Translate

maandag 15 juli 2024

Alleen al dat blauw

Af en aan rijdende grote  cementwagens op de bouwplaats tegenover, klussende achterburen en overburen, de snoeiende plantsoenendienst, een bladblazer, een buur die het terras schoonspuit met een hogedrukapparaat, een Spaans jochie dat zich drummer Phil Collins waant, gillende prinsjes en prinsesjes tijdens een spannend spel, jengelende (achter)kleinkinderen... Zie hier een dag uit het leven van een Hollandse aan de Spaanse Costa. Alles onder een stralende zomerzon, dat wel. Sommige vormen van deze overlast gaat door tot ver na middernacht. Gelukkig hebben we heel goede oordoppen. Wij noemen ze overigens ‘oorbellen’ om de toon luchtig te houden. Tja.   

Gisteren werd het summum bereikt in de aanloop naar de finale van Wimbledon (Alcaraz is een Murciaan, hij wordt hier liefkozend ‘Carlitos’ genoemd) en de EK Voetbalfinale van Spanje tegen Engeland. Er wapperde een spiksplinternieuwe Spaanse vlag bij de achterburen. Ze waren er klaar voor. Nooit eerder hoorde ik overdag zoveel geroezemoes in de straat. Onder elk Spaans dak waren tenminste twee -hier en daar zelfs vier- generaties aanwezig. Samen barbecuen, tv kijken en schreeuwen naar het toestel. Op het geluid van twee notoir luidruchtige Murciaanse families na, was dat tamelijk vrolijke herrie. 's Avonds was het een heuse heksenketel. Het werd een dubbele zegen voor mijn tweede vaderland. ¡Vamos!

Afgelopen weekend schoot in Frankrijk een oververhit geraakte buurman drie mensen dood die teveel herrie veroorzaakten tijdens een verjaardagsfeestje. Daarna doodde hij zichzelf. Dat is één manier. Wij ontsnappen aan deze geluidsoverlast door een verfrissende duik te nemen in de Middellandse Zee. Methode 2. De watertemperatuur ligt er inmiddels boven 25 graden Celsius.

Onlangs begon ik aan het boek ‘Demon Copperhead’ van Barbara Kingsolver. Het is een dikke literaire pil van bijna 600 bladzijden die zich goed leent als zomers leesplezier. Damon (!) wordt op een woensdag geboren in een stacaravan, als baby van een tienermoeder in Virginia die verslaafd is aan sigaretten, drank en drugs. ‘Woensdagkinderen rampspoedkinderen’. Het jochie zit nog in foetusverpakking bij zijn geboorte. ‘Je hebt één mazzeltje als je zo wordt geboren: de goddelijke belofte dat je nooit zult verdrinken. Je laatste adem zul je niet onder water uitblazen.’

De roodharige hoofdpersoon in het boek (ik-persoon) stelt dat hij niet weet of het hiermee te maken heeft maar hij had altijd al iets met water, met de oceaan. Veel kinderen willen elke soort en elk model dinosaurus herkennen. Hij niet. Voor hem waren het walvissen en haaien. Hij denkt vaker dan gemiddeld aan water, aan dobberen. ‘Alleen al aan de kleur blauw en hoe dat blauw voor vissen het hele verhaal is.’ Zelf ben ik blond (nou ja, was...) en werd op een dinsdag geboren maar ik voelde mij direct verbonden met de hoofdpersoon. 

Ik begrijp waarom Kingsolver (69) in 2023 de Women’s Prize for Fiction en de Pulitzer Prijs won met dit boek. Dat waren trouwens niet haar eerste literaire prijzen. Dit boek is een onthulling van het moderne Amerika, de opioïdencrisis en de scha(n)delijke behandeling van achtergestelde plattelandsgemeenschappen. De hoofdpersoon krijgt te maken met een boze stiefvader, zijn moeder die vroegtijdig overlijdt aan een overdosis oxycodon, krijgt te maken met belabberde pleegzorg en foute pleegouders, met kinderarbeid, uitbuiting op de arbeidsmarkt, verslaving en verlies. Hij is het prototype van een rampspoedkind. Hij zegt later in het boek: ‘Ik was getatoeëerd door de shitkant van het leven’. En: God heeft ons blijkbaar als pispaal van het universum geschapen’.

Net als wat Charles Dickens deed met ‘David Copperfield’ schreef Kingsolver haar boek als protest tegen de verwoestende gevolgen van armoede voor kinderen. Ondanks die harde werkelijkheid is dit een indrukwekkend en meeslepend boek. 

Recent zagen we in Huize Barefoot de Netflix-film ‘Under Paris’. Ik vond het vooral een vermakelijke productie. Mijn liefje beet op een nagel of twee vanwege de spanning en de actie maar ik moest lachen om al die beelden. Honderden haaien vermenigvuldigden zich in het geniep in de verborgen krochten van Parijs om vervolgens zwemmers aan te vallen tijdens een wedstrijd in de Seine. De rivierpolitie had het nakijken en menige zwemmer kon het niet navertellen. Deze killer shark film is geen Spielberg klassieker als ‘Jaws’ en heeft evenmin een happy end.  

Vriendin Bernadette gaat daar binnenkort de Olympische Spelen meebeleven maar zij is zelf niet van plan in de rivier te springen, al is zij -net als ik- een liefhebber van zwemmen en snorkelen. Ze heeft al wel een kaartje voor het bijwonen van de openwater marathon (10km) in de Seine, als ik mij niet vergis. De Nederlandse Sharon van Rouwendaal (1993) is grote kanshebster om te winnen op deze afstand. Tijdens de Olympische Spelen van Tokyo werd ze tweede, in 2022 werd zij wereldkampioene. Als de -voorheen zeer vervuilde- Seine dat toelaat. 

Er kwam recent groen licht na de laatste watertests. Er is nog geen 100% score maar elf van de twaalf testuitslagen waren schoon genoeg om de wedstrijden te organiseren. Zwemwedstrijden in de Seine houden, was de belangrijkste reden waarom Parijs de Olympische Spelen kreeg toegekend. Daarna werd door het bestuur 1,4 miljard euro geïnvesteerd in het zuiveren van de rivier die dwars door de stad loopt. De burgemeesteres van Parijs (Anne Hidalgo) sprong vorige week in de rivier om het bewijs van de veiligheid van het zwemwater te leveren. Ze overleefde het en ademt nog steeds, naar verluidt. De minister van Sport sprong een dag later in de rivier. Macron zegde het ook toe maar die laat een duik waarschijnlijk (graag) aan zich voorbij gaan. Critici vragen zich af of de waterkwaliteit goed blijft als er veel regen valt tijdens de Spelen. Dan stijgt het rioolwater (inclusief ontlasting) en spoelt het de Seine in.  

Dat is een goede brug naar een ander sportevenement. We waren laatst op de afdeling Oncologie voor mijn liefje's jaarlijkse controle. We hadden tamelijk vroege afspraken dus de wekker werd gezet. Het ziekenhuis is bezig om (steeds) verder te automatiseren maar dat gaat regelmatig met flinke hobbels gepaard. Er komen tig mails, SMSen en andere berichten binnen voordat de afspraak plaatsvindt. In het ziekenhuis staan nu zuilen om de aanwezigheid te melden. Zij stopte haar Spaanse ID-kaart in zo'n machine en er rolden drie tickets uit. 

Zij moest eerst een bloedtest ondergaan en daarna werd een kraantje in haar arm geplaatst voor het infuus voor de CT-scan van die dag. Dit is een scan van het hele lichaam, behalve het hoofd. Het eerste ticket meldde dat ze zich moest vervoegen op de begane grond. Dus we gingen naar de afdeling bloedextractie die daar zit. Na ruim een kwartier was zij nog niet aan de beurt maar laterkomers wel. Er klopte iets niet. Zelfs de verpleegster die ik ernaar vroeg wist niet waar we dan wel naartoe moesten. In hun systeem voor bloedafname stond ze niet. In dit ziekenhuis wordt continu van alles veranderd en niet elke verandering pakt goed uit. 

We bleken ‘gewoon’ rechtstreeks naar de kankerafdeling te moeten, op de tweede verdieping (niet op de begane grond). Daar werd het 3-wegkraantje geplaatst waarmee later de licht radio-actieve stof wordt ingespoten als zij op de tafel van de CT-scanner ligt. Inmiddels liepen we ruim een uur achter op schema. Daarna mocht ze eindelijk ontbijten. 

Vervolgens maakten we ons op om naar het consult met de oncoloog te gaan. Dokter Brugarolas weet van geen ophouden. Hij is inmiddels bijna 80 jaar en gaat onverschrokken door met het onderzoeken en adviseren van zijn patiënten. Die zijn zijn levensvervulling, zo lijkt het. Hij heeft altijd tijd, aandacht en veel te melden. We zien op deze afdeling elk jaar bekende maar ook onbekende gezichten. Deze keer was daarop geen uitzondering. Er was onder andere een Spaanse dochter met haar moeder die zat te haken terwijl pa chemotherapie onderging. Ik vroeg wat ze maakte. Een bikini voor haar schoondochter. Een klein, olijfgroen lapje. Zij zei dat wij, oudere vrouwen, geen bovenstuk nodig hebben -zij greep naar een van haar borsten- maar de jongere, preutse generatie kennelijk wel. Het was herkenbaar. Alle aanwezige vrouwen moesten erom lachen. Aan de ene kant is dit een afdeling van hoop (op beterschap), aan de andere kant moet je de ellende van ernstig ziek zijn er onder ogen zien. Dat laatste went nooit... 

Maar daarop doelde ik niet met mijn bruggetje. Mijn liefje sprak met de oncoloog onder andere over haar instabiliteit. Haar benen doen soms raar. Hoe dan? Hij maakte aantekeningen. De chemotherapie van destijds deed wat die moest doen maar maakte ook veel kapot; onder andere aan de benenwagen. Lopen doet ze dagelijks met plezier maar dat gaat niet altijd goed. Soms raakt ze uit evenwicht, struikelt ze, af en toe eindigt ze op haar snuffer. De dagen erna kleurt ze bont en blauw. Zij is weliswaar op een woensdag geboren maar voelt zich geen rampspoedkind.  

Toen ze zei dat ze ook nog dagelijks fietst, luisterde de arts aandachtig. Hoeveel afstand leg je dan af? Ze dacht even na. Ongeveer twee kilometers? (Naar de zee, alleen al dat blauw!) Over een weg van de nulde categorie. Hij noteerde niks. Zij kwalificeert zich niet voor dé Tour-vrouw van deze sportzomer, dat is zeker. We moesten er achteraf om grinniken. Wel werd ze weer goedgekeurd voor een jaar.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten