Translate

dinsdag 17 september 2024

In Aragón

Je snapt het, neem ik aan... Er verscheen afgelopen week geen blog van onze reis terwijl ik mij nog zo had voorgenomen om te delen wat we allemaal zagen, deden en meemaakten in de (Pre-)Pyreneeën. Het was voldoende voor tenminste drie blogs maar de internetconnectie was op een aantal locaties in de autonome regio Aragón niet om over naar huis te schrijven. Ik mopperde regelmatig bij een receptionist(e). De boosdoener was het ‘internet rural’. Al het internetverkeer moest door de lucht -niet door glasvezelkabels- en als de cierzo (wind) dan ook nog hard blies, konden we het helemaal schudden. Daar kon Marigüena, de godin die volgens de Aragonese mythologie in deze bergen woont, niets aan verbeteren! 

Het was niet overal kommer en kwel op internetgebied. Op de laatste locaties van ons verblijf was de verbinding zelfs zeer goed maar toen was ik te druk met onderweg zijn. We legden tijdens deze reis ruim 2.100km af. Dat is ongeveer zoveel als van ons Spaanse honk naar Den Haag. Maar we bleven binnen de landsgrenzen. Spanje is zo'n groot land en de afstanden tussen bezienswaardigheden zijn dat dus ook. Laat ik beginnen met te verklaren dat we wel de bruine beer zagen maar niet de kraanvogels. Daar kom ik op terug in een volgende blog. 

Onze eerste stop op de route naar het Hoge Noorden maakten we voor een kopje koffie in bar El Cazador (de jager). Dat vond ik niet toevallig aangezien deze reis  grotendeels was opgedragen aan mijn liefje die ging verjaren. (Dat is iets anders dan verharen!)

We reden langs de kerncentrale van Cofrentes. Twee grote pijpen stootten stoom uit in een verder door groene pijnbomen bedekte vallei. Nog nooit reed ik zo dicht langs een kerncentrale. Deze is eigendom van Iberdrola, de grootste Spaanse energieleverancier, waar wij ook klant zijn. Dit is de grootste energiecentrale van Spanje, met een capaciteit van 1.092 Megawatt. Voor de goede verstaander: 1Mwe is 1 miljoen watt-uren aan electriciteit. In een van de voorgaande jaren werd hier 45% van alle benodigde energie in onze autonome regio Valencia opgewekt. Het is goed om te weten dat een kernenergiecentrale geen CO2 uitstoot. Zijn we toch groener dan gedacht (al is kernenergie niet hernieuwbaar). 

Wat een land en wat een regio! We reden over uitgestrekte vlakten, door zeer afwisselende landschappen, qua kleuren, grondsoorten en soorten landbouw. Er wordt daar wijn verbouwd, er staan talloze olijfgaarden en fruitboomgaarden, voorheen was het een mijnbouwgebied. En er is veel, heel veel historie. Overal vind je goed behouden middeleeuwse vestingen, forten, kastelen en dorpen. Er is ook recentere geschiedenis te vinden, zoals die van de Spaanse Burgeroorlog. 

Onze eerste overnachting was in een parador. Paradors zijn Spaanse staatshotels die doorgaans op erg mooie plekken staan en in fraaie historische gebouwen zijn gevestigd maar waar de klantenservice weleens te wensen overlaat. Deze was daarop geen uitzondering. 

De volgende dag hadden we een afspraak met een gids in het plaatsje Belchite. Daar vond in augustus/september 1937 een bloedige veldslag plaats tijdens de Spaanse Burgeroorlog. De Spaanse nationalisten van generaal Fransisco Franco bevochten de Republikeinen in dat dorp. Een strijd tussen twee legers en twee ideologieën. Er kwamen bijna 3.000 mensen om, 6.000 raakten gewond. Het stadje werd totaal verwoest. Men besloot het niet te herstellen maar het te laten zoals het was aan het einde van de slag (die het leger van Franco won). Als monument van de bloedige strijd. Dat was aanvankelijk het idee van Franco maar Belchite werd juist een bewijs van de menselijke dwaasheid van oorlog en de wreedheid van fascisme. De gids liet ons een klaagzang horen van een Spaanstalige Republikeinse zanger die de kathedraal tot het laatste moment verdedigde. Erg indrukwekkend. 

Daarna streken we neer in een fraai hotel tegenover Los Mallos de Riglos, een heel bijzondere rotspartij die 's avonds bij de ondergaande zon prachtig rood kleurt. Mensen wandelen, klimmen en parasailen er. Sommige van die steile rotswanden zijn wel 300 meter hoog. Wij keken er dagelijks naar op om vale gieren en andere roofvogels te spotten. Ook bezochten we het plaatsje zelf dat aan de voet van deze fameuze rotsen ligt. 

Vanuit hetzelfde hotel maakten we meerdere uitstapjes, onder andere naar het kasteel van Loarra (een kloosterburcht). Dit 1.000 jaar oude kasteel, gebouwd in opdracht van de vroegere koning van Pamplona, werd drie jaar geleden gekozen tot het mooiste van Spanje door de lezers van Lonely Planet España. De burcht ligt prachtig tegen een rotswand geplakt. Het verhaal gaat dat vijanden het kasteel bij minder goed weer niet konden onderscheiden van de rotswand. Dat is een van de redenen waarom het zo goed bewaard is gebleven. Het kasteel was achtergrond voor een van de film van Ridley Scott (Kingdom of Heaven). 

We bezochten musea, kerken en kathedralen, de historische plaatsen Jaca & Huesca en meer. Een van de leukste uitstapjes die we vanuit Riglos ondernamen, was een dagtrip naar Frankrijk. Toen we 's ochtends wegreden, wisten we niet welke avonturen we zouden beleven. Het begon goed: vijf grote roofvogels begeleidden de jarige op ooghoogte op de eerste kilometers noordwaarts. Beter zou zij ze deze reis niet gaan zien. 

Op de verjaardag van mijn liefje wilde ze koffie drinken in Frankrijk en zouden we gaan lunchen in een bijzonder restaurant in Canfranc, aan Spaanse zijde. Deel 1 lukte niet want de tunnel naar Frankrijk was afgesloten vanwege het noodweer in de voorgaande week. De weg ernaartoe was kapot gegaan door extreme regenbuien. Herstel gaat maanden duren. 80% van de toeristen, van de omzet moet men nu missen. De dichte tunnelbuis mocht onze pret niet drukken; de regenbui van die dag evenmin. Het was de enige keer tijdens deze week dat we onze regenjassen tevoorschijn haalden. 

We reserveerden de lunch in Canfranc, een kleine plaats met 500 inwoners hoog in de Pyreneeën. Het internationale treinstation is een prachtig pand met 365 ramen: eentje voor elke dag van het jaar. Het duurde vijf jaar om het te bouwen; de opening was in 1928. Generaal Franco liet de tunnels naar Frankrijk blokkeren om smokkel van mensen en goederen te voorkomen. 

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was Canfranc ook de plaats waar vervolgde joden uit Frankrijk hun vrijheid zochten aan neutrale Spaanse zijde. Hun verblijfspapieren ontvingen ze (wel of niet) in dit station. In 1940 ontmoetten Franco & Hitler elkaar op deze plek. De Duitsers zagen wel brood in die plaats dus ze bezetten Canfranc. Ze gebruikten de grensovergang om geplunderd goud uit de bezette landen in Europa de grens over te smokkelen. Het goud had Lissabon als bestemming. Van daaruit werd het naar Zuid-Amerika vervoerd. De fluit voor het vertrek van de laatste trein uit station Canfranc klonk in 1970. Daarna raakte het in verval.

Datzelfde station werd recent omgetoverd tot een 5-sterrenhotel met een restaurant dat inmiddels twee Michelinsterren heeft. We dronken er bubbels en toosten op haar welzijn. We aten er heerlijk. 

Op de terugweg moesten we tanken. Mijn liefje stapte uit om dat te doen maar haar portier zwaaide door een enorme kracht uit haar hand. Zelf werd zij tegen het portier gegooid. Gelukkig bleef ze overeind. De vallei waarin het tankstation ligt, was veranderd in een soort extreme windtunnel! Zij moest van de tankmanager naar binnen, hij zou buiten de rest doen. Het portier bleek door de kracht uit het lood te zijn geraakt. (Een bezoek aan een gespecialiseerde garage staat op het programma.) 

Het bijgewerkte fotoalbum vind je in de rechterkolom. Er komt nog een beschrijving van anderssoortige uitstapjes achteraan in een volgende blog. Onder andere over een tour met gids Julian naar de gletsjer en de zonsondergang op Monte Perdido, de vondst van edelweiss op bijna 2.200m hoogte (in shorts), een ontmoeting met een lammergier en een beer. 

Wordt vervolgd.


zondag 8 september 2024

Haastige spoed…

De overgang van de zomer naar het najaar gaat hier altijd gepaard met spektakel in het weer. Die beroering wordt door de Spaanse KNMI (AEMET) aangeduid als een ‘DANA’, Depresión Aislada en Niveles Altos. Het gaat over geïsoleerde depressies in de hoge luchtlagen die enorme hoeveelheden neerslag over het land uitstorten. We krijgen dan te maken met zeer heftige regenbuien, vaak met onweer. De hemel opent zich en de wereld lijkt te vergaan. Het is in deze tijd van het jaar een veelvoorkomend atmosferisch fenomeen.

Wij kregen recent zo’n gigabui op ons dak: in minder dan een uur tijd viel er 43mm water. Dat is ongeveer de helft van de hoeveelheid regenwater die hier in de voorafgaande acht maanden viel. Doorgaans weet de weervrouw precies wanneer dat gaat gebeuren maar deze keer liet ze zich verrassen. Het was wel voorspeld voor de omgeving maar niet voor ons. 

We lagen in bed toen ik hoorde dat zich buiten een stortregen ontwikkelde. Die hield aan, stopte, begon weer en zette verder aan. Op enig moment hoorde ik een harde tik. Dat beloofde niet veel goeds... Ik liep naar beneden om de boel te inspecteren. Ook de patio bij de eetkamer aan de achterkant van ons huis. Het zonnescherm dat we daar permanent hebben hangen om de zomerse hitte wat te temperen, was losgeschoten. Het zeil hing nog aan drie punten aan de gevel. Ik liet het zo, zou het in de ochtend wel van dichtbij gaan bekijken.

Die ochtend bleken vier schroeven met plugs compleet uit de muur te zijn gerukt. Als ik dat bevestigingspunt (een van de vier) zelf aan de wand zou hebben geplaatst, zou dat tot minder verbazing hebben geleid. Maar dit niet eens zo grote scherm was enkele maanden eerder opgehangen door onze superhandige en goed uitgeruste Deense buurman Jan. Degelijk geboord, met de juiste schroeven en pluggen. Het regenwater in dat scherm had in korte tijd dermate veel gewicht vergaard dat de constructie eronder bezweek. Maar het kan altijd erger. Auto’s dreven in sommige buurgemeenten weer door de straten, modderstromen lieten een spoor achter in woonwijken.   

De regelmatige lezer weet dat er bij ons pal voor de deur op een braakliggend stukje een bouwsite werd ingericht. Daar worden nu driftig vier huizen neergezet. Het is (bijna) onnavolgbaar zo snel als de bouw gaat! Overbuurman Guillermo uit Madrid constateerde droogjes dat ‘ze’ -de bouwvakkers en hun baas Vicente- haast hebben. Haast om hun geld te innen. Het cement krijgt nauwelijks tijd om te drogen. 

De geraamtes van vier huizen staan er; twee losstaande op de hoeken en twee onder één kap in het midden. Ze staan zo dicht naast elkaar dat de meeste bouwvakkers van het ene naar het andere pand overspringen. Elk huis heeft inmiddels drie verdiepingen: begane grond, eerste verdieping, solarium. Het totale leefoppervlak per huis is 103m2. Dat komt neer op circa 35m2 per woonlaag. De begane grond zal worden ingedeeld met keuken-eetkamer-zitkamer, 1 slaapkamer en 1 badkamer. Op de eerste verdieping komen twee  slaapkamers en een badkamer. Het solarium is een ruimte in de openlucht. 

Er zijn inmiddels twee bouwvakkers die de buitenmuren op de begane grond van het eerste huis metselden. Buurman Pepe stond laatst buiten zijn eigen poort toen wij langsreden. Als naaste buur van huis 1 voelt hij het gedreun en gebonk door zijn vloer heen. Hij vond het op de begane grond ‘feo’ (lelijk). De ingang van het huis zit aan een smalle zijkant. Ik beaamde dat: nogal donker en hokkerig. Hij was onlangs tot de conclusie gekomen, een conclusie die ik al weken geleden trok, dat de huizen met hun ‘culo’ (kont) naar de straat staan... Alsof ze mierda aan ons, buren, hebben. Hij maakte een handgebaar naar zijn achterste en moest er zelf ietwat besmuikt om lachen.  

Alle façades van de nieuwe huizen staat inderdaad gericht naar de achterkant van het grondstuk, niet naar de straat. Hun uitzicht zal daardoor niet al te fraai zijn. Aan de gevels van de huizen van de achterburen waarop zij uitkijken, hangen grote Britse satellietschotels, veel buiten-units van airco’s en hier en daar regas (tralies) voor een raam. Nogal een verschil met de getekende artist impression! Sommige mensen laten zich met open ogen neppen... 

Ik deel Pepe’s oordeel: het is niet fraai wat daar wordt gedaan. Er wordt weinig gebouwd voor het vele geld dat de nieuwe -overwegend buitenlandse- eigenaren van deze huizen betalen. De huidige verkoopprijzen zijn veel te hoog voor de gemiddelde Spanjaard. De Spaanse minister van Volkshuisvesting, Isabel Rodríguez, wil voorrang verlenen aan huurwoningen boven huizen of appartementen voor buitenlanders maar daar zie ik momenteel onvoldoende bewijs van in de eigen woonomgeving.

Oude tijden herleven in dit deel van Spanje (en elders). Ik praat niet over nostalgie. Op een klein stukje Orihuela Costa telden we laatst tenminste tien bouwkranen. Er is weer sprake van een bouwexplosie zoals we die beleefden in de aanloop naar de wereldwijde financiële crisis van 2008. Gemeenten ruiken geld... 

Zelf krijgen wij geen cementen ‘kont’ pal voor onze neus. Als het overbuurhuis is afgebouwd, kunnen we nog steeds ruim tussen het huis van Guillermo & María Victória en het nieuwe pand doorkijken. Er loopt een strook (patio) langs het huis waar de auto kan worden geparkeerd. Dat pad voert naar het achterop gelegen zwembad met terras. De bloeiende jacaranda van een straat verderop zal dus niet uit ons zicht verdwijnen. Die vrije strook pakt ook goed uit tijdens de wintermaanden, wanneer de zon niet hoog klimt. Die kan dan nog steeds de buitenkerstboom en ons winterzitje aan de voorzijde van ons huis beschijnen. Al zullen de directe winterzonuurtjes minder worden. 

Een mens zou liever verschoond blijven van dit soort veranderingen want dat komt nooit aan iedereen ten goede. Maar zo gaat het niet in de wereld, het leven is vaak oneerlijk. Noord-Europese buitenlanders willen hier nu eenmaal, net als wij, af en toe of permanent vertoeven op een zonnige plek. Om kou en grijze dagen te ontlopen en te genieten van het Mediterrane leven. Vrije ruimten worden zo wel steeds schaarser. Voordat de oplevering plaatsvindt, krijgen we nog veel bouwlawaai en ander ongerief voor de kiezen maar vóór april 2025 moeten de klus zijn geklaard. We kijken nu al zeer uit naar dat moment.

Het wekelijkse dieptepunt qua geluidsoverlast vindt op vrijdagochtend plaats, om 07:00 uur. Dan komt de poepzuiger langs die de mobiele toiletcabine leegt en reinigt. Met oorverdovend lawaai. Arme chauffeur van het karretje. Had hij maar beter opgelet op school! Arme Guillermo, de Spaanse overbuur die dagelijks nachtbraakt. Hij gaat pas rond een uur of 2 's nachts naar bed. De te reinigen DIXI staat pal naast zijn slaapkamer. Zij keren vandaag terug naar Madrid.

De wildplasser op de bouw, met wie ik eerder in aanvaring kwam (zie mijn blog Ze zijn begonnen!), komt af en toe langs. Dat is een bully van een kerel die niet alleen onbeschoft was jegens mij maar ook tegen de bouwvakkers uit Zuid-Amerika die werken als metselaars. Hij heeft niet alleen een slecht karakter maar ook een rotstem die je boven alles en iedereen uithoort. Ik kan zijn conversatie dan ook helaas letterlijk volgen. Soms schreeuwt hij zijn instructies aan hen door het raam van zijn auto. Ongegeneerd. De Spaanse bouwvakkers gaan doorgaans om 18:00 uur naar huis, deze arbeidsmigranten verlaten de site veelal rond 19:00 uur. En waarschijnlijk nog voor minder salaris ook, vrees ik.  

Er zijn Spanjaarden die discrimineren. Bij sommigen lijkt het diepgeworteld racisme te zijn. De Spaanse extreem-rechtse partij Vox spint er goed garen bij. Van dat racisme wist ik al door onze Surinaamse buren Beppie & Glenn en onze Indonesische vriendin Simone. Die ervaren het soms aan den lijve. Ik vind het een naar gegeven dat men hier neerkijkt op medemensen van kleur. (Het gebeurt op veel plekken in de verwende Westerse wereld.) In een Nederlands boek over land, cultuur en bevolking van Spanje las ik dat Spanjaarden zich arrogant kunnen gedragen. Neerkijken op anderen is daar wellicht onderdeel van. Komt dat door het feit dat hun land vroeger een wereldmacht was? Voelen ze zich daardoor meerderwaardig aan anderen? 

Een Spanjaard gooide mij ooit voor de voeten dat ik ‘maar terug moest naar mijn land’ toen ik mij kritisch uitliet over zijn asociale gedrag in de publieke ruimte. Dat overkomt mij steeds minder nu ik een behoorlijk bekkie Spaans terugpraat. (Zelfs schelden in die taal heeft geen geheimen meer voor mij. Of dat nu het toppunt van inburgering is? Tja.) Maar discriminatie op basis van huidskleur vind ik van een andere orde. Daar heb ik geen goed woord voor over, daartegen zal ik mij ook blijven uitspreken. Er zijn echter meer aardige Spanjaarden dan rotzakken in dit land. Volgende week hopen we weer een paar nieuwe te ontmoeten. 

We gaan even op pad om de verjaardag van mijn liefje te vieren. Dat gaan we doen in de autonome regio Aragón (Pré-Pyreneeën), een streek die we nog niet goed kennen. Daar was het afgelopen week verschrikkelijk noodweer (stortregens, hagelbuien, modderstromen en aardverschuivingen) vanwege DANA. Wellicht dat er langs het Ebro-bassin nog steeds wegen zijn afgesloten. We gaan het zien.  

Op haar verjaardag wil ze koffie drinken in Frankrijk en lunchen in een spectaculair treinstation waar Franco en Hitler elkaar ooit ontmoetten. Als het gaat zoals gepland, gaan we tevens de Chinese Muur van Spanje zien, een dorpje bezoeken waar de tijd stilstaat sinds de Spaanse Burgeroorlog (met officiële rondleiding) en migrerende kraanvogels spotten in een Aragonese lagune. Er is daar een bruine beer gespot in de bergen; die deed zich tegoed aan schapen. Misschien komen we die wel tegen? De laptop gaat mee dus er komt nog wel een blog (als we niet worden verorberd). Zo maak ik je graag deelgenoot van onze avonturen en bevindingen in Aragón. ¡Hasta luego!

P.S. dit filmpje is vervaardigd met Luma Dream Machine, een AI model dat je aan de hand van een tekst opdracht kunt geven een korte video te maken. Die van mij was duidelijk.  

dinsdag 3 september 2024

Getatoeerde ui

Kijk jij al? Als je het niet doet, mis je echt iets! We boffen als kijkers van de 16de jaargang van Masterchef Australia. Dit is mijn favoriete kookprogramma op tv dat van Down Under jaren geleden overwaaide naar Nederland en daar fanatieke fans als muzelluf trof. Vanaf de allereerste uitzending kijk ik, jaar na jaar. Voor het eerst kijk ik nu via NLZiet. Het leuke daarvan is, is dat je een gemiste uitzending nog dezelfde dag of later kunt terugzien.   

We hebben dit seizoen te maken met een bijna geheel vernieuwde jury en 22 amateurkoks die met elkaar onder andere strijden om de eer, een aanzienlijke geldprijs (250.000 Ozzie dollars) en een culinaire carrière. Jamie Oliver is de eerste chef op uitnodiging die de kandidaten bijstaat en tijdelijk onderdeel is van de jury. Een jury die bestaat uit ouwe-vertrouwen Andy Allen en Poh Ling Yeow met twee nieuwe panelleden. De Franse chefkok Jean-Christophe Novelli is uiterst charmant maar hij valt als gesofisticeerde Europeaan wel een beetje uit de toon bij de Ozzies. Al past hij zich snel aan. Toen kandidate Sumeet -met Indiase roots- een heerlijke tandoori-garnalenspies maakte, vroeg hij of hij mocht komen samenwonen met haar. Haar antwoord was dat ze niet zeker weet wat haar echtgenoot daarvan vindt... De stemming zit er dus al goed in!   

We boffen als kijker vooral met de enthousiaste kandidaten die dit jaar zijn geselecteerd. Een leuke mix van jong en oud, met uiteenlopende achtergronden. Ik denk dat Australië de grootste smeltkroes van de Westerse wereld is. De staten New South Wales en Queensland zijn hofleveranciers van het kooktalent. Ik vind het ook leuk dat een van de kandidaten uit Tasmanië komt; het gaat om slager Josh Perry. Dat ‘aanhangsel’ Down Under bezochten we in 2016 enkele weken in een kampeerwagen; deels in gezelschap van vriendin Bernadette die eveneens een grote Masterchef Australia-fan is. 

Er is dit seizoen slechts één immuniteitsspeld te winnen en dat gebeurde al tijdens de eerste kookopdracht in de eerste week. De speld werd gewonnen door de 28-jarige Nat Thaipun die in het dagelijkse leven barista is in de staat Victoria. Ze is van 100% Thaise ouders maar zelf is ze geboren in Australië. Het is een vrouw met indrukwekkende tatoeages ‘up her sleeve’. Telkens als ze ergens naartoe reisde, liet ze een tattoo zetten. Zo verzamelde ze er meer dan 90 op haar hele lichaam. Een groot deel van die tatoeages liet ze zetten in Nieuw-Zeeland waar deze lichaamsbeschilderingen vast onderdeel zijn van de Maori-cultuur. Zelf verklaart ze de interesse hiervoor uit de verbintenis die ze voelt met haar Thaise voorouders. Daar is een tatoeage eveneens een eeuwenoude expressie van hun cultuur. 

Nat won de belangrijke speld met Kangaroo Larb, een pittig Aziatisch gerecht met blokjes kangoeroevlees. Het was kennelijk niet alleen waanzinnig lekker, het zag er ook prachtig uit, met een soja-ingelegde eierdooier, gepickelde komkommer en eetbare bloemen ter decoratie. Het was een alternatief voor steak tartare, een favoriet gerecht van mijn liefje; om in een restaurant te bestellen en in het thuisrestaurant van Huize Barefoot zelf te bereiden. Het is een van haar signature dishes.    

Er bleek op internet enige ophef te zijn ontstaan na deze uitslag. Australische kijkers vroegen zich af of een gerecht dat rauw (ongekookt) is wel kan winnen in een kookprogramma. Dat vind ik gezever van de bovenste plank! Dan kun je bijna geen salade bereiden in een poging een opdracht te winnen. En dat terwijl het gerecht goed in elkaar stak en vooral heel lekker werd gevonden. Uit ervaring weet ik dat je nogal wat moet doen met kangoeroevlees voordat je het rauw kunt eten, laat staan dat je het ver-ruk-kul-luk noemt. Daar komt veel kooktalent aan te pas. Tja. 

Het niveau van koken was in de eerste week van dit seizoen al veel hoger dan in de twee voorgaande seizoenen in de finale. Ik denk dat de programmamakers hun lesje hebben geleerd; veel kijkers haakten af of mopperden. Er valt nu dan ook weer veel te genieten en te leren. Momenteel heb ik zelf niet veel zin om te koken. Ik ben mijn goesting even kwijt. Ik heb wel trek (geen eetlust) maar geen zin. Ik weet waardoor dat komt maar niet alle details ga ik hier delen. Dit wil ik hierover wel kwijt: het is nog tamelijk warm in de keuken. Voorts zijn de gerechten die ik zelf het liefst eet, niet per se de gerechten die mijn liefje prefereert. Zij wil wel koken in mijn plaats maar haar gerechten zijn niet de gerechten die ik dagelijks wenst te eten. En zo modderen we aan. 

Een paar van de leukste verhalen die ik tot nu toe hoorde in het programma, zijn ondere andere die van Stephen Dennis uit Queensland. Deze Stevie of Stevo (iemand een bijnaam geven is gewoonte in Australië) is als 62-jarige de oudste kandidaat. Hij is in het dagelijkse leven tourgids. Daar valt veel te zien, weet ik uit eigen ervaring. Ik vond het een van de meest authentieke staten van dit grote land.  

Kokend om zo uit de eerste afvalrace te blijven, maakte hij een gateaux à la Women’s Weekly. Een chique macademiataart met schuimlagen. Als jochie ontving hij van zijn moeder een kookboek van de Australische Women’s Weekly. Destijds kregen veel gerechten een Franse aanduiding. Hij is op zich geen taartenman maar wilde graag laten zien waartoe hij in staat is. Die zelfverzekerdheid zie ik ook bij andere kandidaten en dat is interessant, gezien de prille fase van de competitie. 

Juryleden Poh en Jean-Cristophe gaven hun eerste Masterclass. Poh bereidde een prachtig dessert met pistachenoten, JC bereidde biefstuk op een bed van polenta met blauwe kaassaus. (Het klinkt wellicht niet zo maar het was een prachtig gerecht.) De ene deed het met vaste basisingrediënten (bloem, boter, melk, etc.) plus 1 extra te kiezen ingrediënt en 90 minuten bereidingstijd, de andere met maximaal 20 ingrediënten en de helft van de tijd.

De kandidaten konden kiezen uit deze twee scenario’s. De sympathieke 40-jarige Snezana Calic uit Victoria heeft Kroatische roots. Als kind deed ze ervaring op met de Meditterane keuken en na een verhuizing naar Servië met steviger gerechten. In 2009 verhuisde ze met haar familie naar Australië. Zij koos voor scenario 2 en voor de nederige maar veelzijdige ui. Ze maakte tortellini met ricotta en gekarameliseerde ui, gepickelde ui, uienbouillon en uiencompote. Als ze deze wedstrijd zou winnen, zou ze een tatoeage van een ui op haar arm laten zetten. Dat vond ik een blogtitel waard! (Ze won niet.) 

Steve Dennis koos eveneens voor scenario 2 met macademianoten als hoofdingrediënt. Daar staat dan een stoere vent aan het fornuis met een rode kop en een leesbril op zijn neus, een krokodillentand aan een ketting om zijn nek een deftige vrouwentaart te bakken. Zie je het voor je? 

Hij vertelde bij die gelegenheid dat hij was geselecteerd voor de allereerste jaargang van Masterchef Australia in 2009. Hetzelfde seizoen waarin Poh Ling Yeow, nu jurylid, tweede werd en Julie Goodwin won. (Ten onrechte, wat mij betreft maar hey-ho...) Er brak destijds in Queensland dermate heftig noodweer uit waardoor wegen werden verspert en hij niet naar Melbourne kon vliegen voor het programma. Nu, zoveel jaren later, doet hij alsnog mee. Hoe mooi is dat?! Stevo won deze uitdaging niet. 

De 30-jarige Savindri Perera -met Sri Lankaanse roots- uit South Australia deed dat wel. Ze bereidde een ceviche van pijlstaartinktvis, mango, chili, gezoete kokosnootmelk en curryblademulsie, met zelfgebakken chips om het gerecht mee op te lepelen. Het zag er prachtig uit, het water liep mij in de mond. Ook dit gerecht zou niet misstaan in de finale. Dit zou ik wel een keertje willen namaken. Het begint weer iets te kriebelen... De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

De eerste kandidaat is al naar huis gestuurd. Dat sneue lot trof de 38-jarige James uit West-Australia. Hij, lagereschoolmeester, mag weer voor de klas gaan staan. Zijn gegrilde -met feta en groenten gevulde- pijlstaartinktvis was niet goed genoeg. Beter gezegd: de vis was niet gaar. Saillant detail is dat ik dat gerecht ruim 35 jaar geleden als eerste voor mijn liefje bereidde tijdens onze destijds prille liefde. Dat gerecht overleefde het toen ook bijna niet... (Zij vond het niet lekker.) Ik heb het nooit meer bereid, voor wie dan ook. 

Dit programma boeit weer, na een dip van een jaar of twee. Zelf heb ik nog geen favoriet maar de verrichtingen en gerechten van Nat, Sav en Sumeet maken mij enthousiast. Girl Power! Ik weet nu bijvoorbeeld hoe je met schalen een tandoor-rookoventje kunt nabootsen op zijn Europees. Dat vind ik al heel wat na een week kijken. Masterchef Australia 2024 is dagelijks te zien op NET5 om 19:30 uur.