en project uit de doeken. Die gaan over morele ambitie. (Er verscheen weer een boek van zijn hand.) Het is hoog tijd werk te maken van je idealen!
In het artikel met de prikkelende titel ‘Nee, je bent niet goed zoals je bent’ (naar een lied van Justine Pelmelay) stond te lezen dat een voltijd carrière 80.000 uren beslaat, ofwel 10.000 werkdagen. Hoe je die tijd besteedt, is een van de belangrijkste vragen in een mensenleven. Talloze mensen verspillen hun tijd (en talent) in suffe, nutteloze of zelfs schadelijke banen. Morele ambitie is hét medicijn daartegen. Aldus Bregman.
Al behoor ik niet meer tot zijn doelgroep, ik voelde mij wel aangesproken. Een paar keer in mijn carrière maakte ik als consultant bezwaar tegen werken voor een multinational X of een bepaald type multinational. Dat gold bijvoorbeeld voor de tabaksindustrie, de wapenindustrie en zware chemiebedrijven (als Tata Steel en Chemours). Bregman noemt dat de ‘sin industry’. Als klant waren zij een brug te ver voor mij. Men keek op van mijn standpunt maar respecteerde het wel. Ik wilde echt goed worden in mijn vak maar had ook principes waarmee niet te sollen viel.
Ook liet ik weleens een goede baan achter mij omdat een van de partners in de adviesorganisatie een foute figuur was qua gedragingen jegens medewerkers. Nu noemen we dat grensoverschrijdend gedrag. Ik overhandigde de verbouwereerde man mijn ontslagbrief mèt toelichting en liep met opgeheven hoofd het kantoorpand uit. Zijn collega-partner, een oprechte kerel en goede consultant, probeerde mij nog te vermurwen. De belangrijkste klant van destijds probeerde dat ook nog. Tevergeefs. Dus ik ging weer op zoek naar een nieuwe werkgever (na het uitdienen van mijn opzegtermijn). Wel of niet je morele kompas hanteren, is dus van alle tijden. Bij de ene mens werkt dat ding nu eenmaal beter dan bij de andere. Daarop een appèl doen (zoals Bregman nu), vind ik wel een goede zaak.
Een van Bregmans persoonlijke helden die hij opvoert in zijn boek, is pionier Peter Thiel en dat verraste mij hogelijk. Deze Amerikaan is techondernemer-miljardair-durfkapitalist. Hij was mede-oprichter van Paypal (met Elon Musk) en is nu voorzitter van het spionagetechnologiebedrijf Palantir Technology. (Hebben we daar iets aan, als mensheid?) Thiel is homoseksueel en getrouwd met Matt Danzeisen. Tijdens de vorige verkiezingscampagne van Donald Trump was Thiel een van zijn grootste politieke donateurs. Hij steunde destijds ook andere Amerikaanse anti-abortuskandidaten. (Dat mag hij niet meer... van zijn echtgenoot!)
Dan kun je wel filantroop
zijn maar deze keuzen pleiten niet voor je, wat mij betreft. Diezelfde Thiel hanteert ideeën
over vrouwen die uit het Stenen Tijdperk stammen. In een essay uit 2009
stelde hij dat het fout ging met het libertarisme in de wereld nadat vrouwen
stemrecht kregen. Tja. Evenmin is hij fan van diversiteitsprogramma’s; die noemt hij
“kwaadaardig en dwaas”. Dus ambitieus is deze man zeker. Maar moreel niet bepaald hoogstaand, in mijn ogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten