Translate

vrijdag 31 januari 2025

Verhalenvertellers

De VPRO zond in de afgelopen weken op zondagavond de documentaire ‘Stem van Colombia’ uit. Dat was een vierdelige serie die werd gemaakt door Stef Biemans en Barbara Smit. Biemans maakte jaren geleden het mooie programma ‘Brieven aan Stef’ waarover ik blogde. Hij ontving daarvoor de prestigieuze Zilveren Nipkowschijf. Biemans werd gedwongen uit Nicaragua te vluchten met vrouw & kids vanwege de politieke situatie en het geweld. Het gezin streek destijds neer in Andalusië. Om zijn nieuwe vaderland en hun inwoners beter te leren kennen, schreef hij brieven aan lokalo’s. 

Deze documentaire ging over het geweld dat al jarenlang heerst in een ander Zuid-Amerikaans land: Colombia. De ellende begon daar in de jaren '50 van de vorige eeuw, daarna brak een burgeroorlog uit. Die duurde voort tot aan het Duque-regime (2022). Het was een conflict tussen de regering, rechtse paramilitairen, linkse guerrillagroepen en misdaadsyndicaten. Daarbij speelde drugs een grote rol. Wie de cocaplantages in handen had, was verzekerd van middelen om wapens te kopen voor de strijd. FARC (Revolutionaire Strijdkrachten), waarvan de Nederlandse guerrillastrijdster Tanja Niemeijer deel uitmaakte, ontwapende zich na de vredesgesprekken van 2017. ELN (Nationaal Bevrijdingsleger) bleef strijden. 

Smit, die als voormalig researcher voor het eerst vóór de camera stond, liet zich vergezellen door een houten pop (‘De stem’) die functioneerde als een soort leitmotiv. Deze draadpop (marionet) becommentarieerde wat er voorheen gebeurde op de plekken die ze bezochten en gaf reacties op haar gesprekken. In tv-land noemen ze dit waarschijnlijk ‘een sidekick’. Hij werd voortdurend omgekleed om bij de scene aan te sluiten. Samen reisden ze door het land en brachten zowel de pijn als de veerkracht van de Colombianen in beeld. 

Dit land sleept dus een lange geschiedenis van geweld met zich mee. Wat ik extra pijnlijk vond, is dat een van de overgebleven guerrillagroepen, ELN met dissidenten van de FARC, zich tijdens het verloop van deze documentaire schuldig maakte aan een nieuwe geweldsuitbarsting in het noordoosten van Colombia; het gedeelte dat aan het -eveneens getroubleerde- Venezuela grenst. Daarbij kwamen tenminste 80 personen om, waaronder onschuldige mensen. Meer dan 40.000 bewoners van die regio ontvluchtten het gebied, op zoek naar veiligheid. De huidige (linkse) regering van Gustavo Petro stuurde 5.000 soldaten naar het gebied om de rust te herstellen. Ondanks een wankel pact gaat het geweld door. Het is goed dat Smit een verhaal vertelt dat eigenlijk niemand wil horen. 

Toen mijn liefje en ik aan vrienden vertelden dat we plannen hadden om naar Colombia af te reizen, maakte een aantal van hen zich zorgen. Dat weerhield ons niet. Winter 2023 vlogen we naar miljoenenstad Bogotá. Gelukkig maakten we tijdens ons verblijf geen enkele vorm van geweld mee. We doorkruisten een deel van het zuiden met privé-chauffeurs die ons vertelden over het geweld dat daar voorheen plaatsvond tussen strijdkrachten onderling en tegen de regering. Een specifiek traject dat we bereisden, zouden we voorheen als buitenlandse toeristen niet hebben kunnen afleggen vanwege gevaar voor ontvoering. Guerrillagroepen gebruikten dat middel om losgeld te verkrijgen voor hun strijd. Ik zie mij nog staan bij de hoge brug waar politieke tegenstanders over de reling zouden zijn gegooid... 

Alhoewel onze reis anders verliep dan we voorheen dachten (en hoopten), was het een goede kennismaking met een groot en mooi land, zeker qua natuur en cultuur. De infrastructuur was echter belabberd. We kwamen bijna niet vooruit in ons reisschema en de auto’s waarmee we reisden, lieten regelmatig te wensen over. (Met eigen vervoer gaan, was geen optie vanwege de geschiedenis van het land.) Over de chauffeurs met wie we reisden, niets dan lof. Dat waren competente en aardige kerels. De Colombianen zijn sowieso heel vriendelijk in de omgang en zeer gastvrij.  

Vorig weekend was de laatste uitzending. Die was gewijd aan de rivier Cauca die getuige was van veel geweld. Barbara Smit ontmoette een vrouw die jarenlang dode lichamen, slachtoffers van het geweld, uit het water viste. Als getuige van zoveel leed kreeg de rivier de wettelijke status van slachtoffer (en rechtspersoon). Deze rivier vertelde een gruwelijk verhaal. Wij zagen deze rivier van heel dichtbij toen we verbleven in de stad Popayán (UNESCO-Werelderfgoed) in de Andes-regio. We maakten een excursie naar natuurpark ‘Puracé Cauca’ dat in beheer is van de oorspronkelijke bewoners van dat gebied. Daar zagen we condors in het wild.   

De meeste reizen door Colombia beginnen in Bogotá. Deze hoofdstad kun je niet bezoeken zonder door een aantal bijzondere wijken te wandelen. Met je ogen wagenwijd open, kijkend naar straatkunst die daar in overvloed is te bewonderen. Zuid-Amerika barst van de steengoede straatkunstenaars en kunstwerken. Die creatieve expressie hoort bij dat continent als 'De stem' bij Barbara. Ook muren vertellen soms bijzondere verhalen. Het is een van de redenen dat ik er graag rondreis. 

Tot en met vandaag kan op de beste muurschildering ter wereld van 2024 worden gestemd. Er zitten twee genomineerden bij uit Colombia. De ene van een vrolijk zwemmende otter (blog header) en de andere van twee kameleons. Ik vind ze knap gemaakt maar ik denk niet dat ze hoge ogen zullen gooien in deze wedstrijd. De concurrentie is moordend dit jaar... 

Er zijn wederom drie categorieën waaruit moet worden gekozen: best mural in the world, artist choice en expert spotlight. In de eerste categorie stemt het grote publiek op wie zij het best vindt. In de tweede categorie gaan internationaal bekende straatkunstenaars uiteindelijk het werk kiezen van een collega; de Nederlandse JdL (Judith de Leeuw) is een van de juryleden. In de derde categorie gaat de mening van internationale experts de doorslag geven. 

Mijn stem ging naar (1) ‘Cameleones’ van de Spanjaard JM Brea omdat ik de kleuren prachtig vind en de muurschildering goed opgaat in de omgeving. De twee reptielen gaan op in het berglandschap. Het is een eerbetoon aan biodiversiteit. (2) Naar ‘Home’ van de Canadese Megan Oldhues (Toronto) omdat het een fraai rustpunt is in een tamelijk lelijke omgeving en hectische wereld en de geportretteerde een lezende vrouw is. Oldhues specialiseert zich in figuratieve kunst. (3) Naar de grote muurschildering ‘Echos of Harmony’ van de Nederlandse Studio Giftig. Je ziet twee musicerende personen innig verstrengeld; een straatmuzikant en een concertvioliste. Twee werelden die samenkomen. Het benadrukt de verbindende rol van muziek en hangt aan de muur naast de artiesteningang van Muziekgebouw Eindhoven. Het is niet uit chauvinisme dat ik voor hen kies. De muziek klinkt door de bakstenen heen! Dit kunstenaarscollectief won vorig jaar met een betekenisvol kunstwerk. 

Mijn bonus van deze verkiezing komt uit Rome en is van de Italiaanse Manuela Menro, artiestennaam Uman. Haar werk, dat als titel ‘De kus’ draagt, is een moderne variant op de beroemde kus van de Oostenrijkse kunstenaar Gustav Klimt. Je herkent het meteen aan de kleding van de kussende vrouwen. Een duidelijk statement, in deze tijd van intolerantie en haat tegen diversiteit. Mooi. 

Volgende week staat een uitstapje naar de Spaanse stad Alcantarilla op het programma. Daar heeft men een route uitgestippeld van circa 5km lengte die langs 60 muurschilderingen voert. Eentje daarvan, 'Herfsttaferelen' van de Spaanse kunstenaar Dulk (Antonio Segura), is genomineerd voor de beste van 2024.


maandag 27 januari 2025

Never shall we forget

Herdenken blijft belangrijk, zeker naarmate de geschiedenis van Auschwitz-Birkenau verder achter ons ligt. In dat vernietigingskamp werden circa 1.1 miljoen mensen door de nazi's vermoord. Bij de bevrijding trof men ongeveer 7.000 overlevenden aan. 

Bij elke herdenking zijn er minder overlevenden. Vijf jaar geleden waren dat er nog 200, dit jaar nog maar ongeveer 50. Dit zou weleens een van de laatste herdenkingen kunnen zijn waarbij getuigen aanwezig zijn. Een van de laatste herdenkingen waarbij zij hun persoonlijke verhaal doorgeven aan volgende generaties.


Fear


Today the ghetto knows a different fear,

Close in its grip, death wields an icy scythe.

As sickeness spreads a terror in its wake,

The victims of its shadow weep and writhe.


Today fathers heartbeat tell their fright.

And mothers bend their heads into their hands,

Now children choke and die with typhus here,

A bitter tax is taken from their bands.


My heart still beats inside my breast

While friends depart for other worlds.

Perhaps its better, who can say?

Than watching this, to die today?


No, no, my God we want to live.

Not watch our numbers melt away.

We want to have a better world,

We want to work, we must not die!


Eva Picková (1929-1942)

De Tsjechisch-Joodse Eva schreef dit gedicht als 12-jarige. Niet veel later werd zij vermoord in Auschwitz.


Een politieke partij die alle facetten van het nazisme verheerlijkt, Alternative für Deutschland (AfD), wordt volgende maand wellicht de grootste van het land. Snap jij dat nou?! Ik krijg al kippenvel bij de gedachte...

zaterdag 25 januari 2025

Krokettenkoorts

Een van de eerste ‘slachtoffers’ van de recent aangetreden Amerikaanse president was de in Spanje geboren José Ramón Andrés Puerta (1969). Hij werkte tot voor kort als presidentieel adviseur van Voedsel. Afgelopen dinsdag werd hij ontslagen. Deze tot Amerikaan genaturaliseerde man is oprichter van World Central Kitchen, een NGO die wereldwijd gratis maaltijden bereidt en distribueert aan personen die zijn getroffen door natuurrampen. Dat gegeven was Trump waarschijnlijk té woke. Bovendien houdt de nieuwe bewoner van het Witte Huis vooral van hamburgers en coca cola. Tja. Dit worden vier lange jaren... 

Op 16 januari jongstleden was het de ‘Día Internacional de la Croqueta’ die werd gevierd als hommage aan de snack die al eeuwenlang de harten en smaakpapillen van Spanjaarden verovert. Er wordt geschat dat zij ruim 3,7 miljard kroketten per jaar consumeren. Dat komt neer op 2,5 kilo per persoon per jaar. De Iberische hamkroket is favoriet. Wij, permanente residenten van krokettenland Nederland, halen dat jaargemiddelde waarschijnlijk wel. (Het komt ongeveer neer op circa 1 kroket per week.) Alhoewel mijn liefje groot fan is van deze tapa, aten we er op die dag niet een. 

Volgende week maandag wordt in Spanje de kroket van het jaar 2025 verkozen tijdens het evenement Madrid Fusión. Vorig jaar kwamen er 80 inzendingen binnen. Dat gebeurt al elf jaar op rij en het niveau schijnt elk jaar te stijgen. Er doen internationaal bekende chefs mee als Gastón Acurio (Peruaan van oorsprong), José Pizarro (tevens schrijver van kookboeken) en Xanty Elías, net als de winnaar van vorig jaar: Carlos Griffo (van restaurant Quinqué in Madrid.) Net als bij boeken was er eerst een longlist. Uiteindelijk bleven er zeven finalisten over op de shortlist. Dat betrof restaurants in Santiago de Compostela, Avilés, Valencia, Madrid (2), Salamanca en Alicante. Plaatsen in Spanje die we eerder bezochten maar niet per se om er een kroket te eten. De genomineerde van Alicante is genaamd Santabar. Hun kroket werd in een krantenartikel in El País omschreven als zó romig dat de bechamel wel lijkt te huilen... Alicante is dit jaar overigens de Spaanse Hoofdstad van de Gastronomie.  

Bijna honderd chef-koks gaan hun messen slijpen in Madrid. Van 27 tot 29 januari nemen zij deel aan de Olympische Spelen voor Gastronomie. Gedurende de drie dagen van het evenement worden er maar liefst 13 kookwedstrijden gehouden en worden zes prijzen uitgereikt. Deze editie van Madrid Fusión bevat vier noviteiten: de beste steak tartar. Het beste gerecht met appel. Het beste recept met patrijs en de beste zoete kruimels (migas dulces) van het land. 

Op de Kroketten-longlist stond een restaurant in Murcia (stad), genaamd ‘Tabanko 825’. Dat restaurant(je) kreeg een eervolle vermelding in El País. Er wordt begonnen met een guiso, een bereiding waarin diverse soorten vlees (in dit geval van ibérico) worden geroosterd. Een deel van het vet wordt vervolgens door de bechamelsaus gemengd. Wat deze kroket ook bijzonder maakt volgens de culinair recensent van de krant is dat de bechamel wordt gemaakt met geitenmelk. De buitenkant is van panko; wat grover maar smakelijker dan gewoon paneermeel. Croqueta 3.0. 

Verder was te lezen dat het restaurant de typische keuken van Cádiz (‘gaditana’) combineert met die van Murcia. Toen mijn liefje, vriendin Bernadette en ik in Cádiz waren in 2021 verwenden we onze smaakpapillen met almadraba-tonijn, bereid op diverse manieren. Dat is een  traditionele, handmatige manier van tonijn vangen in de Straat van Gibraltar. Seizoensgebonden, traditioneel bereid. Naast de kroket hadden we daar ook wel oor naar! 

Murcia is een leuke stad maar heeft niet per se een autovriendelijk centrum. Maar we kwamen aan zonder schrammen of een deuk. Al haalde Tabanko de finale niet, de croquetas waren om te zoenen zo heerlijk! We stapten binnen in een pijpenla. Er stonden slechts vier (twee à drie) tafeltjes langs de bar. Om de hoek bleek nog plek voor vier iets grotere tafeltjes maar veel klanten konden ze niet herbergen. Het liep echter al heel snel vol met leuke types en de telefoon bleef rinkelen vanwege reserveringen later op de dag en in het weekend. Een aantal van de bezoekers kwam uit Cádiz, zo te horen. 

Vriendelijke bediening, zeer toegewijd personeel, prachtige gerechten, mooie wijnkaart. Leuke ambiance. De man die ons bediende was zó aardig. Toen we zeiden dat we speciaal voor hun kroket kwamen, lichtte hij het recept nog eens toe. Ik vertelde hem dat wij in Nederland onze kroketten niet met bechamel maken maar met ragout en dat die anders van vorm is. 

We begonnen de lunch met een zeer geslaagde kroket, daarna een subtiel bordje met boterzachte artisjokken met een perfect gegaard ei in een PX-saus, gevolgd door een schotel met wilde tonijn-a-la-almadraba, met gekarameliseerde ui en flinterdunne aardappel als basis. (We namen ook nog een toetje maar dat hadden we eigenlijk moeten overslaan...)

Verder van huis maar minstens zo interessant was een krantenartikel dat ik recent las over een Nijmeegs restaurant dat zich richt op de botanische gastronomie. Planten spelen er de hoofdrol. Het gaat om groenterestaurant ‘De nieuwe winkel’. De recepten zijn volledig plantaardig, al het dierlijk materiaal waarop de haute cuisine jarenlang dreef, is daar uitgefaseerd. In zijn hoofd houd chef-eigenaar Emile van der Staak steeds de ruimte en vrijheid om weer vlees of vis op de kaart te zetten als dat een logische stap lijkt maar momenteel is dat niet zo. Er valt zoveel te doen en te ontdekken met planten: alleen al de diversiteit en rijkdom van wat er in de voedselbossen om hem heen groeit (Groesbeek en Renkum), alle verrassende technieken en processen die je erop kunt loslaten. 

Ik noem deze chef een ware tovenaar. Gefermenteerde, tot een crème geslagen zonnepittenroom en knoflook als 'boter'. Een soort worst van gefermenteerde zwarte biet met rommelkruid en boekweit. Zonnebloemtofu met bouillon van zeewier. Proberen een briekorst te maken zonder zuivel, dus alleen met de witschimmellaag. Tartaar van scoby (een combi van bacteriën en gist) als amuse. Cellulase (een enzym) die wordt toegevoegd aan de amandelkaas om deze smeuïger te maken. Ik kan dit wel waarderen! Van der Staak noemt zichzelf best wel activistisch. Toen hij de directeur van Michelin ontmoette, die hem complimenteerde met zijn vooruitstrevende en duurzame bedrijfsvoering, sprak hij de man aan op de ernstige klimaat- en omgevingsimpact van de rubberindustrie; met de bandenfabrikant als grootste afnemer ter wereld. 

Vorig jaar won Van der Staak met zijn team bijna alle prijzen die er zijn te winnen. Tijdens het Gastronomic Forum in Barcelona werd dit restaurant door de We’re Smart Green Guide uitgeroepen tot het beste groenterestaurant ter wereld. De nieuwe winkel (die elf jaar geleden werd opgezet) heeft drie Michelinsterren; twee traditionele rode vermeldingen en een groene. De groene ster wordt uitgereikt aan een chef die op unieke of onderscheidende manier duurzaamheid integreert in het restaurantconcept. Het is het eerste restaurant ter wereld met deze combinatie van sterren. Ook dat lijkt mij een bezoek waard. 

Mijn liefje en ik combineerden ons culinaire uitje aan Murcia met een bezoek aan een wijk met veel muurschilderingen: San Antón. Ik ben al jaren digitaal verzamelaar van artistieke ‘murales’, in binnen- en buitenland. 

Tot 31 januari kan online weer worden gestemd op de beste muurschildering ter wereld. Van alle werken die zijn genomineerd, zijn er acht te vinden in Spaanse steden. Ik zag dat een eerdere Spaanse wereldkampioen weer meedoet: Diego As. Eén genomineerde is te vinden in buurgemeente San Javier maar die schildering is alleen te bewonderen via een drone (geschilderd op een plat dak). 

Er is ook een genomineerde in een (tamelijk lelijke) stad ten zuiden van Murcia, Alcantarilla. Dat werk is getiteld ‘Herfstverhalen’ en ziet er op papier fraai uit. Die gaan we bij een volgende excursie met eigen ogen bezien. Het gemeentebestuur stelde een route van 5km samen waarlangs 60 muurschilderingen zijn te bewonderen. Dat kaartje ('Alcantarilla ArteUrbano') printte ik alvast uit.  

Eén nominatie is van Nederlandse origine, te vinden in Tilburg. Nederlander Paul Watty (met Molukse roots) tekende een kleurrijk reuzeninsect. De Nederlandse wereldkampioenen van 2023, Studio Giftig, doen dit jaar ook weer mee aan deze wedstrijd. Hun thema is de verbindende factor van muziek. Zoals elk jaar, moet je stemmen op werk in drie categorieën. Ik ga weer kiezen en daarover zal ik later uitgebreider bloggen. 


maandag 20 januari 2025

Aandachtsmarktplaatsen op steroïden

Dit wordt een blog die goed past bij Blue Monday. Deze blogtitel trof ik recent aan in een pittig artikel van de hand van Danny Mekic, tech-deskundige en promovendus aan de Universiteit Leiden. Daarin noemt hij social media ‘conflictfabrieken’ en dat vond ik goed gevonden. In dat artikel schetste hij het verloop van sociale media. 

In het prille begin brachten die media vrienden, familie, bekenden en onbekenden bij elkaar. Naarmate deze platforms groeiden, nam de winstdrang echter toe. Tech-CEOs kwamen tot de conclusie dat mensen bij elkaar brengen en constructieve, genuanceerde communicatie faciliteren niet bepaald winstgevend was. Het was winstgevender om mensen algoritmisch ‘in te sluiten’ waarna een eindeloze stroom breinrot-veroorzakende content volgde. Of om mensen juist tegenover elkaar uit te spelen met algoritmische provocaties door ze het idee te geven dat de wereld in brand staat, terwijl statistieken juist een tegenovergesteld beeld laten zien. 

En zo werden ‘sociale’ media verslavende, ophitsende aandachtsmarktplaatsen op steroïden met winstmaximaliserende algoritmen. Terwijl we, zonder het direct door te hebben, in de echte wereld steeds verder van elkaar af komen te staan en in een constante staat van conflict met anderen en onszelf raken. Tech-bedrijven moeten niet controleren wat we zien, te horen krijgen en moeten denken; dat moeten wijzelf bepalen. 

Mekic is van mening dat een verbod op sociale media voor kinderen tot 16 jaar, zoals dat nu is besloten door Australië en wordt overwogen in andere landen, onvoldoende is. Voor hem bestaat er maar één oplossing: dit onkruid moet worden verdelgd. Deze conflictbedrijven moeten de wereld uit. 

Nooit konden leugens, laster en strafbare uitingen zich zo snel verspreiden, geholpen door de algoritmen van Big Tech. Die zijn opzettelijk afgestemd op ophef. Ondanks het grote optimisme dat bestond toen internet en social media opkwamen, waren er altijd al mensen die zich zorgen maakten over de schade die deze vorm van nieuwe technologie zou kunnen aanrichten. 

‘Dat hep gestaan op Feesboek.’ Het is een zin uit het boek van Sander Schimmelpenninck, getiteld ‘De domheid regeert’. Ik deel lang niet al zijn standpunten maar dit boek vond ik een lezing waard. Hij haalt onder andere een Amsterdamse zangeres van het Nederlandse levenslied aan die op de Albert Cuyp-markt (ik woonde er 40 jaar geleden om de hoek) wacht op haar politieke held Geert Wilders. Zij wordt daar geïnterviewd en doet een uitspraak over werk vinden. Haar zoon kan geen baan vinden maar ‘al die buitenlanders’ wel. ‘Binnen vier maanden.’ De interviewer vraagt haar hoe zij dat weet. Dan noemt ze leugenfabriek Facebook als informatiebron. Schimmelpenninck vraagt zich af hoe realistisch het is om te verwachten dat een vrouw als zij zelf zin van onzin kan scheiden. Een terechte vraag, lijkt mij, en daarin schuilt een groot gevaar. (Nepnieuws als politiek wapen.) 

Elon Musk riep zichzelf uit tot de voorvechter van de absoluut vrije meningsuiting. Dit betekent in de praktijk dat alle moderatie-inspanningen op X inmiddels zijn teruggeschroefd terwijl moderatie juist het belangrijkste is wat dit platform zou moeten doen. Het zijn immers gebruikers die de content bepalen. De blauwe vinkjes op X zijn tegenwoordig echter niet meer gereserveerd voor betrouwbare bronnen maar zijn te koop. Voor iedereen. 

Begin 2024 bleek bovendien dat Musk –die zogenaamd vindt dat meningen in eerlijke competitie met elkaar moeten vechten om aandacht– rommelde met de algoritmen op zijn platform om te voorkomen dat een ander account meer likes zou krijgen dan die van hem. 

Musk is druk met zijn andere missie: extreem-rechts een stem geven op zijn platform en miljoenen doneren aan dit soort politieke partijen. Hij liet liegbeest Trump weer toe op X en gaf ook ruim baan aan Alice Weidel, de voorzitster van de radicaal-rechtse AfD in Duitsland. De Europese politiek lijkt zijn nieuwe ‘battle ground’ te zijn. Hij vloog tevens naar Nigel Farage (Reform UK) maar dat contact liep met een sisser af omdat Farage afstand nam van de extreem-rechtse activist Tommy Robinson (die momenteel een celstraf uitzit). Er zijn mensen die Musk gevaarlijker vinden dan de aankomend president van de VS. Het is overduidelijk dat beide heren uit hetzelfde giftige vaatje tappen. 

Iedereen mag een mening hebben -gefundeerd en ongefundeerd- en die wordt op social media luid verkondigd. Maar niet alle meningen mogen straffeloos worden geuit; denk aan haatzaaien of iemand met de dood bedreigen. Verschillende onware of misleidende uitingen, zoals laster, fraude en meineed, kunnen volgens het Nederlandse Wetboek van Strafrecht worden bestraft; zelfs wanneer de verspreider claimt slechts een mening te geven. 

De kus
Illustratie van: @Rhizomatika LAB
Nu Mark Zuckerberg, mede-oprichter van Facebook en eigenaar van tech-bedrijf Meta (waartoe tevens Instagram en Whatsapp behoren), recent ook besloot zijn moderators naar huis te sturen, vrees ik voor het ergste. Hij liet zijn oor naar Trump hangen, ook hij kuste de ring als nederige onderdaan... Hij doneerde 1 miljoen Amerikaanse dollar aan de inauguratie van Donald Trump. Deze man-met-strafblad wordt vandaag ingehuldigd als de 47ste president van de Verenigde Staten. We gaan nog wat meemaken de komende vier jaar; zeker Europa! We gaan zien of ze zich met haar charmes weet te redden van de oppergod... 

En dan ook nog Jeff Bezos, oprichter van Amazon. Bezos is tevens eigenaar van The Washington Post. Cartooniste Ann Telnaes leverde met een tekening kritiek op de Amerikaanse tech- en media-topmannen die hun best doen om in de gunst te komen bij aankomend president Trump. Ze nam deze mannen met lucratieve overheidscontracten en een belang bij het afschaffen van regelgeving die hun weg naar Mar-a-lago vinden” op de hak. 

De weigering van de hoofdredactie van de Post om de cartoon te publiceren, was een ongekende knieval. Telnaes noemde het in een interview een “game changer… en gevaarlijk voor de vrije pers”. Zij stapte per direct op. Ze werkte sinds 2008 voor die krant en ontving een Pulitzerprijs voor haar cartoons. ‘Lafhartige censuur’ noemde de Amerikaanse Associatie van redactionele cartoonisten dit besluit. De politieke cartoonist van de Volkskrant, Bas van der Schot, was er als de kippen bij om zijn solidariteit met haar te betuigen!    

In Nederland besloot politieke partij VOLT onlangs platform X te verlaten. Een journaliste van de Volkskrant kondigde vorige week iets dergelijks aan. Het sociale verkeer op de platforms van die conflictfabrieken werd in de loop van de tijd te giftig, wat haar betreft. En met het verder afschaffen van de regels van fatsoen is de verwachting dat het er steeds verderfelijker wordt. Dit zijn maar druppels op een gloeiende plaat maar hoop doet leven. 

Zelf raakte ik nooit besmet met het virus van social media. Dat is een bewuste keuze. Wereldwijd zijn er 5.2 miljard gebruikers van deze platforms, ofwel 68% van de totale wereldbevolking. Gemiddeld brengt men er dagelijks 143 minuten door. (Gegevens van Statista.) Zelf vermijd ik ze sinds hun bestaan, met Whatsapp als uitzondering. Die app gebruiken mijn liefje en ik om in contact te blijven met vrienden en familie in het buitenland. We bellen ermee, wisselen dagelijks foto’s uit, hebben wekelijkse videogesprekken. 

Vanaf het begin had ik geen interesse in ongenuanceerde uitspraken van wildvreemden. Meningen van mensen die mij dierbaar zijn, doen ertoe. Ook als ze een ander standpunt verkondigen. Maar iemand die flauwekul uit en onbewezen, niet op feiten gebaseerde uitspraken doet, iemand die bovendien niet kan spellen, houd ik graag buiten de digitale deur!   

Gisteren (19 januari) ging TikTok in Amerika in de ban, na zorgen over privacy en veiligheid voor gebruikers. Deze app, in handen van het Chinese bedrijf ByteDance, wordt gezien als gevaar voor de nationale veiligheid. (Hard bewijs ontbreekt maar de VS en China zijn verwikkeld in een geopolitieke machtsstrijd.) Het platform had naar schatting 100 miljoen actieve gebruikers. Een fractie van de 170 miljoen jongeren die het betreft, stapt waarschijnlijk over naar RedNote. Dat is het best te vertalen met ‘het rode boekje’ -van Mao- dat van Chinese makelij is. Volg jij het nog?! Een door Chinezen gecontroleerde app wordt nu ingeruild voor een Chinese app? Tja. Analisten schatten dat 40% van het advertentiegeld dit jaar zal terechtkomen bij Facebook en Instagram. De ban zal van korte duur zijn. Trump heeft al aangekondigd het besluit terug te draaien. 

RedNote schijnt geen TikTok-kloon te zijn. Het is eerder een equivalent van Instagram. Wereldwijd heeft dit platform al 300 miljoen gebruikers. Sinds deze maand staat de app op nummer 1 van de hitlijst van meest gedownloade social media-apps in de VS. 

Onlangs las ik een interview met de CEO van Bluesky. Ook dit platform maakt momenteel een onstuimige groei door. De 33-jarige Amerikaanse Jay Graber (Chinese moeder, Zwitserse vader) is er de baas. Zij studeerde Science, Technology and Society aan de Universiteit van Pennsylvania. Veel ‘Twittervluchtelingen’ (hét woord van 2025?!) vinden het verfrissend. Er is, naar verluidt, minder ophef, haat en negativiteit dan op X. In conversaties zou een positieve toon te horen zijn. Er gaan geen trollen, bots en complottheorieën rond. Bluesky begon in 2019 op initiatief van Jack Dorsey, oprichter van Twitter. Het ontstond uit de behoefte om gebruikers meer controle te geven over hun eigen online-identiteit. Inmiddels telt dit platform circa 26 miljoen gebruikers. 

Ideologisch staan Musk en Graber mijlenver uit elkaar. Graber is iemand die de macht bij tech-bedrijven juist wil weghalen. Zij wil haar platform vrijwaren van ‘enshittification’ (platformvervuiling). Musk, die de pijn van weglopende gebruikers op X probeert te bagateliseren, noemt zijn concurrent Bluecry. Daarin toont hij zich een slechte verliezer. Net als zijn nieuwe baas. 


donderdag 16 januari 2025

Een bijzonder jaar

We zijn alweer ruim twee weken gevorderd in het nieuwe jaar. Halverwege de 'challenges' van Dry January en Veganuary. De tijd vliedt! 2024 vond ik als getal mooi omdat daarin het cijfer 24 zit. Dat is al jaren mijn ‘lucky number’. Mijn liefje en ik ontmoetten elkaar op de 24ste van maand X, zij is geboren op de 12de van een maand en ik ook. Dat neemt niet weg dat we nog nooit een klapper hebben gemaakt met een lot dat eindigde op 24. Vorig jaar vielen we geregeld in de prijzen die soms leken op te lopen dus we hoopten dat er iets groots in het verschiet lag. Deze maand was het weer een laag bedrag maar we blijven winnen!

Ionica Smeets, wiskundige, wetenschapsjournaliste en columniste bij de Volkskrant, schrijft vaak boeiende verhalen over wetenschap en met name over bijzondere getallen. Zij studeerde af in Technische Wiskunde aan de TU Delft en is nu tevens hoogleraar Science Communication aan de Universiteit Leiden. Een dergelijk interessant verslag deed ze over het jaar waarin we nu zijn beland: 2025. Je moet wel een getallenfreak(je) zijn om het bijzondere ervan te zien.

  • Dit jaar, zo leerde zij mij, is een kwadraat-jaartal, ofwel (1+2+3+4+5+6+7+8+9)2. Als je alle getallen tussen de haakjes bij elkaar optelt, kom je op het getal 45. Als je dat vervolgens in het kwadraat uitrekent (45x45), kom je op het eindgetal 2025. Ik, liefhebber van puzzelen, vond het een leuk weetje. De meeste mensen maken maar ééns in hun leven een kwadraat-jaartal mee. De volgende is in 2116. 
  • 2025 is opgebouwd uit de priemfactoren 3 en 5: 3⁴×52. Het kan ook geschreven worden als (3²×5)² of (9×5)² = 45². Wiskunde op zijn best. (Een priemfactor is een factor van een getal dat ook een priemgetal is. Een priemgetal is een geheel getal groter dan 1 dat alleen deelbaar is door 1 en zichzelf.) 
  • De som van de cijfers van 2025 is 2+0+2+5 = 9. En jawel, 2025 is volledig deelbaar door 9. Dat is een eigenschap die alleen de ‘cool kids’ onder de getallen hebben. 
  • Als je de kubussen van de getallen 1 tot en met 9 optelt, geeft dat precies 2025. 1³+2³+3³+ … +9³ = 2025. Mind blowing, nietwaar?
  • Dit jaartal is werkelijk een alleskunner. Het is een perfect kwadraat in de reeks 1-4-9-16-25-36- (etc.) = 2025.

Ook mijn liefje -sudokugenie- startte dit jaar een nieuw project. Sinds 1 januari houdt zij dagelijks bij hoeveel eerder de zon hier opkomt en hoeveel later die ondergaat. Toen we vorig jaar bouwactiviteiten voor ons huis kregen, vroegen we ons af of we minder directe zonneschijn op ons terras en in de woonkamer zouden krijgen. Dat blijkt nauwelijks het geval. Op de laagste stand van de zon (21 december) scheelde het -door een van de solariums aan de overkant- ongeveer 8 minuten zonlicht. Dat wil zeggen dat de zonneschijn acht minuten eerder uit ons huis verdween aan het einde van de dag dan voorheen. (’s Morgens hebben we totaal geen verschil; vanwege onze oriëntatie -zuid-oost- ervaren we geen enkele last). 

De uitdrukking ‘de dagen lengen’ is in dit deel van de wereld (Zuid-Europa) voorlopig van toepassing op de avond. (Overigens praten wij hier niet per se over daglicht maar liever over zonlicht). Hoe dan ook, er komt hier iedere dag een minuut daglicht bij aan het einde van de middag. De zon gaat dus telkens een fractie later onder. Gisteren (15 januari) kwam er voor het eerst ook een minuutje bij aan het begin van de dag. Dit is dé tijd voor foto’s van het blauwe uur (speciaal licht vóór zonsopgang) en van het gouden uur (net voor zonsondergang). Prachtig! Zij is lekker bezig, net als ik. 

Vriendin Bernadette stuurde onlangs een hilarisch artikel door uit NRC, getiteld ‘Hallo 65-plussers!’. Dat was duidelijk aan onszelf gericht. Zowel zij als ik zullen dit jaar die vermeldenswaardige leeftijd bereiken. We kunnen niet geloven dat we zelf al zozeer heen zijn. Ik voel mij vaak 40 van binnen maar de biologische leeftijd liegt niet. Als ik soms krakkemikkig ben vanwege een fysieke hapering, herinner ik mij die weer. Bernadette gaat niet gebukt onder enige klacht -knock on wood- en dat wens ik haar nog vele jaren toe. Hoeveel precies?, zou Ionica Smeets vragen... 

Het toegezonden artikel verscheen in de rubriek ‘Japke-d denkt mee’ (alleen die titel al) en werd geschreven door Japke-d. Bouwma die sinds 2012 voor deze krant schrijft. Ook zij had iets bijzonders te melden over het jaar 2025. Dit jaar zal voor het eerst sinds 1900 het aantal 65-plussers in Nederland groter zijn dan het aantal 20-minners. Het aandeel 80-plussers van 5% in 2024 zal naar meer dan 10% stijgen in 2050. Zij las dat in een CBS-rapport. ‘De grijze golf waarop we ons al zolang voorbereiden, gaat ons nu echt overspoelen’. Aldus de columniste. Zelf vindt zij dat totaal geen reden voor paniek. ‘Het lijkt mij juist heerlijk om met z’n allen naar het einde te snurken.’

Maar het meest hilarische gedeelte barstte daarna los. Ze gaf 16 tips aan 65-plussers die mij regelmatig deden schateren van het lachen. Hieronder een kleine greep uit haar rubriek (niet integraal overgenomen). 

Tip3: tijdens een praatje over een overledene moet de besproken persoon  aantoonbaar door minimaal twee gesprekspartner zijn gekend. Voor elke opmerking over een heupoperatie, staarbehandeling of knieprothese moet minimaal één vraag worden gesteld aan de jongere gesprekspartner.

Tip4: reken af bij de gewone kassa. De zelfscan is verboden, met je getreuzel. Houd je pas gereed. Dus niet eindeloos die tas open en ‘waar is die pas toch’, terwijl er een rij staat. 

Tip8: verbeter je Engels. [..] Je hoeft geen ‘save the day’, ‘sacrificen’ en ‘challengen’ te gaan zeggen maar ‘Joej Jork’ kan écht niet meer. 

Tip10: voer je scootmobiel op. Zes kilometer per uur is écht te langzaam op het fietspad. Plak papieren pijlen met ‘vooruit’ en ‘achteruit’ naast de juiste knoppen, zodat je je niet vergist. 

Tip11: draag een helm en een lichtgevend vest. Altijd. Ook binnenshuis. [..] En vergeet ze niet als je naar buiten gaat.

Tip12: maakt een keuze: was het vroeger nou beter, of niet? Als je voortdurend zegt “in de eurlog hadden we geen havermelk”, “vroeger kregen we hooguit één sinaasappel, met Kerst” [..] dan kun je niet óók zeggen: “in mijn tijd was alles beter”. 

Tip 14: houd te allen tijde rechts. Op de roltrap, de snelweg, [de traplift!] en in het gangpad van de supermarkt. Reis niet in de spits en sta op voor andere bejaarden in het openbaar vervoer. Nu er zoveel 80-plussers zijn, ben jij geregeld de jongste in de coupé! 

Tip15: Autorijden? Liever niet. Maar als het niet anders kan: eerst KIJKEN voor je achteruitrijdt. En op de snelweg 100 rijden.

Tip16: stop met klagen over je pensioen. Jij hebt er tenminste nog een.

‘Viel mee, toch? Dat dacht ik’. Aldus deze montere 50-plusser.

Ik moest er weer om lachen toen ik dit zat te typen. Rake typeringen, heel herkenbaar. Ik kan mij er ook aan ergeren (😉). Een dag niet om jezelf gelachen, is een dag niet geleefd. En dat lichtgevende vestje past ons allemaal.

 

zaterdag 11 januari 2025

Sommige Nederlanders blikten naar het oosten

Dit wordt de eerste longread van 2025! Er was veel ophef in de aanloop naar de openstelling van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, het digitale archief dat wordt beheerd door het Nationaal Archief in Den Haag. Die ophef is er nog steeds en zal nog wel even aanhouden. Ik volg de berichtgeving over dit onderwerp op de voet; als liefhebber van geschiedenis en als speurneus. 

CABR is het grootste en meest beladen oorlogsarchief in Nederland. De volledige openstelling stond gepland voor 1 januari 2025 maar werd uitgesteld. De Autoriteit Persoonsgegevens maakte bezwaar uit privacy-overwegingen. Het zou nog in leven zijnde getuigen en nabestaanden van daders kunnen schenden. 

De minister van OCW (zijn naam is Eppo) besloot daarop dat de namen in het archief wel openbaar mochten worden maar de bijbehorende dossiers niet. Een besluit dat tot nóg meer ophef leidde in de afgelopen dagen. Critici van deze besluiten menen dat de Autoriteit en het ministerie onterecht het individuele boven het maatschappelijke belang stelden. De bekende historicus Ad van Liempt, schrijver van vele boeken over verraad, jodenjacht, verzetshelden en collaborateurs, vindt het ook een gemiste kans. 

Medewerkers van project ‘Oorlog voor de rechter’ werkten vijf jaar aan de digitalisering van dit archief. Iedere week werden (en worden) circa 150.000 pagina’s handmatig gescand. De verwachting is dat men nog tot 2027 bezig zal zijn met de afronding. Dat men afgelopen week ook nog 25.000 namen uit de lijst met vermeende collaborateurs verwijderde, is evenmin positief. We hebben nu te maken met een krakkemikkig archief-op-een-kier. Ik ben voor volledige openstelling, zonder voorbehoud. 80 jaar na de oorlog (!) moet Nederland ook dit aspect van zijn onverkwikkelijke oorlogsverleden maar eens onder ogen zien. En wellicht zeg ik het ten overvloede maar als nazaat ben je niet verantwoordelijk voor de wandaden van je (voor)ouders. 

Direct na de Tweede Wereldoorlog werden dossiers van 425.000 Nederlanders aangelegd. Van collaborateurs, daders en verdachten. Leden van de NSB, verraders van ondergedoken Joden en verzetsmensen, Nederlandse SS-ers en Nederlanders in vrijwillige Duitse krijgsdienst. Een half miljoen dossiers in kaartenbakken en dossierdozen; 38 miljoen pagina’s. Achter elkaar gelegd wel 32km lang. 

Toen ik vorig jaar het Holocaust-museum in Amsterdam bezocht, hing daar de zwart-wit foto van een Nederlands gezin. Vader, moeder, kinderen; misschien ook nog een oma of tante erbij. Ieder van hen met opgeheven rechter arm (nazi-/NSB-groet) de binnenrollende Duitse bezetter begroetend. Geen prettig beeld maar het staat in mijn geheugen gegrift. 

Dit onderdeel van de Nederlandse geschiedenis is echter niet zwart-wit. Er wordt weliswaar gesproken over goede en foute Nederlanders maar er zijn veel grijstinten in dit verhaal. Dat stelt historicus en medewerker van het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Holocaust en Genocidestudies) Ewoud Kieft.

Eén verhaal bleef mij altijd bij in dit verband. Dat van de joodse Ans van Dijk (1905-1948). Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd zij verraadster van 200 joden en hun helpers, 133 van hen werden daardoor vermoord in vernietigingskampen of kwamen om in concentratiekampen. Van Dijk werd collaborateur van Bureau Joodsche Zaken van de Sicherheitsdienst (SD) in Amsterdam. 

Door de anti-Joodse maatregelen van de bezetter verloor Van Dijk in november 1941 haar ‘Joodse onderneming’ (dameshoedenwinkel). Vanaf dat moment leidde ze een illegaal leven: ze handelde in goederen uit Joodse inboedels en verzorgde onderduikadressen voor joden. Zelf droeg ze geen jodenster, bemachtigde een vals persoonsbewijs en verfde haar haar. In 1943 werd zij zelf verraden op haar onderduikadres. 

Ze werd voor een -schier onmogelijke- keuze gesteld: zelf op transport naar een vernietigingskamp in de Oost of samenwerken met de Duitse bezetter (verrader worden). Ze koos voor het laatste. Van slachtoffer werd zij dader. Ze werd onder andere als cel-spion ingezet. Na de bevrijding werd ze gearresteerd (juni 1945). Haar zaak begon in februari 1947 voor het Bijzonder Gerechtshof in Amsterdam. Ze toonde veel berouw maar dat mocht niet baten. Zij is de enige vrouw die ter dood werd veroordeeld en daadwerkelijk werd geëxecuteerd. Van Dijk was lesbisch. Deskundigen menen dat dit aspect en het jood-onvriendelijke klimaat in het Nederland van toen in haar nadeel werkten. 

In het gedigitaliseerde CABR-archief vind je feitelijke rechtzaken en veroordelingen maar ook verdenkingen, individuele bekentenissen en verklaringen van omstanders. Slechts 15% van de daders in de Tweede Wereldoorlog verscheen voor de rechter of een tribunaal en werd veroordeeld. 

In de eerste weken na de bevrijding werden honderdduizenden mensen opgepakt en geïnterneerd onder verdenking van collaboratie met de Duitse bezetter. Het was van groot belang dat zo snel mogelijk werd uitgezocht wie van deze mensen moest worden veroordeeld, en wie onterecht vastzat. Verdachten werden verhoord en getuigenissen werden afgenomen. Ander bewijsmateriaal werd onder enorme tijdsdruk, in chaotische omstandigheden en met te weinig middelen en personeel, verzameld. 

‘Hoe vind je de waarheid over daders en slachtoffers in een archief dat werd samengesteld voor rechtszaken, vol tegenstrijdige verklaringen, getuigenissen en beschuldigingen? Kunnen we op basis van dit archief wel concluderen wie ‘fout’ was en wie niet? Of hebben we straks meer vragen dan antwoorden?’ Aldus Kieft tijdens een recente lezing. 

Onlangs voerde ik een gesprek met Britse vriend Pat over goed en fout in oorlogstijd. Hij is minstens zo geïnteresseerd in geschiedenis en de Tweede Wereldoorlog als ik maar hij heeft een andere ervaring: zijn Vaderland werd nooit bezet. Als naoorlogse kreeg ik verhalen over de oorlog met de paplepel ingegoten. Een collaborateur was een fout mens, zo iemand maakte een verkeerde keuze. Punt uit. Pat was daarover minder uitgesproken. We weten toch niet waarom iemand tot zo’n daad kwam? Misschien kon hij of zij niet anders? Moeten we niet eerst alle feiten kennen? Dat is zo maar er waren zoveel anderen die destijds geen foute keuze maakten. Collaboratie is en blijft een foute daad, wat mij betreft. We gingen in goede harmonie uiteen. ‘We agreed to disagree’. 

Ik ken verhalen over Nederlandse (jonge)mannen die tijdens de oorlog door de Duitse bezetter werden opgeroepen voor de ‘Arbeitseinsatz’. Mannen uit door Duitsland bezette gebieden werden gedwongen om in de oorlogseconomie van de nazi’s te gaan werken, ter vervanging van Duitsers die als soldaten aan het front dienden. Mijn vader en die van mijn liefje negeerden die oproep(en) en doken onder. Voor hen was gedwongen tewerkstelling bij de vijand geen optie. Er deden wilde verhalen de ronde, onder andere dat hij met een rietje in de mond onder water in de slootrand lag. Geen idee hoe feitelijk dat was.   

Anderen besloten wel aan de oproep van de Duitse bezetter gehoor te geven of meldden zich vrijwillig aan; met uiteenlopende drijfveren. De omstandigheden in Nederland leken voor sommigen uitzichtloos waardoor zij hun heil zochten in het buitenland. Weer anderen werden lid van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) en kozen expliciet voor een toekomst in Oost-Europa. 

Waren deze Nederlanders ‘pioniers’ die de toekomst van Nederland in het Oosten voor ogen hadden? Waren zij resolute nationaal-socialisten die een plek zochten in het nieuwe Europa? Zagen ze geen andere uitweg? Of waren zij gewoonweg gelukzoekers en opportunisten? Collaboratie als daad is nooit goed te praten, vind ik. 

Ik las en lees veel over de Tweede Wereldoorlog. Over de kolonisatie van het Oosten werd weinig geschreven maar wel door historicus David Barnouw (1949). Er bestaan ook dossiers in het Nationaal Archief en bij het NIOD. 

Van de Nederlandsche Oost-Compagnie had ik zelf niet eerder gehoord. De NOC N.V. werd opgericht in juni 1942. Een maand later werd de organisatie officieel vermeld in de Nederlandsche Staatscourant. In de statuten stond ook het doel vermeld. Volgens artikel 2.1. was dat ‘het verrichten van werkzaamheden van elken aard op economisch gebied in de gebieden in het Oosten van Europa’. Dit doel, de kolonisatie door Germaanse pioniers uit Nederland, paste in de nazipolitiek van verovering van Lebensraum en de germanisering van die gebieden.  

Het NOC had alleen het recht om Nederlandse boeren en handwerkers daarheen uit te zenden. Zij moesten vakbekwaam en gezond zijn, moesten beschikken over ‘een pioniersgeest, verantwoordelijkheidsgevoel en de wil om vooruit te komen’. (Aldus de wervingsfolder.) De organisatie werd gefinancierd door De Nederlandsche Bank en de Nederlandse Staat (!), maar ook de stadsraden van Amsterdam en Rotterdam leverden een financiële bijdrage. M.M. Rost van Tonningen, plaatsvervangend leider van de NSB en toenmalig directeur van de Nederlandsche Bank, werd door Seys-Inquart aangesteld als president. 

Duitsland vocht volgens diezelfde Seys-Inquart, Reichskomissar van de nazi’s in Nederland, voor het behoud van de Europese beschaving. (Dat horen we nu ook uit menig rechts-extreem keeltje...) Hij riep: ‘Nederlanders, blikt naar het oosten’ en benadrukte dat Nederlanders al 800 jaar naar het oosten trokken. Dat zij als broedervolk ook voorstander waren om daar de Europese cultuur te verdedigen. Zo konden ze meebouwen aan de toekomst van hun kinderen. De NOC zond Nederlanders uit naar verschillende landen. De plaatsen waar ze terechtkwamen, waren Riga (Letland), Rowno en Zhytomyr (Oekraïne) en Wilna (Litouwen). De Nederlanders die naar die oorden vertrokken, waren voornamelijk afkomstig uit Noord- en Zuid-Holland; ongeveer 50% van het totaal aantal uitgezondenen. 

Men werd in principe voor zes maanden uitgezonden, NOC had de mogelijkheid die arbeidsduur te verlengen. De persone in kwestie hadden de keuze tussen een werkweek van 48, 60 of 72 uur. Aan hen werden veel toezeggingen gedaan. Ze zouden voor hun afreis worden getraind, zouden salaris X ontvangen voor hun diensten in het Oosten en ter plaatse over voldoende voedsel (bereid door Nederlandse koks) en kleding beschikken. Huisvesting was gratis en in vaste gebouwen en barakken. Dat pakte voor menigeen slechter uit. Vaak kregen ze ook niet de baan die hen was toegezegd. Deze en andere tekortkomingen bij de NOC zorgden ervoor dat de aanmeldingen niet al te hoog opliepen. Van de drie miljoen die men verwachtte, zijn er uiteindelijk tussen 1942 en 1944 1.661 Nederlanders uitgezonden. 

Met het oprukken van de Russen tegen het einde van de oorlog kwam de NOC onder druk te staan. In december 1944 werd Rost van Tonningen door NSB-leider Mussert ontslagen. Na de bevrijding van Nederland door de geallieerden werd de NOC geliquideerd. Rost van Tonningen werd na de oorlog opgepakt en opgesloten in de gevangenis van Scheveningen. Hij wachtte zijn veroordeling niet af, pleegde daar zelfmoord. Deze NSB-er staat wel op de indexlijst in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging maar hij heeft geen dossiers. (Hoezo niet?!) Zijn echtgenote Florrie, bekend als de ‘zwarte weduwe’, werd na de oorlog onder curatele geplaatst en haar drie zonen onder toeziend voogdij. Tot haar dood ontving zij een weduwepensioen van de Nederlandse Staat. Zij verdedigde het nationaalsocialistische gedachtegoed tot het einde van haar leven. Zij overleed in 2007. 

Kwalijke types, onfrisse organisaties, dubieuze activiteiten, onverkwikkelijke verhalen. Foute boel.

De tv-documentaire 'De oorlog die nooit ophoudt' van Lex Runderkamp (NPO) is  indringend maar zeer het bekijken waard. Hij besteedde vijf jaar aan het volgen van personen die het archief indoken. Het werden drie verhalen over verzet, verraad en vervolging. Luister en kijk vooral naar het verhaal van de familie van Stephanie Biesheuvel.    

maandag 6 januari 2025

Caspar, Melchior en Balthasar

Mijn liefje en ik wonen in een land met een rijke traditie. Nu denk ik dat elk land bol staat van de tradities dus dat maakt het nog niet bijzonder. Zo kent mijn Vaderland onder andere karbietschieten en vreugdevuren als tradities maar die hebben mij nooit kunnen boeien. 

Tradities zijn ook onderhevig aan verandering. Zwarte Piet is eveneens traditie maar als kinderen van kleur daar aanstoot aan nemen, maak je van deze kindervriend gewoon een schoorsteenpiet. 

6 januari is in Spanje een nationale feestdag. Eentje die van origine rooms-katholiek is. Het is de dag van Driekoningen. Caspar, Melchior en Balthasar waren volgens de overlevering wijzen uit het oosten die offers kwamen brengen aan baby Jezus van Nazareth. In apocriefe geschriften en legenden kregen deze oriëntaalse magiërs een naam. Zij werden geïdentificeerd als Melchior, koning van Nubië en Arabië (bracht goud mee); Balthasar, koning van Gondolië en Saba (van de mirre); Caspar, koning van Tharsis en van het eiland Egryscilla (van de wierook). Zij zouden de drie takken van het menselijk geslacht vertegenwoordigen. 

Wij gingen op de avond van 5 januari (dat gebeurt door het hele land) voor het eerst naar de optocht in de eigen woonplaats. Zo’n stoet van praalwagens wordt in het Spaans ‘cabalgata’ genoemd. Het zou mij niets verbazen als het Nederlandse woord kabaal daarvan is afgeleid. Want dat het pokkenherrie met zich meebrengt, is een gegeven. Zelfs een vereiste. Spanjaarden zijn in hun sas als er keiharde muziek wordt gespeeld of gedraaid.

Dat dit niet bij iedereen in de smaak valt, zag ik ook. Er stond een minder enthousiast jochie langs de route bij wie zijn moeder de beide oren afdekte, terwijl papa het schuw ogende kind in zijn armen hield. Ik moest denken aan de geluidsarme Sinterklaasvieringen die opgang maken in Nederland. Kinderen die een stoornis hebben op het autismespectrum kunnen er kennelijk een prikkelarme Sinterklaasavond vieren. In een afgesloten ruimte, zonder muziek en zonder rondspringende pieten. 

De Driekoningenoptocht is vooral bestemd voor de kinderen in Spanje. Het is ook de dag dat zij kadootjes krijgen. Op weg naar het beginpunt van de optocht zagen we al menig volwassene met een grote ingepakte doos onder de arm over straat gaan. 

Dus geen goud, wierook en mirre maar keiharde muziek (uit zware boxen achter oude maar glimmend gepoetste auto’s), bonte dansgezelschappen van heinde en ver, trommelaars en huizenhoge poppen. Een  carnavalsoptocht ziet er waarschijnlijk hetzelfde uit. 

De stoet werd afgesloten met de drie koningen op een hoge troon. Wel ieder met een nepolifant voor hun neus. In stad Orihuela zou, naar verluidt, een levende kameel door de straten gaan met een koning tussen zijn bulten. De echte afsluiter was hier de man van STV, het bedrijf van straatvegers en vuilophalers. Hij liep als eenpersoonsdweilorkest achter de stoet aan. (We wonen in een goed geoliede gemeente!)

Mijn liefje maakte video’s voor de twee kleintjes in Bali, ik maakte foto’s voor het webalbum (hiernaast). Het begin van een nieuw kalenderjaar begint vaak ingetogen en dat zie je aan de foto's. Het was in de afgelopen dagen regelmatig zonnig dus blauwe luchten zijn er wel maar het voelt soms alsof zo'n nieuw jaar, een nieuwe leven weer even op gang moet komen. 

Een van de mooiste momenten was omkijken en zien dat een Oekraïens jochie met zijn eigen mobiele telefoon opnamen maakte met een glimlach van oor tot oor op zijn mooie gezichtje. Dat ontroerde mij. Hij was daar met zijn moeder en oma. Ik geef ze geen ongelijk dat ze hun gemaltraiteerde, platgeschoten land verlieten. Oorlogsgebied is geen plek voor kinderen, zeker niet. Dat geldt ook voor de Palestijnse kids in de Gaza-strook... 

Het is hier gewoonte om op Driekoningen (vandaag) roscón de reyes te eten. Dat is een ronde Driekoningentaart, een soort grote donut met een gat in het midden. De rand is versierd met gekonfijt fruit en er zit slagroom of crème tussen als vulling. En niet te vergeten (het hoogtepunt): een verrassing binnenin. Als je de boon treft in het stukje taart dat je krijgt aangereikt, moet je de taart betalen maar als je het kadootje vindt, ben je de koning(in) van de dag. Wij kochten een kleine roscón en mijn liefje was the lucky one. Zij had een kleine, keramische koning in haar stukje cake. De bofkont. De gouden kroon die erbij hoort, hangt nu om de berenlamp in de woonkamer. 

Hierna is het tijd om de kerstboom af te tuigen en op te ruimen. Het is vandaag echter druilerig buiten dus dat stel ik uit. Vanavond komen vrienden de rijkgevulde erwtensoep eten -met roggebrood en spek- die mijn liefje met veel liefde en toewijding bereidde. Ook een mooie traditie. Dit is wel het seizoen van slow cooking en slow living. Morgen treedt het gewone leven hier weer aan. 


donderdag 2 januari 2025

Tot aan de dood en terug

Het is vandaag 16 jaar geleden dat mijn vriendin Nelly overleed, op 48-jarige leeftijd aan de gevolgen van uitgezaaide longkanker. 

Mijn liefje en ik verbleven destijds in Bali. Nelly en Diederik waren kort daarvoor nog bij ons in Spanje komen logeren. Toen wisten we beiden, zonder dat uit te spreken, dat het de laatste keer was dat we elkaar in levende lijve zouden zien en vasthouden. Toen we daar uiteen gingen, beloofden we elkaar niet te huilen; dat afscheid was al moeilijk genoeg.

Nelly belde nog één keer langeafstand voordat ze eeuwig zou gaan slapen. Dat wist ik op het moment van dat gesprek nog niet al voelde ik dat wel toen ik de telefoon neerlegde... Met oceanen tussen ons in huilden we die keer liters zoute tranen. Dat laatste gesprek tussen ons staat in mijn geheugen gegrift. De  mededeling over haar overlijden kort daarna sloeg mij volledig uit het lood, ondanks al die voorgevoelens. 

Ik las ooit ergens dat lederschildpadden elk uur ruim zeven liter ‘tranen’ moeten plengen om zo hun bloed minder zout te houden dan het zeewater waarin ze zwemmen. Hun zoutklieren zitten in de kop, vooral rond de ogen. Die klieren transporteren het zout uit de bloedbaan naar de traanbuizen (ongeveer dezelfde functie als nieren bij ons). Nelly zou een dergelijk weetje hebben gewaardeerd.

Sinds haar dood blog ik elk jaar op deze dag over haar om stil te staan bij het gemis. Bij voorkeur met een toepasselijk gedicht. Opdat zij niet wordt vergeten. 

 

Als ik nog één keer

Nog één dag mag

Zou ik teruggaan

Naar momenten

Die ik mij nu al

Niet meer herinner

 

En ik zou blijven

Zoals ik toen was

En jij zal blijven

Wie je nooit

Bent geworden

En we zullen zijn

Wat we nooit meer

Hebben kunnen zijn

Voor altijd

 

Kay van der Vleuten (1993)

 

De titel van deze blog is de titel van de poëziebundel van Van der Vleuten die in 2023 verscheen. Die gaat over het verliezen van een ander en van jezelf. Voor haar is rouw liefde die verder reikt dan het leven.